Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2020. > Pater Ad van de Laak overleden.

Pater Ad van de Laak overleden.

dinsdag 3 november 2020, door Webmaster

In medeleven en dankbare herinnering
delen wij U mede dat

Ad van de Laak


Adrianus Gertrudis Martinus
Missionaris van Afrika - Witte Pater,

op 31 oktober 2020 is overleden.



Ad werd geboren op 10 september 1921 te Oisterwijk. Toen zijn vader 2 jaar later technisch directeur van de looierij “Tannerie de St.Amands” werd, verhuisde het hele gezin naar België. Zodoende volgde Ad de lagere en middelbare school in België en begon hij zijn opleiding bij de Missionarissen van Afrika in dat land. Hij studeerde in onze vormingshuizen te Boechout, Algiers (Maison Carrée), Carthago en Heverlee. In Heverlee verbond hij zich op 21 september 1945 door de missionariseed aan de Sociëteit en werd hij op 22 april 1946 priester gewijd. Ad was dus lid van de Belgische Provincie.

Zijn broer Frans ging in 1956 als vrijwilliger naar Tanzania en trouwde daar. Hij zette zich in voor ondiepe waterputten met stevige handpompen die in het land zelf gemaakt konden worden en door plaatselijke smeden gerepareerd. Dat zijn de zgn. “shallow wells”. Een neef, Mgr. Ernst, was bisschop van Breda.

Ad had een gezond oordeel, was nauwkeurig, maar kon zich in details verliezen. Hij was een volhouder, praktisch van aard, soms ook wat zenuwachtig. Hij was steeds goedgehumeurd en optimistisch. Hij kon het met iedereen goed vinden, maar kon soms ook autoritair zijn. Hij zong graag en tijdens zijn opleiding was hij koordirigent.

Na zijn priesterwijding vertrok Ad naar het bisdom Kasongo in Congo. Gedurende de eerste 10 jaar in Congo was hij werkzaam in verscheidene parochies: Mungombe, Kamituga, Kabare, Baraka, Shabunda. Overal had hij de scholen in zijn takenpakket en in Shabunda was hij directeur van alle scholen van de parochie, waaronder een pedagogische academie. Hij vervulde zijn taken met toewijding en bleek een goede econoom. Tijdens zijn verlof in 1956 bestudeerde hij de onderwijsmethoden voor het lager onderwijs in België en ook de jeugdbewegingen, omdat hij verwachtte zich in Congo ook bezig te gaan houden met de daar begonnen jeugdbeweging “Waxaveri”.

Naast het werk voor de scholen maakte Ad ook pastorale safari´s. Zo gebeurde het dat hij eens naar het dorp Kibanga ging, waar de paters meer dan een half jaar niet geweest waren. Hij ging daar een tiental volwassenen dopen, de eersten sinds 1893! De parochie was erg uitgestrekt en de safari´s in de bergen en op het Tanganyika meer waren moeilijk en vermoeiend: je moest ongeveer 180 km over het meer afleggen om naar dorpen aan de grens met Katanga te gaan. Vanwege deze lange afstanden was er veel te weinig contact met de mensen in de dorpen, vond Ad.

Eind 1960 schreef Ad dat zijn gezondheid goed was en zijn moraal nog beter, maar dat de politieke situatie alsmaar verslechterde. In vergelijking met andere streken in het bisdom was de parochie Baraka nog een oase van rust. “Wel is het waar dat we geen week vooruit kunnen zeggen wat er zal gebeuren”. Dat veroorzaakte een crisis onder de christenen, vooral bij de mannen; de geloofsleerlingen schenen een afwachtende houding aan te nemen, slechts weinigen volgden het geloofsonderricht. In het begin van 1961 bereikte de politieke onrust ook Baraka (wat “zegen” betekent!) en werd Ad een poosje gevangen gezet en daarna uitgewezen.

Ad week uit naar het buurland Burundi en kwam terecht in de parochie Rumonge, maar de ervaring van de uitzetting had zijn enthousiasme fors getemperd. Les geven in Frans, Swahili of moraal, of contacten leggen met de moslimgemeenschap; het interesseerde hem op dat ogenblik maar weinig. Gelukkig kon hij na 6 maanden weer terug naar Congo. Geleidelijk aan wist Ad zich over de opgelopen psychologische schok heen te zetten, wat hem, volgens zijn regionale overste, lukte door zijn diepgeworteld geloof. Hij werkte enige tijd in de parochies Lulingu, Moyo en Mingana, maar in 1964 begonnen de onlusten opnieuw. De missionarissen konden na verloop van tijd wel terugkeren naar hun pastorieën en kloosters in de centra, maar niet naar de dorpen, want buiten de centra was het vanwege de rebellen niet meer veilig om rond te reizen. Bevoorrading en verplaatsing van personeel kon alleen per vliegtuigje. Ad werd toen gevraagd een handje te helpen op de administratie van de drukkerij van het bisdom in Bukavu.

Van mei 1966 tot februari 1975 was Ad in de parochie Kigulube, bisdom Kasongo. Ter plaatse woonden weinig mensen zodat het voornaamste pastorale werk was dorpen bezoeken, waarvan sommigen in méér dan een jaar geen priester hadden gezien. Er was maar één auto voor de hele communiteit, en die was vaak kapot en onderdelen waren niet altijd te krijgen. Begin 1974 schreef Ad: “Die mooie brousse (rimboe) van Kigulube wordt hoe langer hoe meer brousse ... En de wegen worden er niet beter op”. In februari 1975 verhuisde hij naar Lulingu voor parochiewerk en in februari 1980 werd Ad benoemd tot assistent algemeen econoom van het aartsbisdom Bukavu.

Van 1981 tot 1995 werkte Ad in het Fomulac Katana ziekenhuis van het aartsbisdom, eerst als hulpaalmoezenier en na anderhalf jaar als hoofdaalmoezenier. Het ziekenhuis lag aan het mooie Kivu meer, waar hij dagelijks ging zwemmen. Eind 1993 verslechterde de economische situatie zodat geld niets meer waard was en ruilhandel weer in zwang kwam, maar natuurlijk alleen voor mensen die nog iets te ruilen hadden. De bevolking vermagerde zienderogen, ook het personeel van het ziekenhuis en de zieken zelf, waardoor het genezingsproces werd vertraagd of zelfs verhinderd. Daarom kocht Ad sojakoekjes voor de zieken zodat ze aan konden sterken. Hij schreef: “Ik heb ogenblikken dat ik bijna beschaamd ben om te eten. Tegen zo´n gevoel ga je in, en je eet toch, anders ga je van de kaart. Maar plezierig is het niet”. Het waren moeilijke jaren voor iedereen.

In juli 1995 kwam Ad voorgoed terug en vestigde zich in onze gemeenschap te Vaassen in de Nederlandse provincie, maar zoals hij schreef: “Toch wil ik graag alle banden met de Belgische provincie aanhouden, want daar ken ik de meeste confraters en ben ik ook door hen gekend”. Daarom vroeg hij het blad Nuntiuncula en ander nieuws uit België te blijven ontvangen.
Aan een fluitdeuntje op hoge toon wist je waar in huis Ad zich ergens bevond. Toen Vaassen gesloten werd kwam hij in juli 2002 in Dongen wonen. Hij was erg doof geworden, waardoor hij wat geïsoleerd raakte, maar hij behield zijn goede humeur en zonnige glimlach, en zijn fluitdeuntje bleef altijd wel ergens in huis klinken. Hij zorgde voor de sacristie en voor alles wat nodig was voor de liturgie.

In juni 2006 verhuisde hij naar Heythuysen waar je hem, als het weer het maar enigszins toeliet, lange tijd in het park rond het huis kon zien wandelen, met of zonder rozenkrans. Hij bleef vrolijk en hield wel van een grapje. Voor het verkrijgen van zijn identiteitskaart op het gemeentehuis moesten al zijn vingertoppen gescand worden. Tot verbazing van de ambtenaar vroeg Ad: “Wilt u ook al mijn tenen scannen?” Bij een knipbeurt vroeg de kapper: “Wilt u uw bril afzetten, en wilt u ook uw gehoorapparaat uitdoen”, waarop Ad zei: “Moet ik ook mijn kunstgebit uitdoen?”

Met het ouder worden begon Ad ook steeds meer te lijden aan dementie. Op 1 maart 2018 verliet hij onze gemeenschap in Heythuysen om naar verpleeghuis Hornerheide te gaan waar hij de zorg kon krijgen die hij nodig had. Hij voelde zich daar al snel goed thuis, en hij ontving er bezoek van zijn familie, zijn confraters en de dames van ons coördinatieteam. Daar is hij, in zijn honderdste levensjaar, rustig overleden op 31 oktober 2020.

Het aspect van Jezus wat hij, zijn hele leven overziend, vooral beleefde was:

“Ik had honger, en je hebt mij te eten gegeven,
... ik was ziek, en je hebt mij bezocht, ...”

Mt.25,35-36

Vanwege het coronavirus en de maatregelen om dat virus te bestrijden zullen wij in zeer besloten kring afscheid nemen van pater Ad van de Laak. Dat doen wij op donderdag 5 november 2020 om 14.30 uur, tijdens een Eucharistieviering in de kapel van Huize St. Charles in Heythuysen. Daarna zullen we hem op het kerkhof aldaar ter ruste leggen.

Namens de Familie

Ingrid van Beerschoten
Noordeinde 10
3738 VT Maartensdijk

Namens de Witte Paters

Jozef de Bekker
Op de Bos 2
6093 NC Heythuysen