Homepagina > Nederland > Contactbrieven > Contactbrief 3e editie 2019. (nr. 211)

Contactbrief 3e editie 2019. (nr. 211)

zaterdag 21 december 2019, door Webmaster


.-.-.-.-.-.-.-.-.-.

INHOUDSOPGAVE


EDITORIAAL
Piet van der Pas
*

Paus Franciscus in Afrkia
*

Groei van de Kerk in Afrika
*

Witte Pater kardinaal benoemd
*

Het Westen en de Islam
*

Nieuwjaarsvoornemens ?
*

Voetbal en Religie
*

Goed Nieuws uit Afrika
Marien van den Eijnden
*

OVERLEDENEN
*

HET LAATSTE WOORD
Jozef de Bekker
*

.-.-.-.-.-.-.-.-.-.


Lieve Lezer, in dit nummer besteden we aandacht aan het recente bezoek van de paus aan drie niet direct voor de hand liggende Afrikaanse landen met een minderheid aan christenen. De paus reisde daarheen, niet alleen ter ondersteuning van die minderheden, maar ook ter bevordering van de interreligieuze dialoog met de islam. Naar aanleiding van die reis volgt ook een artikel over de groei van het christendom in Afrika sinds de koloniale tijden daar.

Onze confrater en medebroeder, de Engelsman Michael Fitzgerald, is een prominent deskundige op het gebied van de islam, en daarom besteden wij aandacht aan zijn recente benoeming tot kardinaal. Die mogen we wel zien als een erkenning voor de bijdrage van de WP aan de interreligieuze dialoog en als een grote eer. Dan volgt een artikel over de grote invloed van de islamitische cultuur op onze westerse beschaving, iets waar lang niet iedereen zich van bewust is. Kan dat misschien onze ogen openen? Dan nog een artikel, ook in connectie met de islam, over eventuele Nieuwjaars voornemens en tenslotte wat bespiegelingen over voetbal en religie en wat die twee van elkaar kunnen leren.

Voor mij is dit het laatste nummer als hoofdredacteur. Vanaf sept. 2011 heb ik de nummers 189 t/m 211 verzorgd; alles bij elkaar ruim 8 jaar lang. Ik heb het met plezier gedaan maar draag nu graag het stokje over aan een opvolger. De Contactbrief zal blijven doorgaan, zij het dan misschien in een ietwat andere vorm. Mogen wij u tenslotte nog een Gezegende Kerst toewensen: dat u allen naar aanleiding van Kerstmis de vrede en vreugde van het christen-zijn opnieuw mag beleven en ervaren in een gelukkig 2020.


‘De Kerk stapt uit haar comfortzone en gaat naast de vergeten en gemarginaliseerde mens staan in Mozambique, Madagaskar en Mauritius’. (Het Globale Zuiden [1])

Dat was het beeld dat paus Franciscus opriep tijdens zijn bezoek aan deze en aan andere veelal vergeten kerken in landen waar hij recentelijk nog kardinalen benoemd had. Het was een belangrijk bezoek en wel om diverse redenen. Hij stond er midden in groeiende en enthousiaste christengemeenschappen. Tijdens zijn pausschap is de periferie van de Kerk het centrum geworden. Grote menigten, veelal bestaande uit jongeren, lieten zien dat de as van het katholicisme zich inderdaad aan het verplaatsen is van een Eurocentrische Kerk naar een globale geloofsfamilie met velerlei culturele tradities uit diverse continenten. Het leven en de energie van de jonge Kerk in Sub-Sahara-Afrika staat inderdaad in schril contrast met de grijze en vermoeide christengemeenten in het Westen, waar men juist het meest tegen deze paus mort. Die tot nu toe vergeten, verwaarloosde en veronachtzaamde arme gelovigen, zijn nu de beschermers van deze paus. Franciscus schijnt zich zo te willen vereenzelvigen met het geloofsgevoel (sensus fidei) van de gewone christen.

Tijdens een bezoek aan projecten daar, die zijn opgezet om mensen uit hun armoede te lichten, riep hij uit: “Armoede is dus niet onvermijdelijk! Dit is dus wat er gebeurt wanneer christenen ophouden met praten en iets doen. God heeft de schreeuw van de arme gehoord.” Tijdens zijn bezoek kuste hij niet alleen maar baby’s en sprak niet alleen maar vriendelijke woorden; hij gaf ook gewicht aan zijn pausschap door als eerste paus uit het Globale Zuiden, een van haar meest krachtige voorvechters te worden door de catastrofale gevolgen van ontbossing en klimaatverandering aan te vechten, en te kiezen voor juist de armste gemeenschappen. Zo sprak hij onder andere over duurzame ontwikkeling, waar land eerlijk wordt verdeeld en waar jongeren aan banen worden geholpen.

Dit was een bezoek aan Afrika dat ook veel lessen bevatte voor Europa. Franciscus insisteerde dat religieus geloven niet verbannen kan worden naar de privé sfeer, los van de wereld om zich heen. De Kerk moet haar mouwen opstropen en aan het werk gaan. “Je mag het evangelie niet verdunnen of laten verwateren”.

Franciscus bezocht tot nog toe acht Afrikaanse landen. Tijdens deze laatste reis bood hij lessen en inspiratie aan de hele Kerk en wees naar een heel nieuwe toekomst. Missionarissen uit Europa hebben het zaad van het geloof geplant in Mozambique, Madagaskar en Mauritius. Vandaag zijn dat bloeiende geloofsgemeenschappen die in de voorhoede staan van een zich uitbreidend globaal katholicisme, dat geleid wordt door een evangeliserende en missionerende paus uit een van de oude missiegebieden. En, zoals de inspirerende gebeurtenissen tijdens zijn bezoek en ook zijn moedige keus van nieuwe kardinalen laat zien, is dat duidelijk een doel dat voortgezet gaat worden.


Vroege geschiedenis van het katholicisme in Afrika

Tijdens en na het Europese kolonialisme in de 19de en de 20ste eeuw kende het katholicisme in Afrika een uitermate snelle ontwikkeling, maar haar wortels gaan terug naar de allereerste dagen van het christendom. Het begon namelijk in Noord-Afrika in de eerste eeuw, in de Joodse gemeenschappen van Alexandria, in Egypte. Veel invloedrijke Kerkfiguren en heiligen, zoals Tertulianus en Augustinus, waren Noord-Afrikanen. Maar – na de verovering van Noord-Afrika door de islam tussen 634 en 711 A.D. – groeide de islam sneller dan het christendom en werd het de dominante religie van die regio. Moslim handelslieden brachten in die tijd de islam door de Saharawoestijn naar West Afrika en via de Indische Oceaan naar Oost Afrika.

Het christendom verspreidt zich
Later arriveerden ook katholieke missionarissen aan de westkust, in centraal Afrika, aan de zuid- en oostkust, en verspreidde het christendom zich over het continent. In de 15de en de 16de eeuw won Portugal bekeerlingen in het Centraal Afrikaanse koninkrijk Kongo.

Aan de andere kant van het continent begonnen missionarissen katholieke gemeenschappen te stichten, die uiteindelijk zouden uitgroeien tot de huidige Kerk van Mozambique. In 1640 arriveerden Franse missionarissen in Madagaskar. Met de hulp van vroege bekeerlingen produceerden zij een katholieke catechismus in het Malagasi, een van de inheemse talen van het eiland.

Omdat katholiek Portugal, en later ook Frankrijk, de trans-Atlantische slavenhandel jammer genoeg alsmaar uitbreidden, volgden priesters en ook slavenhandelaren hen al gauw. Afrikaanse katholieken en Europese missionarissen protesteerden hiertegen en ook het Vaticaan veroordeelde slavernij in de jaren 1680. Maar nogal wat bisschoppen en priesters bezaten zelf slaven en, volgens Adrian Hastings [2], bemande het Vaticaan zelf haar eigen schepen met Afrikaanse slaven. De medeplichtigheid van de Kerk nam nog toe in de koloniale tijd toen zij parochies, scholen en ziekenhuizen stichtten in de 19de en de 20ste eeuw, dikwijls onder aanmoediging van de koloniale regeringen.

Hervormingen en het einde van kolonialisme
Katholieke missionarissen gebruikten meestal Europese talen en droegen zo bij tot linguïstische en culturele kolonisatie van het continent. In feite was er nauwe samenwerking tussen kolonisatie en evangelisatie. De Portugezen koloniseerden Mozambique, de Fransen Madagaskar, en Engeland Mauritius.

Maar katholieke missionarissen bekritiseerden ook het kolonialisme: in 1971 bijvoorbeeld, toen Mozambique nog Portugees was, zette de koloniale machthebber de Witte Paters het land uit omdat die het bewind verweten dat zij de missionarissen verhinderden om de Mozambikanen echt van dienst te zijn. Ook elders in het werelddeel, vooral in de jaren 1950 tot 1980, schaarden veel missionarissen zich achter de opkomende etnische en nationale bewegingen. Vanwege hun internationale samenstelling werden de Witte Paters dan ook nauwelijks gezien als aanhangers van een specifieke koloniale mogendheid.

Op den duur bleek het resultaat van de door katholieken ondersteunde onafhankelijkheidsbewegingen gemengd. In het blanke Rhodesië, wat later Zimbabwe zou worden, steunden de bisschoppen tussen 1960 en 1980 bijvoorbeeld de weerstand tegen het blanke regiem, maar brachten daarmee zonder het te beseffen de onlangs overleden dictator Robert Mugabe aan het bewind. In 1994 hielpen daarentegen katholieken de onderdrukker Hastings Banda van Malawi ten val te brengen en een meerpartijendemocratie in te voeren.

Opkomst van pinksterbewegingen en de islam
In de ogen van veel Afrikanen heeft de katholieke Kerk, vanwege haar steun aan de onafhankelijkheidsbewegingen, afstand genomen van haar koloniale verleden en is zij een instelling geworden die vereenzelvigd wordt met sociaal-politieke hervorming, opvoeding en gezondheidszorg. Dat verklaart voor een deel haar aanzienlijke groei in een aantal landen. In Mozambique is ruim 30% van de bevolking katholiek, in Mauritius 27% en in Madagaskar 21%.
Maar de Kerk staat voor nieuwe uitdagingen. In 1970 bevatte de pinsterbeweging minder dan 5% van alle Afrikanen. Nu staat ze op 12%, een belangrijke verschuiving. In Mozambique alleen zijn zij de tweede grootste christengemeenschap.

De Islam groeit in Afrika sneller dan het christendom. In 2050 verwacht de islam te groeien van 30% naar 35% van Afrikaanse bevolking. Het bezoek van paus Franciscus wijst op een strategisch geplande aandacht voor het continent en wel om goede redenen.


Michael L. Fitzgerald (82) trad op jonge leeftijd in bij de Witte Paters, deed een deel van zijn theologiestudies in Tunesië en leerde daar Arabisch. Als prominent deskundige op het gebied van de islam werd hij al op 35-jarige leeftijd adviseur voor de Pauselijke Raad voor de interreligieuze dialoog in het Vaticaan en als islamkenner was hij al gauw een van de belangrijkste contactpersonen van het Vaticaan met de islamitische wereld. Van 2002 tot 2006 was hij dan ook voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog.

In de herfst van 2006 hield Paus Benedictus zijn “Regensburger Rede”, die de verhoudingen met de moslims op scherp zette. Fitzgerald moest daarop de plooien glad strijken. In 2012 ging hij met pensioen. Nu is hij op 82-jarige leeftijd door paus Franciscus alsnog tot kardinaal verheven.

Een eerdere verheffing tot kardinaal liep hij mis, omdat hij in 2003 deel nam aan een herdenking voor de Jezuïet Jacques Dupuis (1923-2004), die kort daarvoor door de Prefect van de Congregatie voor het Geloof, Joseph Ratzinger, gekapitteld was. In een ongewoon personeelsbesluit benoemde Ratzinger, ondertussen paus geworden, hem in 2006 onverwacht tot ambassadeur in Caïro en tot afgezant bij de Arabische Liga, en benoemde geen opvolger voor islam-kenner Fitzgerald. Volgens sommigen was dat een teken dat de paus van die raad af wilde. Benedictus stond namelijk niet bekend als voorstander van interreligieuze dialogen met ‘syncretistische trekjes’. Maar afschaffing van deze instelling lag en ligt gevoelig in tijden waarin de roep om dialoog met de islam luid blijft klinken. Het heenzenden van de zachte, dialoog-minnende Fitzgerald zonder kardinaalshoed, leek toen haast een statement. De huidige benoeming komt over als een eerherstel en lijkt opeens betekenisvol, nu de paus Michael Fitzgerald samen met nog twee andere prelaten uit Moslimsteden, te weten Rabat in Marokko en Jakarta in Indonesië, tot kardinaal heeft benoemd.

Paus Franciscus liet op 1 september 2019 bekend maken dat Fitzgerald tijdens het consistorie van 5 oktober 2019 kardinaal gecreëerd zou worden. Wij, Witte Paters, zijn uiteraard blij met de benoeming van een confrater op die hoge post en zien het als een erkenning van het charisma en de specialisatie van onze Sociëteit wat betreft onze relaties met de moslimwereld.



Lang niet iedereen in Europa is zich bewust
van de eeuwenlange invloed van de islam
op de westerse beschaving.

‘Algebra, alchemie, artisjok, alcohol, abrikoos…’, dat zijn allemaal Arabische woorden die tijdens de kruistochten naar het Westen kwamen. De Arabieren zijn van veel betekenis geweest voor het westen: van de geneeskunde tot de filosofie hebben ze hun diepe sporen nagelaten. De reden voor de culturele en wetenschappelijke bloei van de islam lag in hun grote expansiedrift. Het Arabische rijk dijde snel uit en was zelf ook zeer ontvankelijk voor nieuwe inzichten en kennis. Zo kwamen de Arabieren eerst in aanraking met de Perzische en Syrische wetenschap, waarvan ze wiskunde, sterrenkunde en geneeskunde leerden. Later kwam ook de kennis van de Grieken.’

Beeldhouwwerk van 9de-eeuwse Perzische geleerde Al-Khwarizmi in Khiva, Oezbekistan.

Beeldhouwwerk van 9de-eewse Perzische geleerde Al-Khwarizmi
in Khiva, Oezbekistan.

Heel fundamenteel voor ons waren bijvoorbeeld de Indo-Arabische cijfers van 1 tot 9, die in die periode de Romeinse cijfers zijn gaan vervangen en die onze capaciteit tot wetenschap en handel danig hebben gerevolutioneerd. Dit gebeurde toen de Latijnse wereld de 9de-eeuwse Perzische geleerde Al-Khwarizmi ‘ontdekte’. Het woord ‘algoritme’ komt van zijn naam, de term ‘algebra’ is voor het eerst te vinden in een van zijn werken en hij wordt ook wel de grootvader van de computer genoemd.

Portret van Ibn Sina (Avicenna) op een zilveren vaas uit het Museum te BuAli Sina in Iran.

Portret van Ibn Sina (Avicenna) op een zilveren vaas uit het Museum te BuAli Sina in Iran.

Veel wetenschappelijke ideeën en luxe goederen kwamen naar het westen via de Moorse heersers van Spanje in de 11de eeuw. In de eeuw daarna gingen geleerden – dikwijls in samenwerking met Arabisch sprekende Joden - zich bewust worden van de intellectuele erfenis van de Islamitische cultuur die bewaard was gebleven in de bibliotheken van Toledo. Die cultuur was niet gericht op de Islam, maar op filosofie en wetenschap waar veel grote Islamitische denkers zich mee bezig hielden. Een van hen was Ibn Sina, een Perzische geneesheer met een zeer uitgebreide algemene ontwikkeling, die praktische medische kennis combineerde met een filosofische synthese van de sleutel-ideeën van zowel Plato als Aristoteles. Deze Ibn Sina, in het Westen beter bekend als Avicenna, was een Perzische moslim die beschouwd wordt als een van meest belangrijke geneesheren, astronomen, denkers en schrijvers van de Islamitische Gouden Eeuw (circa 750 tot 1258) en vader van de moderne geneeskunde.

Een andere geneesheer en geleerde was Ibn Rushd uit Andalusië. Zijn kritiek op de manier waarop Ibn Sina Aristoteles interpreteerde zou een voorname invloed hebben op de Italiaanse theoloog en filosoof Thomas van Aquino. Thomas was ook veel verschuldigd aan een landgenoot van Ibn Rushd, de Joodse denker Moses Maimonides. Ook de Italiaanse schrijver Dante Alighieri heeft hoogstwaarschijnlijk veel Islamitische invloeden ondergaan. Zijn voornaamste werk is bekend onder de naam ‘La divina commedia’ (vertaling: De goddelijke komedie). Dat boek volgde die traditie. Dante heeft de moslimleer wel bekritiseerd, maar was zich zeer zeker bewust van haar grote invloed op de westerse beschaving.

Zo blijkt dat beschaving steeds opnieuw uitgevonden wordt en dat we veel aan elkaar te danken hebben. Toch is beschaving in de ogen van veel westerlingen iets ‘westers’ en al eeuwen gevormd, maar zij vergeten daarbij dat deze tot stand kwam en nog steeds tot stand komt door een wijd assortiment van politieke, literaire, godsdienstige en intellectuele invloeden van buitenaf, ook uit de Arabische cultuur en de Islam, en die blijven allemaal onze aandacht verdienen.


Nu we het toch over de Islam hebben…

Er is een Amerikaanse nieuwssite die met de statistiek kwam, dat van al onze voornemens en goede bedoelingen voor het Nieuwe Jaar rond februari niet meer dan 20% over is! Daarnaast is er een andere studie door het Amerikaanse Pew Research Center, gedaan in 39 verschillende landen, die stelt dat een gemiddelde van 93% van alle moslims vast tijdens de Ramadan. Het is mij niet bekend of er ook statistieken zijn van het percentage katholieken die de Vasten observeren (in Afrika zijn er dat nogal wat), of het nu gaat over formele ‘vereisten’ van de Kerk of meer persoonlijke intenties (zoals ‘dingen die je opgeeft’ in de Vasten).

Drie en negentig procent! Dat is wel een héél hoog gemiddelde, terwijl de Ramadan de moslimgelovigen bovendien veel strengere eisen oplegt dan onze Vasten dat doet.

De islam vereist niet dat kinderen vóór de puberteit eraan meedoen, maar op plaatsen waar de identiteit van de islam bedreigd wordt, is er begrijpelijkerwijs wel een tendens om de leeftijd naar beneden te brengen. Ook andere groeperingen zijn ervan uitgezonderd, zoals zwangere, zogende en menstruerende vrouwen, alsook zieken en mensen die op reis zijn. De Ramadan is trouwens méér dan alleen maar vasten; verdere verplichtingen bestaan uit extra gebed en daden van naastenliefde.

We kunnen onszelf dan ook afvragen waarom wij christenen zo veel ‘slordiger’ omgaan met onze Vasten. Een reden zou kunnen zijn dat wij christenen, anders dan Joden en Moslims, op ‘aanraden’ trouwens van Paulus, toch op een veel vrijere manier met ‘de wet’ omgaan. Op mijn vraag naar de diepere reden waarom hij vastte, antwoordde een moslim vriend van mij eens eenvoudigweg door te zeggen: ‘Omdat het de wet is’. Wij christenen geloven dat je je heil niet kan verdienen alleen maar door de wet te onderhouden of door onze goede daden, maar vooral door de liefde en de compassie van Christus.

Net zo belangrijk is dat de Ramadan ook een sociaal ritueel is, terwijl onze Vasten veelal een privé aangelegenheid is. Zo heb ik bv. geen idee wat de specifieke bedoelingen zijn van mijn mede-katholieken tijdens de vastentijd, als zij die überhaupt al hebben, en evenmin of zij zich er aan houden. Aan hen heb ik dus geen steun en ik kan hen ook nauwelijks bemoedigen. Moslims daarentegen, komen na een lange vastendag, na het avondgebed samen voor de moslimmaaltijd, de Iftar, die zij zelf typeren als: "Gezellig samen zijn, samen eten, geen stempels, alleen saamhorigheid."

Het is net of er in ons eigentijdse christenzijn iets is dat verschillende aspecten van ons geestelijk leven zó privé maakt, dat het bijna geheim is. Is er een reden waarom wij onze spiritualiteit samen op één hoop hebben gegooid met seks, geestelijke gezondheid of criminaliteit, en er iets van gemaakt hebben waar we liever niet over praten? Een vreemd mengsel van schaamte en individualisme? Is dat altijd al zo geweest? Bij de Pinksterbewegingen is dat in ieder geval een stuk minder. En het feit dat onze moeder de Kerk, boetevieringen en de algemene biecht indertijd niet goed heeft willen keuren, helpt daar ook niet erg bij.


Er zijn in onze tijd weinig gebeurtenissen die globaal zo veel aandacht trekken als voetbal. Ook in het voetbalgekke Afrika zijn specialisten en fans aan radio of tv gekluisterd wanneer nationale, Engelse of Spaanse competitiewedstrijden worden gespeeld, om maar niet te spreken van de Afrika Cup of de Wereldkampioenschappen. Ze kennen de namen van alle spelers – ook die van Nederlanders – en ze bekijken, bediscuteren en analyseren alle wedstrijden.

Ghana’s goalkeepers Stephen Adams (L) en Fatawu Dauda, bidden vóór een wedstrijd van de Wereldkampioenschappen van 2014

Ghana’s goalkeepers Stephen Adams (L) en Fatawu Dauda, bidden vóór een wedstrijd van de Wereldkampioenschappen van 2014

De opwinding en de euforie rond voetbal gaat echter gepaard met een unieke uitdaging aan het adres van de diverse godsdiensten van het continent. Hoe dat zit? Lees gauw verder.

De Afrikaan is van nature een vroom en devoot iemand. Daarom geloven sommige onderzoekers dat de toekomst van godsdienst en het christendom in Afrika ligt. Vandaar ook de reizen van de paus naar dat continent. In 2060, zo zeggen die onderzoekers, zullen 4 van de 10 christenen in sub-Sahara Afrika wonen. Tegen die tijd zal ook een groeiend aantal moslims zich daar bevinden; die zullen dan met 11% gegroeid zijn. Godsdienst zal dus steeds meer kleur geven aan de Afrikaanse wereld. En omdat de Afrikaan over het algemeen niet graag luistert naar politici – die ze te gereserveerd en te afstandelijk vinden – geeft hij liever gehoor aan religieuze en traditionele leiders, omdat hij gelooft dat die de menselijke vertegenwoordigers zijn van het goddelijke en van het domein van de waarheid. Daarom hecht de Afrikaan zo veel belang aan godsdienst.

Voetbal, dat mensen van diverse achtergronden verenigt, wordt soms ‘een Afrikaanse godsdienst’ genoemd. Voetbal vraagt – net als godsdienst – om aandacht en toewijding en brengt mensen in extase. Het stelt Afrika als het ware voor een godsdienstig dilemma en juist dat maakt sommige religieuze leiders nerveus.

Godsdienst en sport dienen verschillende doelen. Godsdienst moet de mens geestelijk welzijn bieden, terwijl sport esthetische oogmerken heeft en ontspanning brengt. Maar zij delen ook hetzelfde publiek, dezelfde toeschouwers, die – al dan niet – de deugden in zich dragen van bv. eerlijkheid, discipline en toewijding, deugden die allemaal ingezet kunnen worden om uitdagingen van de Afrikaanse wereld het hoofd te bieden.

Een godsdienstig dilemma
Er zijn echter mensen uit het Afrikaanse godsdienstige milieu die met verachting en afkering op voetbal neerkijken en een van de punten waarover zij bezorgd zijn, is dat het Afrikaanse voetbal dikwijls hekserij aantrekt. Individuele spelers maar ook nationale elftallen laten zich nogal eens in met deze ‘traditionele godsdienst-technieken’, die bekend staat als ‘juju’ of magie, om spelers vóór de wedstrijd te bezielen met een mentale kracht en hen te beschermen tegen de concurrerende geest van hun tegenstanders, en – nog belangrijker – om de uitslag te beïnvloeden. Het verbaast daarom niet dat sommige godsdienstige leiders daar problemen mee hebben, omdat ze zien dat spelers het bovennatuurlijke als een soort shortcut zien, en geen hard werk en discipline willen aanwenden zoals aangeprezen in Bijbel en Koran. Ook, zeggen ze, dreigt voor sommige gelovigen voetbal een godsdienst te worden als een op zichzelf staand gegeven. Het vraagt volgens hen om buitensporige trouw en emotionele toewijding: “Ik sla liever de wekelijkse kerkdienst over dan dat ik een wedstrijd van mijn voetbalclub moet missen”, zo zei een fanatieke fan.

Ook het gebruik door de media van hyperbolen uit de godsdienstige sfeer om sportsterren voor te stellen, draagt bij aan dit negatieve beeld van sport. Zo wordt Lionel Messi bijvoorbeeld de ‘Messias’ genoemd en wordt Cristiano Ronaldo betiteld als ‘een god’, zoals ook de spelers van Ajax ooit als ‘godenzonen’ zijn neergezet. Dit sentiment is natuurlijk niet helemaal ongegrond als je bedenkt wat de algemene achtergrond is van sport. De Olympische Spelen bijvoorbeeld begonnen in de tempel van Olympia. De oude Grieken boden bij die gelegenheid offers aan Zeus, de oppergod die heerste vanaf de berg Olympus, en legden een eed voor hem af. Het zal daarom nauwelijks verbazen dat sommige religieuze leiders, vanwege die enthousiaste verafgoding van hedendaagse sterren, zich keren tegen de impact van voetbal.

Een politieke ruimte
Ondanks dat alles staat het vast dat sport een belangrijke dimensie toevoegt aan het leven van miljoenen Afrikanen. Afgezien van het vermaak, zorgt het voor een identiteit en een saamhorigheidsgevoel. Het biedt hen plezier en een unieke sensatie van extase (afhankelijk van de uitslag natuurlijk). In Afrika is voetbal ook een soort loutering: het leidt namelijk de aandacht af van problemen waarop de doorsnee Afrikaan zelf geen vat heeft. Voetbal is één van die zeldzame plekken waar een Afrikaans kind helden van internationale allure kan vinden en imiteren. Samuel Eto’o, Didier Drogba, Mohammed Salah, om er maar een paar te noemen, zijn individuen die de Afrikaanse jeugd redenen verschaffen om hoger op te willen.

En ten slotte is in veel landen voetbal het enige platform waarop Afrikanen vrijelijk hun mening kunnen uiten zonder bang te hoeven zijn voor vergelding. Ze kunnen Arsène Wenger fel bekritiseren, José Mourinho uitschelden en Pep Guardiola tot de grond toe afbreken, en vervolgens naar huis gaan zonder bang te hoeven zijn dat veiligheidstroepen hen ‘s nachts van hun bed lichten omdat ze die voetbaltrainers onder vuur namen.

Gedeeld terrein
Afrika is diep verdeeld langs ideologische, etnische en territoriale lijnen. Godsdienst en voetbal kunnen zowel leiden tot unanimiteit als tot conflict, afhankelijk van de manier waarop ze worden aangewend. Zij hebben beiden de unieke capaciteit territoriale grenzen te overschrijden en mensen van divers cultureel, politiek en ideologisch pluimage samen te binden ofwel tot vijanden te maken.

Er zijn nog andere manieren waarop de twee elkaar kunnen aanvullen. In de Afrikaanse cultuur wordt een individu nauwelijks als individu erkend. Om dan toch iets te betekenen in de maatschappij en erkend te worden, moeten individuen zich ingevoegd weten in een grootfamilie om zo een etnische identiteit te bezitten. In voetbal gaat het om balans tussen teamwerk en individuele creativiteit, terwijl het in godsdienst gaat om dienstbaar zijn aan de medemens en individuele verantwoordelijkheid voor God. Beide benaderingen kunnen de Afrikaanse mens helpen ruimte voor zichzelf te creëren en zijn talenten te ontdekken.

Godsdienst kan de voetbalsport, net als andere sociale activiteiten, helpen tijdelijke sensaties te overstijgen en materieel succes te vertalen naar iets wat een meer duurzame voldoening biedt. Dat alles suggereert dat de religieuze leider en de gewone gelovige zich niet bedreigd hoeven te voelen door deze prachtige sport. In plaats van de sport van een afstandje te bekritiseren zouden godsdienst en sport de ruimte moeten vinden hun overlappende waarden samen te voegen ten dienste van de maatschappij. Er is aan beide zijden een aantal goede eigenschappen die zij toe zouden kunnen passen op de manier waarop zij hun leven beleven. De Afrikaan zou dan succes leren herzien, niet door de lens van magie die shortcuts en bedotterij toestaat, maar door discipline, hard werk en uithoudingsvermogen dat door de sport wordt gepromoot en dat de godsdienst ook voorstaat.
Naar een artikel van Mohamed Girma


* Eerste smartphone uit Afrika: ‘Made in Ruanda’

De president van Rwanda, Paul Kagame, opende begin oktober in de hoofdstad Kigali de fabriek van Mara Phones met tweehonderd werknemers. Het is de eerste stap naar zijn droom om van Rwanda een hightech industrieel land te maken. Er worden in diverse Afrikaanse landen wel telefoons geassembleerd, maar een eigen Afrikaanse smartphone ontwikkelen en produceren was er tot nu toe niet bij. Het moederbedrijf, de Mara Group, zetelt in Dubai, maar de smartphone-dochter is Afrikaans.

Mara verwacht dat door de economische vrijhandelszone tussen 52 verschillende landen de handel enorm zal toenemen en dus ook de verkoop van telefoons. Groeipotentieel is er ook in het aantal telefoongebruikers. In Afrika wordt namelijk steeds meer betaald per smartphone. Het internetgebruik op het continent loopt vooral via mobiele apparaten. In Rwanda heeft momenteel circa 15 procent van de bevolking een smartphone.

De fabriek in Kigali kan iets meer dan vierhonderdduizend smartphones per jaar produceren. Bedoeling is door te groeien naar meer dan twee miljoen per jaar. Mara opent dit jaar nog een nieuwe fabriek in Zuid-Afrika.
Bron: Trouw, 11/10/2019

* Kameroen: Jongeren springen in bij wegenonderhoud
Ze wachtten al jaren, en er kwam maar geen hulp van de regering. Jongeren riepen toen via luidsprekers hun leeftijdsgenoten op mee te doen aan wegenonderhoud en er kwamen er honderden opdagen. Ernest Koumba, een van de leiders zei: "Vóórdat we vragen wat het land voor ons doet, moeten wij laten zien wat wij doen voor het land". In groepjes begonnen zij te werken met versleten hakken, scheppen en spaden. Bewoners zagen het effect en noemden hen "Bulldozer-mensen". Over 80 km groeven zij waterafvoerkanalen, vulden gaten, en maakten de zwaar bemodderde weg weer gelijk, elke woensdag en zaterdag. Jongens deden het zware werk, de meisjes kookten en gingen dingen halen, kinderen sjouwden drinkwater aan en brachten het rond.
Bron DW

* Kenia: Studenten winnen een miljoen dollar voor nieuwe app
Zij ontwikkelden het Magisch Buskaartje, een mobiele telefoon app, en werden daarmee eerste van 6 finalisten. Zij ontvingen daarvoor een bedrag van 1 miljoen dollar uit het Bill Clinton Fonds. Met die app kan men nu in Kenia digitaal buskaartjes boeken en betalen, zowel vooraf als in de bus zelf.

Er waren meer dan 25.000 deelnemers aan de wedstrijd. Het team van de winnende Technische Hoge School bestond uit Sonia Kabra, Leslie Ossete, en Iman Cooper. De app werkt via een korte code (USSD) en biedt een menu met instructies. Reizigers kiezen hun route, opstap en uitstappunt, bekijken de selectie van mogelijke bussen en de geschatte reistijd. Na de bus van hun voorkeur gekozen te hebben, betaalt men en gaat men naar de bushalte vóór de aankomsttijd. Reizigers kunnen ook de positie van de bus op de app nagaan.
Daily Nation

* Tanzania: Drones in Gezondheidszorg

Al vanaf begin 2017 worden bloed en andere medische benodigdheden per drone verstuurd naar meer dan 100 gezondheidscentra in de regio Dodoma, op en neer een radius van 75 km. De gebruikte drones kunnen op hun accu 290 km ver vliegen. Men begon destijds met 10 drones en werkte aan een plan om het project over het hele land uit te rollen. Elke drone kan 1 kg binnen 19 minuten afleveren, terwijl het met wegtransport bijna 2 uur duurt. Bovendien bespaart het gebruik van drones jaarlijks US $ 58,000 en is daarmee veel goedkoper dan auto of motor. De drones volgen een geprogrammeerde route met gebruik van GPS gegevens.
The Citizen


[pep.nld.adm.ass@mafr.org]



Het einde van 2019 is in zicht en nodigt ons uit om terug te kijken en om vooruit te kijken. Terugkijkend zie ik een paar punten/gebeurtenissen die in het jaar 2019 centraal hebben gestaan in het leven van Afrika, in het leven van Nederland, in het leven van de Kerk of in het leven van de Witte Paters.

Het werelddeel Afrika heeft al jarenlang te maken met armoede, oorlog, vluchtelingen, kinderarbeid, onveiligheid. In het afgelopen jaar kwamen er enkele verbeteringen tot stand (b.v. de wapenstilstand in Soedan) maar ook werd de situatie soms slechter (b.v. de veiligheid in de Sahel landen). Wat er in Afrika gebeurt blijft onze aandacht houden, en daar zijn we ook bezorgd over.

In Nederland is er veel aandacht en energie besteed aan problemen rondom CO2 uitstoot en stikstof, rondom klimaat, rondom onderwijs en zorg, rondom IS strijders en hun kinderen. Boeren en bouwers gingen naar Den Haag. Het zijn hete hangijzers die duiden op bijzondere gebeurtenissen en situaties. Op een of andere manier zijn we er allemaal door wakker geschud. Ook hier blijven we bezorgd over de aandachtspunten binnen onze Nederlandse samenleving.

Zoals elk jaar vierde de Kerk in de maand oktober de Maand van de Missie, met Missiezondag als centrale dag van die maand. Paus Franciscus maakte er dit jaar een ‘’Bijzondere Missie Maand’’ van. Hij vestigde onze aandacht op de rol en de verantwoordelijkheid van elke gedoopte om getuige te zijn van Gods Liefde voor de mensen. In een gebed dat hij maakte voor deze Bijzondere Missie Maand, vraagt hij om kracht zodat we de reddende liefde van Jezus tastbaar kunnen maken voor alle mensen. En tijdens zijn bezoek aan Thailand zei hij: een missionaris is op zoek naar een onbekend familielid. Hij interpreteerde zo het feit dat we allemaal kinderen zijn van dezelfde Vader. Deze woorden van Paus Franciscus hebben de missionaire ijver en gedrevenheid in gedoopten wakker geschud. We blijven bezorgd over vraagstukken die in verband staan met geluk, eenheid en saamhorigheid in de hele wereld.

Ook onze Sociëteit van Missionarissen van Afrika kende gebeurtenissen en ogenblikken van bijzondere betekenis. Als u dit leest, hebben we het Jubileumjaar van ons 150 jaar bestaan officieel afgesloten. Dat gebeurde op 8 december (feest van Maria Onbevlekt Ontvangen) in Namugongo, in Uganda. Namugongo is de plek waar het merendeel van de Martelaren van Uganda in 1886 op de brandstapel de marteldood stierf. Deze feestelijke afsluiting van het jubileumjaar werd voorafgegaan door een andere speciale gebeurtenis. De ‘’Plenaire Raad’’ van de Sociëteit kwam bijeen in Kampala, Uganda. De Plenaire Raad is een bijeenkomst van het Algemeen Bestuur en van alle Provinciaals van de Sociëteit. Samen met enkele secretarissen en vertalers waren ze ruim 2 weken bij elkaar, om een soort balans op te maken van de 3 jaren die verlopen zijn sinds het kapittel van 2016 en vooruit te kijken naar de komende 3 jaar. Een bijeenkomst dus die ons helpt om wakker en attent te blijven, om zo onze Missie te blijven beleven.

Missionaris zijn is je leven grondvesten op hoop, moed, doorzettingsvermogen en vertrouwen. Missionaris zijn vraagt waakzaamheid om de tekenen van de tijd te zien en hun betekenis te ontdekken. Namens alle Witte Paters van en in Nederland wens ik u een Zalig Kerstfeest en een Zalig Nieuwjaar. Mogen de bovengenoemde eigenschappen u vergezellen in het komende jaar. Mag het jaar 2020 een jaar worden waarin we naar de ander op zoek zullen gaan, voor de ander zullen zorgen en van de ander zullen leren.


[1Het Globale Zuiden is een term die de Wereldbank gebruikt om Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen aan te duiden om de socio-economische verdeling van de wereld te beschrijven met een rijk "Globaal Noorden" en een arm "Globaal Zuiden"

[2The Church in Africa, 1450-1950, Adrian Hastings. A Clarendon Press Association.