Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2014. > Broeder Albert van der Pol overleden.

Broeder Albert van der Pol overleden.

zondag 28 december 2014, door Webmaster



Broeder Albert van der Pol.

In medeleven en dankbare herinnering,

delen wij U mede dat

Albert (Albertus Hendrikusa)
van der Pol,
(Broeder Lambertus)

_
Missionaris van Afrika
- Witte Broeder,

op zaterdag 27 december 2014 is overleden.


Albert werd geboren op 7 september 1925 te St.Michielsgestel. Om missionaris te worden volgde hij de opleiding in onze vormingshuizen van St. Charles in Boxtel, en ´s-Heerenberg, waar hij zich op 17 september 1948 door een missionariseed verbond aan onze Sociëteit.
Hij had een goed en prettig karakter, en een talent om relaties op te bouwen en te onderhouden; hij onthield persoonlijke details. Hij had een gezond oordeel en grote mensenkennis. Hij had ook een talent voor huiselijkheid, grote zorg voor orde en netheid met oog voor inrichting en economisch met dingen omgaan. Met zijn ene goede oog zag hij meer dan velen met twee, figuurlijk en letterlijk. Wanneer hij problemen zag bracht hij die ter sprake bij de betreffende zelf of ging er achteraan tot ze opgelost waren.
Zijn gezondheid was niet zo goed; aanvankelijk had hij last van zijn maag en rug, en om die reden raadde de specialist in 1947 de tropen af; later kreeg hij ook last van zijn hart.

Na zijn eed in 1948 werd hij benoemd voor ons klein seminarie te Sterksel voor het binnenwerk in het hele gebouw. Dat deed hij tot grote tevredenheid van allen, steeds bereid een dienst te verlenen. In 1951 ging hij naar onze prokuur in Rotterdam, aanvankelijk voor het binnenwerk en receptie, en vanaf 1955 voor de propaganda, wat zijn levenswerk zou worden. Hij bleek een uitstekend organisator; in 1960 hij had ruim 600 vrijwilligers, die hij allen eenmaal per jaar bezocht (die van Groningen en Friesland om de 2 jaar). Hij zei: “Het was een leuke tijd omdat ik veel logeerde bij gezinnen thuis”. Elke 2 maanden publiceerde hij voor hen het contactblad “Missiepost”. Tweemaal per jaar werd de inhoud van de missiebusjes geïnd, begin juni en begin december.

In 1962 bracht hij een werkbezoek aan Oeganda, het bisdom Goma in Kongo, en ook ging hij naar Tanzania. Hij zag er vele confraters aan het werk, en bezocht vele door hen opgerichte scholen, ziekenhuizen en kerkgebouwen. Het viel hem op dat er overal zo hard gewerkt werd. Waar hij nog het meest van genoot was dat hij met een Canadese medebroeder op werksafari geweest was. Tijdens die safari heeft hij met een Tanzaniaans gezin samen gegeten. Hij schreef op 18.8.1962: “Het waren de mooiste dagen van mijn verblijf in Afrika”.

In 1970 werden de prokuur voor het Zuiden, gevestigd in Sterksel, met die voor het Noorden, gevestigd in Rotterdam, samengevoegd te St.Charles in Esch bij Boxtel, en Albert verhuisde daarheen. In 1972 werd de prokuur overgeplaatst naar Hoogland. Dat gebouw zou ook plaats gaan bieden aan een aantal oudere medebroeders. Het had enige maanden leeggestaan, had de nodige reparaties nodig, en moest opnieuw ingericht worden. Albert zorgde daarvoor, en met behulp van zijn talrijke vrienden en kennissen slaagde hij daar zeer goed in. Het was steeds een verrassing hoe hij bij zulke gelegenheden aan zeer mooi meubilair kon komen. Albert werd de overste van die gemeenschap, tot ieders tevredenheid.
In 1974 maakte hij een werkbezoek van 2 maanden in West Afrika, vergelijkbaar met dat van 1962. In 1975 verhuisde hij voor de propaganda naar Rotterdam, omdat zijn werk vooral lag in de provincies Noord- en Zuid-Holland. De administratie bleef in Hoogland en werd verzorgd door Gerard Kapteijns en Leo Kurstjens.
In 1977 werd Albert gevraagd om in Nijmegen een nieuwe gemeenschap te helpen oprichten. Vanuit een tijdelijke woning vonden zij een passend huis; het nam wel 2 maanden om het leefbaar en geschikt te maken voor de doelstelling, en er het benodigde meubilair voor te vinden. Voor dat werk was Albert weer verantwoordelijk, en tussen de bedrijven door voerde hij propaganda in dat deel van het land. Op 15-8-1978 kon hij naar Santpoort verhuizen om van daar uit propaganda te voeren. Op 21-3-1979 verplaatste hij zijn hoofdkwartier weer naar Rotterdam, en werd er 1-10-1981 overste van de gemeenschap en van de propaganda.

In de loop der jaren heeft hij ontelbare contacten onderhouden, velerlei aktiviteiten ontplooid, en allerlei akties gevoerd, samen met honderden vrijwilligers. Hij lanceerde hun maandblad “Missiepost” 1955-1989; hield zich bezig met missiebusjes, missiekalenders, missie rozenkransen (5 kleuren voor de 5 kontinenten), steunkaarten; voerde actie met zilveren lepeltjes met de afbeelding van Kardinaal Lavigerie, WP bierglazen, speldjes met een serie van 6 verschillende dieren uit Afrika; hij was betrokken bij het organiseren van filmavonden, lezingen met dia´s, met een stand deelnemen aan tentoonstellingen; hij zocht advertenties voor onze Afrika bureau agenda. En nog veel meer. Zo wist hij velen voor Afrika te interesseren, en velen zetten er zich voor in als vrijwilliger of als Witte Pater zoals hij.
In 1971 richtte hij een club op van oud-vrijwilligers, WP-71 genaamd. Zij hielden graag kontakt onder elkaar, bleven geïnteresseerd in Afrika en ons werk daar, steunden het financieel, en organiseerden jarenlang eenmaal per jaar een uitje voor bejaarde medebroeders.

Een provinciaal overste beschreef hem: “Naast de man van de MIVA, de missiekalender, de zelatrices en zelateurs, de missiebusjes, de steunkaarten; naast de trouwe bezoeker van tallozen; is hij ook lid van onze Provinciale Raad, medeoprichter van Hoogland, Nijmegen en Breda. Meestal wacht hij niet tot je een beroep op hem doet, want hij is er al!”
Hij had ook de gave om sfeer te scheppen. Ik herinner me nog de Kerstdagen, met het kerstconcert op TV, dan kwam hij met gebraden kippenlevertjes rond. Heerlijk. Dat was een traditie, en iedereen genoot ervan.

In april 1992 verhuisde hij naar Boxtel en werd ekonoom van het provinciale huis; van daaruit ging hij door met zijn propaganda aktiviteiten. In september 1995 verhuisde hij naar Heythuysen. De eerste jaren daar verrichtte hij nog allerlei hand- en spandiensten voor de propaganda. In 2001 ontving hij de Onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

“Laten we ... gaan naar de dorpen in de omtrek,
opdat ik ook daar kan prediken.”

Mk.1,38

De uitvaart van Albert zal plaatsvinden op zaterdag 3 januari 2015 om 14:30 uur in de kapel van de Witte Paters, Op de Bos 2, 6093 NC te Heythuysen.

Namens de Familie
Mevr. Maas van de Pol
Woudseweg 51
5275 JJ Den Dungen

Namens de Witte Paters
Pater W. Wouters
Modestusstraat 20
5101 BP Dongen