Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2011. > Zuster Oda Hesselman overleden.

Zuster Oda Hesselman overleden.

maandag 21 maart 2011, door Webmaster

IN MEMORIAM

Oda Hesselman
( zr. Boniface )

Geboren in Rijssen (Ov).:
15 december 1912

Eerste professie: 1 mei 1944.

Overleden: 14 maart 2011

_


Op 17 maart 2011 werd zr. Oda begraven op het kerkhof Munsel te Boxtel, waar zij rust in de nabijheid van haar medezusters.
Tijdens de eucharistieviering ten afscheid in de St. Petruskerk van de Verrijzenis parochie te Boxtel, memoreerde zr. Jeanne Simons Oda’s missieleven als volgt.

Wij zijn hier samengekomen om afscheid te nemen van zuster Oda Hesselman die na vele jaren genietend van de rust in Woonzorgcentrum Mariëngaerde te Warmond, langzaam en vredig, voorzien van het sacrament van de zieken, op 98 jarige leeftijd van ons is heengegaan.

Oda werd geboren op 15 december 1912 te Rijssen in Overijssel en groeide op in een gezin met 13 kinderen, 5 broers en 7 zussen.
Als jong meisje voelde zij zich geroepen om als religieuze missionaris naar Afrika te vertrekken, maar het zou 10 jaar duren voordat voor haar deze droom in vervulling kon gaan.

Haar vader was smid en moest hard werken om de kost te verdienen voor zijn grote gezin. Oda hielp waar zij kon om haar broers en zusjes de kans te geven te kunnen studeren en een goede toekomst op te bouwen.

Zij hielp 5 jaar in het gezin om haar moeder bij te staan. Enkele maanden na het overlijden van haar moeder trad ze op 12 mei 1941 in bij de Congregatie van de Missiezusters van O.L.Vrouw van Afrika (de Witte Zusters) te Esch, waar zij na haar vorming haar eerste geloften aflegde op 2 mei 1944.

Vanwege de oorlog kon zij nog niet naar Afrika gaan en bleef twee jaar in ons klooster te Boxtel. In 1946 werd zij benoemd voor Engeland om daar onze zusters in Heston een helpende hand toe te steken. Zij was er graag en deed het werk met veel plezier. Tegelijk leerde zij er de Engelse taal wat haar goed van pas kwam later in Afrika.

Eindelijk kwam de dag dat zij naar Afrika ging vertrekken. In september 1953 vloog zij naar Zambia. Haar eerste missiepost was Lubwe. Zij had er als voornaamste taak Engelse les geven aan de oudere zusters in die post, en zelf met hun hulp, de lokale taal te leren spreken en schrijven.

Toen ze die aardig onder de knie had kon zij zich in gaan zetten voor het huishoudonderwijs aan vrouwen en meisjes, wat zij erg goed deed in verschillende andere missieposten.
In Kabunda, werd in 1956 een nieuwe post gesticht. Er werd een school met internaat geopend voor meisjes. Er was veel te doen voor de inrichting en de organisatie. Er was een praktische vrouw nodig die dat allemaal stevig op poten kon zetten.
Die vrouw werd gevonden in Zr.Oda, dus verhuisde zij naar Kabunda.
Het werd een modelschool, waar Oda naast de zorg voor het materiaal en het internaat ook, huishoudonderwijs gaf. Alles was erop gericht om de vrouwen een goede en christelijke basis mee te geven, wat een aspect is van ons charisma.

Haar gezondheid liet het een beetje afweten en Oda moest terug naar Nederland. Maar het viel mee, en na een flinke periode van rust ging zij in 1965 weer retour Afrika. Nog vier jaar wijdde zij zich aan het geven van huishoudonderwijs aan gehuwde vrouwen die als internen voor een cursus van drie maanden naar de huishoudschool kwamen. Het onderwijs was er praktisch en de cursisten woonden er in modelhuisjes en mochten hun jongste twee kinderen meebrengen. Hygiëne, voedingsleer en kinderverzorging stonden er hoog op het leerprogram.
Oda bleef sukkelen met haar gezondheid en daarom moest zij in 1969 weer terugkeren naar Nederland.

Na een periode van rust, ging Oda in op een verzoek van de Witte Paters in Rotterdam, om huishoudelijke taken op zich te nemen. Zij voelde zich er heel goed thuis en werkte er met heel veel plezier. Ook de paters waardeerden haar diensten en de vrouwelijke inbreng, die bijdroeg aan de goede sfeer in het huis.
Aan alles komt echter een einde en in 1992 kreeg Oda haar laatste benoeming, deze keer voor Woonzorgcentrum Mariëngaerde te Warmond. Zij kreeg er een van de mooiste kamers en was er erg graag.

De laatste jaren dat ik Oda gekend heb mocht ik haar ervaren als een ’serene’ vrouw die kon genieten van de natuur. Ze hield van de vogeltjes. Zij had er plezier in haar raam open te schuiven en de vogeltjes te lokken met broodkruimels die zij op de vensterbank strooide.
Ook van de bomen kon zij genieten en op de TV volgde zij de programma’s over de natuur.

Ofschoon zij de laatste tijd weinig uit haar kamer kwam, was ze er erg tevreden, omringd door vele snuisterijen en dankbare herinneringen uit het verleden die haar kamer sierden. Daar was ze thuis.
Ze was erg blij met een bezoekje en op de vraag: “Hoe gaat het?” kwam steevast het antwoord: “Met mij gaat het goed, ik ben tevreden”.

Oda had een grote devotie voor de Heilige Charles Lwanga, een van de martelaren van Uganda. Een afbeelding van Charles Lwanga stond naast haar televisietoestel en elke morgen bij het opstaan groette zij hem eerst en zei: ”Charles, ik ben er nog.”

Oda heeft haar MISSIE volbracht en moge zij nu rusten in vrede en in het gezelschap van haar dierbare vriend Charles Lwanga.