Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2011. > Pater Joop Rieter overleden.

Pater Joop Rieter overleden.

dinsdag 26 april 2011, door Jan Mol M.Afr.

In medeleven en dankbare herinnering
delen wij U mede dat

Joop RIETER
(Joseph, Frans, Emile),

Missionaris van Afrika –
Witte Pater,

op 24 april 2011

is overleden.

Joop werd geboren op 18 september 1920 te Venlo. Hij is de oom van Maarten Bloemarts, die werkzaam is in Mali. Om missionaris te worden volgde hij de opleiding in onze vormingshuizen van St.Charles bij Boxtel, en ’s-Heerenberg, waar hij zich op 22 mei 1947 door de missionariseed verbond aan onze Sociëteit. Hij werd priester gewijd op 11 april 1948 en vertrok in april 1949 hij naar Guinee, het bisdom N´zérékoré.

Joop was toegewijd, van wie je op aan kon, met een gezond en voorzichtig oordeel, principieel en zeer nauwkeurig. Hij was geneigd zich te verliezen in details en kon wat overgevoelig zijn en een zware kar trekken.

Aangekomen in Gouecké moest hij er zowel Frans leren als de plaatselijke taal Guerzé en de gebruiken. Naast het parochiewerk werd hij belast met de polikliniek, waar hij zieken met grote toewijding verzorgde, tot waardering van de bevolking. Naast het klimaat was ook de voeding voor hem een probleem; een goede moestuin was niet gemakkelijk omdat de grond er erg schraal was. De bisschop, van een gebied zo groot als Nederland, had voor een koelkast in elke pastorie gezorgd.
Joop verzamelde curiosa voor het museum van het provincialaat in Nederland en had ook enige slangetjes in flessen op alcohol staan.

In september 1957 verhuisde Joop naar Yomou en in maart 1958 weer naar Gouecké, nu als pastoor. De jeugdbewegingen van de kerk werden niet verboden, maar hen werd wel verzocht zich aan te sluiten bij die van de staat. Zonder lidmaatschap werd je overal buiten gehouden. Voor de zondagmorgen werd werkverplichting ingevoerd. Joop verhuisde in maart 1960 weer naar Yomou, en in juni 1961 naar Beyla, op rust vanwege oververmoeidheid. Die parochie was overwegend Moslim met 200 Katholieken; de relaties waren goed, en dagelijks kwam de Moslimjeugd spelen in het parochiecentrum. In april 1963 verhuisde hij naar de bisschopsstad N´zérékoré, waar hij goed kon samenwerken met zijn Guineese pastoor. Er was een grote leefgemeenschap en Joop kon met iedereen goed overweg.

1 mei 1967 werden alle blanke missionarissen het land uitgewezen; over de radio werd bekend gemaakt dat zij op 1 juni het land verlaten moesten hebben. Door de autoriteiten werden zij steeds correct behandeld; de bevolking nam met tranen in de ogen afscheid. Plaatselijke kerkwerkers en Afrikaanse missionarissen, priesters, broeders, zusters uit andere landen, zelfs uit Oost-Afrika, namen het parochiewerk over. Joop kwam naar Nederland en zei later over die traumatische ervaring: “Toen is er in mij iets stuk gegaan, dat nooit meer goed is gekomen”. Hij gebruikte de tijd om weer aan te sterken, in verschillende parochies te assisteren en enkele cursussen te volgen.

Joop vertrok in juni 1969 naar Mali, en begon in de bisschopsstad Bamako opnieuw de taal en gebruiken te leren en om parochiewerk te doen. Maar een jaar later kwam hij ziek terug naar Nederland. Hij werd per 1 januari 1973 officieel benoemd als kapelaan te Maasniel, bisdom Roermond, en in november 1975 als kapelaan van de Moeder Anna-parochie te Heerlen. Om elkaar beter te leren kennen maakten de 3 priesters van die parochie een wandeltocht van 3 dagen. Ook droomde Joop dat pastoraal werk in een sociaal zwakkere gemeenschap hem beter af zou gaan. Bij zijn afscheid in augustus 1983 schreef hij; “Persoonlijk heb ik ervaren, dat ... ware liefde de wortel is en de blijvende bezieling voor alles wat volgt; de uitdaging van het leven”. Het parochiebulletin karakteriseerde hem:
“In zijn manier van werken kwam duidelijk zijn overtuiging tot uiting, dat een gezonde kerkgemeenschap alleen kan bestaan dank zij medeverantwoordelijkheid van allen. Het wederzijds erkennen van elkaars verantwoor-delijkheid schept solidariteit”.

Vanaf september 1983 werkte hij als assistent in de Drievuldigheidsparochie van Heerlen; hij noemde dat “zijn leven zinvol invullen ook buiten de sakristie”. In mei 1986 zei hij dit samen- werkingsverband op (vanwege een te groot verschil tussen de pastoor en hem wat betreft “onze kijk op het pastorale werk”), en stelde hij zich beschikbaar voor niet-parochie-gebonden werk zoals: uithelpen in parochies en ziekenhuis, 3e en 4e wereld- en maat-schappelijke aktiviteiten. Het ging hem aan het hart wanneer de welvaart van enkelen belangrijker werd dan het welzijn van allen. Hij vond dat wij als Missionarissen van Afrika een zekere internationale inbreng hebben binnen de Nederlandse situatie.
In 1993 werd Joop verantwoordelijke voor de W.P.-Regio Zuid, gekozen door de confraters.

Na het 2e Vatikaans Concilie 1962-1965 ontstond er polarisatie in Nederland, ook in het bisdom Roermond. Joop wilde kritisch zijn en toch het positieve zien in kerk en samenleving. Sinds 1974 kwam hij regelmatig samen met 11 priesters van het bisdom Roermond, die ook zo wilden leven en werken. Zij begonnen eind 1979 met het tijdschrift “En Toch ..”, waarvan Joop administrator was tot 1997. Gaandeweg kwam er ook een dame en een dominee in de redactie, en kreeg het blad een meer laïcale en oecumenische inslag.

Joop verhuisde in maart 1997 naar Huize St. Charles te Heythuysen, vooral vanwege de steeds verslechterende toestand van zijn ogen. Hij ging nog graag buiten de deur om nieuwe inspiratie op te doen. Zo was hij geregeld te gast bij vieringen van de ‘Jonge Kerk’ in Roermond, nam hij daar deel aan het huiskamerproject, en nam al jaren eerder deel aan het Joodse Leerhuis. Begin 2007 zag en hoorde hij bijna niet meer. Ondanks dit isolement bleef hij de vriendelijk glimlachende Joop.
Eind mei 2009 werd Joop opgenomen in de verpleegafdeling van Huize St. Elisabeth te Haelen. Van daar verhuisde hij naar eenzelfde afdeling van het Ouderencentrum ‘Beek en Bos’ in Heythuysen. In beide huizen werd hem de gepaste en goede zorg geboden.
Direct na de pauselijke zegen ‘Urbi et Orbi’ vanuit Rome op de televisie is Joop rustig ingeslapen.

Op donderdag 28 april 2011 herdachten wij Joop in een Eucharistieviering (14.30 uur) in de kapel van Huize St. Charles te Heythuysen, waar we hem te ruste hebben gelegd op ons kerkhof.

Wat Joop in beweging hield zoals Abraham en Sara:

“Onze God is een God van liefde en vertrouwen,
die altijd met ons mensen mee trekt”.

Familie Rieter

Jan Mol, M.Afr.
Gedelegeerd Overste Nederland
Modestusstraat 20,
5101 BP Dongen.