Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2019. > Pater Jan Rademaker overleden.

Pater Jan Rademaker overleden.

vrijdag 1 februari 2019, door Webmaster

In medeleven en dankbare herinnering
delen wij U mede dat

Jan Rademaker


Johannes Wilhelmus Hendrikus
Missionaris van Afrika - Witte Pater,

op 31 januari 2019 is overleden.



Jan werd geboren op 27 juli 1930 te ’s-Heerenberg waar de Witte Paters van 1938 tot 1958 een opleidingshuis hadden. Om missionaris te worden volgde hij de opleiding in onze vormingshuizen in Sterksel, Boxtel (St. Charles), ’s-Heerenberg, en Heverlee (België). Daar verbond hij zich op 6 juli 1957, door een missionariseed, aan onze Sociëteit. Hij werd daar ook priester gewijd, op 6 april 1958, het feest van Pasen.

Jan hield van muziek en speelde piano en orgel. Tijdens zijn opleiding theologie in Heverlee heeft hij eens het koor van zijn medestudenten op het orgel begeleid in de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele in Brussel. Hij was een degelijke, serieuze werker. Hij had een gezond oordeel en je kon altijd op hem rekenen. Bij een eerste ontmoeting kon hij wat stroef overkomen, maar die indruk verdween bij nadere kennismaking. Geleidelijk aan werd hij hartelijker en stond hij meer open voor inzichten en opinies van anderen, ook al kon hij best wel eens eigenzinnig zijn.

In september 1958 mocht hij naar Congo (toen nog Belgisch Congo) vertrekken, iets waar hij zelf om gevraagd had. Hij werd benoemd voor het bisdom Kasongo, waar je alleen na een hele reeks omzwervingen (en soms alleen per vliegtuigje) kon komen. Zijn eerste parochie was Shabunda en hij kwam daar in een gemeenschap van 3 Missionarissen van Afrika en één Congolese diocesane priester. Hij begon Swahili te leren en werd meteen tot econoom van de gemeenschap benoemd en ook nog tot directeur van 60 lagere scholen in een gebied zo groot als Nederland. Binnen een maand kreeg hij zijn eerste malaria aanval! Geen wonder
met zoveel werk… en dus vermoeidheid!

Toen Jan in Congo aankwam, begon er juist een woelige periode die voorafging aan de onafhankelijkheid. Jan schreef in zijn brieven over anarchie en muiterij. Het was niet gemakkelijk om naar de buitenposten of naar andere parochies te gaan en zeker niet om belast te zijn met het lager onderwijs en het personeelsbeleid ervan. Zijn bisschop schreef over hem dat hij gelukkig géén “missionaris op pantoffels” was.
Na de onafhankelijkheid in 1960 braken er heftige onlusten uit zodat in sommige streken van het bisdom de missionarissen moesten vluchten met achterlating van alles. Gelukkig bleek bij terugkomst dat de catechisten en andere plaatselijke pastorale werkers de gemeenschappen wonderwel levend hadden gehouden. Op veel plaatsen moesten de missieposten en parochies hersteld en opnieuw geopend worden, soms zelfs tot tweemaal toe. Zo was Jan actief bij de heropening van Kabanbare, Kipaka, Mingana en Wamaza. Door al die moeilijkheden waren de gemeenschappen maatschappelijk en pastoraal ontregeld. Men hielp de bevolking waar men kon weerbaar te zijn, door bezoeken te brengen, door studiedagen te organiseren en door hen de kracht van de sacramenten te helpen ervaren. Jan was vol lof over de rol die Mgr. Mala daarbij vervulde, eerst als Vicaris Generaal van het bisdom, en vanaf september 1963 als hun eerste Congolese bisschop. Die kreeg dan ook de bijnaam “Simba wa Maniema” (= de leeuw van de Maniema)!

In 1964 moest Jan weer vluchten en zó snel dat hij “zelfs zijn pyjama vergeten had”! schreef hij. Na 2 dagen op de vlucht te zijn was hun aantal al gezwollen tot 20 priesters, 18 Congolese zusters en 13 Congolese broeders. Na een week kwam Jan uiteindelijk aan in het buurland Burundi, waar hij 6 maanden verbleef. Begin 1965 kon hij terug naar Congo. Hij bleef eerst 4 maanden in Bukavu, en ging toen naar Shabunda waar hij in 1958 begonnen was. Het was een uitgestrekt gebied van bossen met een homogene bevolking, de Warega, die niet meegedaan hadden met de rebellen. Twee jaar later, in 1967, was er opnieuw een opstand van rebellen met huurlingen. Tijdens het Kerstfeest van dat jaar was de parochiekerk “4 keer stampvol”, een kerk met plaats voor 2.000 personen, staanplaatsen meegerekend. Een teken dat de mensen steun en kracht zochten en vonden in het samenkomen en in het gebed.

Eind 1971 verhuisde Jan naar Lulingu, een nieuwe parochie die tot dan toe een centrale buitenpost was van Shabunda. Om er te komen reisde hij 110 km over een bijna niet te berijden weg, doorsneden door een brede rivier met een veerpont. Lulingu, evenals vele andere parochies waar Jan heeft gewerkt, lag in het tropisch regenwoud wat zich over heel centraal Afrika uitstrekt tot aan de grote meren. Overal waren er grote stukken bijna ongerept oerwoud met de aanwezigheid van veel gorilla’s!

Jan verhuisde nog verschillend keren: naar Wamaza, terug naar Lulingu en daarna weer naar Kipaka, totdat hij begin 2000 verhuisde naar de stad Goma om er de gastheer te zijn in het gastenverblijf voor priesters en religieuzen. Daar maakte hij in januari 2002 de vulkaanuitbarsting mee van de vulkaan Nyiragongo, die ongeveer 20 km ten noorden van Goma ligt. Bij deze uitbarsting kwamen meer dan 100 mensen om het leven, moesten 300.000 mensen vluchten en werden veel dorpen en een groot deel van de stad Goma overstroomd met lava. Ook de kathedraal van Goma werd door deze lavastroom bedekt en vernield. In augustus 2002 schrijft Jan dat ze klaar waren met het stukhakken en wegvoeren van de lava. Maar toen moest er een manier gevonden worden om de grond weer geschikt te maken voor landbouw, want die was zo verschroeid dat er zelfs geen onkruid meer op groeide!

In oktober 2006 kwam hij voorgoed terug naar Nederland en vestigde zich in Heythuysen. Hij las veel en luisterde graag naar klassieke muziek op een walkman, tot in bed toe vóór het slapengaan. Al in Congo was hij geabonneerd op verschillende tijdschriften, zoals Vaticanum II, Information Catholique Internationale, Concilium en De Linie. Ondanks de soms moeilijke omstandigheden kwamen die toch steeds aan, zelfs zonder te veel vertraging.

Zijn kamer was uiterst sober ingericht. Tijdens onlusten in Congo was hij meerdere malen alles kwijt geraakt en had zo geleerd zonder veel spullen te kunnen. Hij kon daar over praten wanneer je de goede vragen stelde. Hij bleef de bescheiden Jan, die niemand tot last wilde zijn. Voor zijn ontspanning speelde hij graag Uno of een ander spelletje, genietend van een glaasje Coca-Cola. Zelfs de avond voor hij overleed was hij nog begonnen aan een spelletje Rummikub. In mei 2011 begon hij met medicatie en gespecialiseerde fysiotherapie voor MSA (Multi System Atrofie). Geleidelijk aan raakte hij gebonden aan een rolstoel. Vanaf november 2018 moest hij ondersteund worden door extra zuurstof. Hij is rustig in zijn appartement overleden in de ochtend van 31 januari 2019 op het moment dat de verpleging bij hem binnen was om hem te verzorgen.

Door de jaren heen, vanwege de vele onvoorziene en soms ook gevaarlijke situaties waarin hij verkeerde, had Jan een soort leefregel bedacht: “Voor een rivier erg gezwollen door hevige regenval, wacht je met oversteken, tot het water gezakt is.” Met andere woorden: rustig blijven en afwachten.

Op donderdag 7 februari 2019 zullen we om 14.30 uur afscheid nemen van Pater Jan Rademaker tijdens een Eucharistieviering in de kapel van Huize St. Charles in Heythuysen en hem ter ruste leggen op het kerkhof aldaar.

Namens de familie

W. Rademaker
Troelstraweg 72
8917 CP Leeuwarden

Namens de Witte Paters

Jozef de Bekker
Op de Bos 2
6093 NC Heythuysen