Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2010. > Pater Ton Busch overleden.

Pater Ton Busch overleden.

maandag 22 november 2010, door Webmaster

In medeleven en dankbare herinnering delen wij U mede dat

Ton Busch (Anton Frederik)

Missionarissen van Afrika - Witte Paters,

op 20-11-2010 is overleden.


Ton werd geboren op 29 februari 1932 te Susteren. Hij volgde het klein seminarie in Rolduc, bisdom Roermond. Om missionaris te worden volgde hij de opleiding in onze vormingshuizen van St.Charles bij Boxtel, ’s-Heerenberg, en Heverlee waar hij zich op 5 juli 1958 door de missionariseed verbond aan onze Sociëteit. Hij werd gewijd op 2 februari 1959 in Rotterdam.

Tijdens zijn middelbare schooljaren was Ton een doorzetter, eenvoudig, bescheiden en zeer regelmatig. Tijdens zijn vormingsjaren behoorde hij verstandelijk tot de beteren van de klas, was niet direct spontaan, eerder iets gesloten, iemand met wie men graag te doen had. Hij was toegewijd en zorgzaam in alles wat hij deed, zonder er veel drukte over te maken. Hij wist het werk te overzien en te regelen, zelfstandig, ging recht op zijn doel af. Men gaf hem de raad te vermijden te veeleisend te worden. Zijn grote kracht was regelmaat en gelijkmatig humeur.
Hij had tijd nodig om zich in een nieuwe gemeenschap in te leven; dat deed hij dan ook heel bewust en met heel zijn wezen. Toen zo´n band abrupt verbroken werd tijdens de politiek-sociale gebeurtenissen in Kongo, raakte het hem zeer diep. Het was de reden dat hij april 1974 voor goed terugkwam naar Nederland. Over wat hij toen heeft meegemaakt sprak hij niet.

In de loop van 1959 na zijn wijding ontwikkelde hij gezondheidsklachten en in september onderging hij een operatie voor een gecompliceerde blindedarm. Vóór en na de operatie verbleef hij in ons klein seminarie te Santpoort, om op krachten te komen terwijl hij dienst deed als surveillant en wat lichtere werkzaamheden verrichtte.
Juni 1960 oordeelde de arts zijn toestand goed verbeterd, maar adviseerde om hem niet naar een al te zwaar klimaat te zenden. Op 2 september 1960 vertrok hij naar Kongo, Nyakariba, bisdom Goma, om er de taal en cultuur te leren en voor pastoraal werk. Op 2 januari 1962 verhuisde hij naar Masisi voor pastoraal werk; later werd hij er hoofd en leraar van een middelbare school. Tijdens zijn vormingsjaren had hij ervaring opgedaan met jeugdwerk, en dat was hem goed bevallen. Hij schreef 14 december1958: “Ik heb veel interesse voor de jeugd en in de jeugd”. Op 2 september 1964 werd Ton leraar op het klein seminarie te Rugari; in de loop van 1965 verhuisde hij naar Matanda voor pastoraal werk.

Hij leefde en werkte er in de parochie met twee medebroeders. Er woonden veel immigranten uit Rwanda die Kongolees staatsburger waren geworden. In de jaren 30 heerste er een hongersnood in Rwanda, en de Belgische regering liet veel Rwandezen verhuizen naar Kongo in het bisdom Goma wat toen dun bevolkt was. In de parochie Matanda was een coöperatie die uitstekend draaide, met een eigen bestuur. Jaarlijks werd de winst om de beurt aan een aantal leden uitgekeerd om golfplaten te kopen ter verbetering van hun huizen. Deze had ook een winkel met een eigen beheerder vlak bij het parochie centrum. Ton was een uitstekende econoom van de hele parochie en hield zich als adviseur bezig met deze coöperatie. Hij was technisch erg handig, en ook bedreven in het bereiden van allerlei vleesgerechten. Hij deed goed pastoraal werk ter plaatse en in de kerkdorpen. Ton was iemand die rustig zijn gang en zijn weg ging, goed naar de bevolking luisterde en goed met hen overeenkwam.

April 1974 kwam hij voor goed terug naar Nederland. Hij heeft enkele jaren op het catechetisch instituut te Sittard gestudeerd en daarna de studie maatschappelijk werk opgepakt. Hij maakte deze niet af, omdat hij zich als volwassene met de nodige ervaring niet kon verenigen met de geest en de opvattingen die er heersten en ook hem opgelegd werden. Hij ging in Kerkrade als begeleider tussen mensen in een begeleid huiskamerproject leven en werken; dit heeft hij jarenlang graag en goed gedaan. Op 18 december 1983 hij schreef zelf : “Ik heb dit altijd met veel plezier gedaan, en doe het nog met plezier”.
Hij ging het priesterschap en zijn geloof anders beleven en voelde zich aangetrokken tot oosterse levens- en geloofsopvattingen. Hij was open over wat hem bezig hield en bezielde. Hij zei: “Ik kan geen twee levens leiden, en bewandel nu deze weg”.
In de jaren 80 ging hij bij zijn bejaarde Moeder wonen en verzorgde haar met grote toewijding tot aan haar dood. Het ouderlijk huis moest verkocht worden, en de Witte Paters provincie bood hem na onderling goede afspraken onderdak aan in Heythuysen. Hij heeft dat toen graag aangenomen en 13 mei 1995 verhuisde hij naar Heythuysen. Hij was vriendelijk aan tafel; nam niet deel aan de vieringen in de kapel; sprak nooit over wat hij had meegemaakt in Kongo. Hij leidde een teruggetrokken leven, zeer sober. Zelf had hij geen TV; voor voetbal ging hij jarenlang TV kijken bij een bevriende familie. Na de verhuizing in zijn nieuwe appartement ging hij voor zichzelf koken, de eigen was doen, en de benodigde boodschappen. Wel bleef hij geïnteresseerd; regelmatig ging hij op het prikbord de nieuwtjes lezen. Dagelijks zorgde hij met plezier voor de herten en geiten, en genoot ervan hoe zij naar hem toekwamen. Half 2010 kwam een vrijwilliger hem daarbij helpen; zij kregen een goed contact. Wat later werd duidelijk dat hij aan een slopende ziekte leed. De twee dames die voor onze gemeenschap in Heythuysen zorgen hebben hem en enkele medebroeders tijdens zijn ziekbed goed bijgestaan. Hij is rustig overleden in de aanwezigheid van twee zussen.

In de Eucharistieviering op donderdag 25 november 2010 hebben we hem herdacht in de kapel van St.Charles te Heythuysen, en hem daarna begeleid naar het Crematorium Midden-Limburg te Baexem.

“Zoekt, en ge zult vinden”

Lk.11,9