Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2022. > Pater Lambert Sep overleden.

Pater Lambert Sep overleden.

maandag 10 oktober 2022, door Webmaster

In medeleven en dankbare herinnering
delen wij U mede dat

Pater Lambert Sep


Lambertus Cornelis Johannes
Missionaris van Afrika - Witte Pater,

op op 22 september 2022.



Lambert werd geboren op 9 april 1923 te Amsterdam. Om missionaris te worden volgde hij de opleiding in onze vormingshuizen van St. Charles bij Boxtel, ’s Heerenberg en als laatste Monteviot (Schotland) waar hij zich op 29 mei 1951 door de missionariseed verbond aan onze Sociëteit. Hij werd in dezelfde plaats priester gewijd op 31 mei 1952. In september van dat jaar vertrok hij naar de St. Andrew´s University in Edinburgh, Schotland, om biologie te studeren. In juli 1956 slaagde hij voor het Baccalaureaat.

Lambert is 71 jaar lid geweest van onze Sociëteit van Missionarissen van Afrika. Hij heeft vijftien jaar daarvan doorgebracht in Tanzania, in het bisdom Mwanza. Hij was eerst vijf jaar leraar op het kleinseminarie in Nyegezi, daarna was hij vijf jaar werkzaam in de parochies Ngudu, Mwabagole en Nyantakubwa, en keerde vervolgens voor vijf jaar terug naar het kleinseminarie in Nyegezi. Om gezondheidsredenen moest hij in 1972 Tanzania verlaten en terugkeren naar Nederland.

Na zijn terugkeer heeft hij gedurende 24 jaar pastorale taken vervuld in de parochies Zwaag en Beverwijk, in het bisdom Haarlem.
In januari 2001 ging hij naar onze gemeenschap in Leidschendam waar hij de functie van econoom vervulde. Hij zorgde er voor de planten en bloemen in de binnentuin, een taak waarmee hij zich graag bezighield.

In juni 2003 kwam hij naar St. Charles in Heythuysen, waar hij nog vele jaren hand- en spandiensten verleende aan de gemeenschap. Ook assisteerde hij vele jaren in de parochie van Grathem. De laatste jaren gebruikte hij een elektrische rolstoel waarmee hij zich vrij in huis kon verplaatsen en waarmee hij ook naar het dorp kon gaan. Tot aan het laatste ogenblik werd hij verzorgd door het verplegend personeel, door de dames van de individuele begeleiding en door de leden van ons coördinatieteam. Op 22 september 2022 is Lambert, in het bijzijn van twee confraters, in zijn appartement rustig gestorven.

In een doos in zijn appartement vonden we enkele teksten uit de Bijbel die Lambert “op eigen wijze” herschreven heeft. We geven deze teksten aan u door.


De roeping van Mozes

Mozes was eens de kudde aan het hoeden van zijn schoonvader en dacht: “Wat heb ik het toch goed. Hier in alle rust op het vee van mijn schoonvader passen”.

Toch moest hij steeds weer denken aan Egypte, aan zijn familie en vrienden die het slecht hadden en leefden in slavernij. Hij was gevlucht na een moord op een Egyptenaar. Eigenlijk had hij geen rust, hij moest er steeds aan terugdenken. Het liet hem niet los. Moest hij er niet iets aan doen? Hij was aan het hof van Farao opgevoed, kende de gebruiken en de taal als geen ander. “Wat moest hij doen”?

Die vraag kwam telkens terug en brandde in hem en was niet te blussen. Hij dacht: “God heeft het gejammer van zijn onderdrukte volk wel gehoord”. Het kwam steeds terug. God wil er wat aan doen. Zou God mij niet willen sturen? Ik ben geschikt om Gods volk weg te leiden. Ik ken de woestijn. Stuurt God mij niet?

Die vraag liet hem niet los. Hij kreeg steeds meer het gevoel: God daalt af en stuurt mij deze gedachten. Maar wat kan ik doen? Hoe zou ik dat moeten doen? Maar als God dat wil, dan zal God me ook wel helpen. En hij hoorde in zijn binnenste: “Ik daal af en stuur jou om mijn volk te bevrijden van die ellende. Ik zal met je zijn. Vraag Aaron, je broer je te helpen. Hij kan goed het woord voeren.”

En na veel heen en weer gepraat in zijn hoofd, in zijn binnenste, besluit Mozes te gaan, terug naar Egypte. Hij ziet dat God hem een taak geeft en erkent zijn roeping. Hij rekent op God, die de slavernij niet kan willen en zijn volk wil bevrijden van wat het ongelukkig maakt, de God van zijn volk zal hem wel helpen.

Hebben wij ook niet dergelijke gedachten gehad?


De Parabel van de Verloren Zoon

Jezus vertelde eens een verhaal over een jongeman die niet gelukkig was met zijn leven thuis in het bedrijf van zijn vader. Misschien had hij thuis wat moeite met zijn brave oudere broer. Zo wilde hij niet zijn en niet leven.
Dat gevoel werd bij hem steeds erger. Hij wilde niet alleen maar braaf zijn en leven zoals zijn saaie grotere broer, alleen maar werken en doen wat hij deed. Hij wilde weg. Hij liep rond met die gedachten. Hij liep voortdurend te denken: “Hoe moet ik dat aanpakken?”

Op een dag vroeg hij zijn vader zijn deel van wat hij zou erven, wanneer vader dood was. Hij had ook kunnen zeggen: “Vader ik zou willen dat je dood was, dan had ik mijn erfdeel kunnen opeisen.” Het was beledigend, onbeschoft, zo iets deed toch niemand? Verschrikkelijk! Vooral in de tijd dat Jezus dit vertelde was het een enorme belediging. Zijn vader was erg goed en liefdevol. Hij werd niet kwaad, maakte geen verwijten, maar bedroefd gaf hij hem wat de jongste zoon had gevraagd: een derde van al wat hij bezat. Die jongeman ging blij op weg, de wereld in, naar het buitenland.

Weg van thuis was hij al gauw de grote getapte jongen bij andere jongelui. Hij feestte met hen, was royaal, trakteerde en maakte anderen blij met wat hij had, zijn erfenis. Maar het duurde niet lang voordat zijn rijkdom opraakte. En hij raakte dus ook zijn vrienden kwijt.

In dat land ging het niet zo goed. Er kwam een crisis, hongersnood. Hij zocht werk maar als buitenlander ging dat niet gemakkelijk. Hij kreeg tenslotte een baantje als varkenshoeder. Nu moet je weten dat bij hem thuis varkens slecht aangeschreven stonden. De mensen aten die vieze beesten niet, dat was hun zelfs verboden zeiden ze. Als varkenshoeder zag hij die vieze beesten zich dik vreten, terwijl hij zelf honger had. Dat bracht hem tot nadenken.

Zo slecht was het thuis nu toch ook niet geweest. Zijn vader had nogal wat werkvolk en dienstmeiden in dienst. Toen begon hij te denken over teruggaan. Wat zou hij tegen zijn vader zeggen? Hij zou schuld bekennen en vragen of hij in dienst mocht komen en net als het dienstvolk behandeld kon worden. Je ziet hem teruggaan, op versleten schoeisel, in vuile, stinkende en gescheurde kleren, met vies haar, vuile voeten en handen.

Toen hij dichter bij huis kwam, had zijn vader hem al aan zien komen. Deze snelde hem tegemoet en omhelsde zijn vieze stinkende zoon. De zoon zei: “Vader, ik heb u beledigd en verkeerd gedaan. Mag ik misschien een baantje zoals de knechten?”

Maar zijn vader schonk geen aandacht aan wat hij zei, hij gaf zijn personeel opdracht hem vlug op te knappen, schoenen en kleren aan te trekken, na een bad natuurlijk, en hem een ring aan te doen zodat hij weer “zoon aan huis” was met schoenen en een ring. De slaven, het dienstpersoneel, liepen op blote voeten en de ring liet zien dat hij bij de familie hoorde, familie was. Er moest feest zijn omdat hij weer thuis was gekomen.

Die jongeman moet wel heel verbaasd geweest zijn, dat er geen verwijten waren van de kant van zijn vader, alleen maar liefde en feest, lekker eten en dansen natuurlijk.


Op zijn uitdrukkelijk verzoek hebben we op zaterdag 1 oktober 2022, in besloten kring afscheid van Lambert genomen tijdens een Eucharistieviering in de kapel van St. Charles, waarna we hem op ons kerkhof aldaar ter ruste hebben gelegd.

Namens de Witte Paters

Jozef de Bekker
Op de Bos 2
6093 NC Heythuysen