Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2011. > Zuster Nel Boons overleden.

Zuster Nel Boons overleden.

woensdag 2 november 2011, door Webmaster


IN MEMORIAM

“Ik ben de verrijzenis en het leven.
Wie in mij gelooft, zal even,
ook al is hij gestorven”

Joh.11,25

Nel Boons
( Zuster Joseline )

Geboren in Raamsdonk : 24 april 1929

Eerste Professie : 15 augustus 1958

Overleden in Boxtel: 31 oktober 2011

Met veel meeleven van medezusters, familie en kennissen, werd Zr. Nel op 4 november 2011 begraven op begraafplaats Munsel in Boxtel waar zij rust te midden van haar medezusters.
Gedurende de eucharistie ten afscheid in de kapel van het woonzorgcentrum Molenweide, werd haar missionarisleven door Jeanne Simons aldus verwoord.

We zijn hier samen gekomen om afscheid te nemen van Zr. Nel Boons, die jammer genoeg vrij plotseling van ons is heengegaan.
Nel groeide op samen met haar vijf zusjes. Haar vader was landbouwer en haar moeder zorgde voor het gezin. Nel had een opleiding tot coupeuse gevolgd en werkte daarna als naaister. Ook was zij gedurende 8 jaar een geliefd gidsenleidster.

Maar Nel voelde zich geroepen missionaris te worden. De Missie in Afrika riep haar en op
2 juli 1956 ging zij naar Maarn om toe te treden tot de congregatie van de Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika, ook bekend als de Witte Zusters. Na het postulaat ging zij naar Esch voor het noviciaat en legde haar eerste geloften af op 15 augustus 1958.
Daarna vertrok Nel naar het moederhuis in Algiers en kreeg daar eerst de tijd om goed Frans te leren als voorbereiding op het internationale vormingsjaar dat begon in februari 1959. Samen leven en werken met de jonggeprofeste zusters uit andere landen van Europa en Amerika, was een eerste ondervinding van omgaan met mensen afkomstig uit andere culturen, zo belangrijk voor een missionaris.

Goed toegerust voor het missionarisleven vertrok Nel in 1960 naar Kadutu in de Congo om het Swahili te leren. Daarna ging zij naar de kweekschool in Burhale waar zij de zorg voor het internaat met 120 meisjes op zich nam. Daarnaast gaf ze naailes aan de leerlingen van de middelbare school en was zij leidster van de Xaveries (een katholieke jeugdbeweging).
Maar intussen werd het politiek erg onrustig in de Congo en in 1964 werden de zusters gedwongen om te vluchten naar Burundi en later naar Rwanda.

Toen het weer wat rustiger werd in Congo, gingen de zusters terug en Nel begon een studie aan het Hoger Instituut voor Sociale Wetenschappen in Bukavu. Van toen af richtte zij haar apostolaat op de ontwikkelingsproblematiek daarbij geïnspireerd door de encycliek “Populorum Progressio” van paus Paulus VI. Mannen, vrouwen en jongeren te mogen helpen zelf hun ontwikkeling in handen te nemen en hun eigen persoonlijke, geestelijke, sociale en economische groei te bevorderen, bezielde haar. Zij zegt er zelf van: “Ik heb altijd geloofd in de morele kracht aanwezig in het diepste van ieder waarmee ik op weg ging.”

In het begin vond zij het moeilijk te communiceren in de lokale taal en moest ze ook leren de problemen van de mensen a.h.w. door hun ogen te zien. Ook verhuisde zij door omstandigheden vaak naar een andere plaats en moest zij achterlaten wat zij met de lokale bevolking was begonnen, om elders weer opnieuw te beginnen. Maar de woorden van onze stichter Kardinaal Lavigerie moedigden haar aan: “Als missionaris helpen jullie de mensen slechts op weg te gaan, het blijvende werk zal worden gedaan door de Afrikanen zelf.”
Als zij, na enkele jaren afwezigheid, weer eens terugkwam voor een bezoek aan een groep waarmee zij had gewerkt in het verleden, kon zij zich verheugen bij het zien van de grote vorderingen gemaakt sinds zij er gewerkt had. Vooral wat er werd bereikt door de vrouwen wekte haar bewondering en het is niet voor niets dat men vaak hoort, ook tegenwoordig: ‘Afrika wordt gedragen door de vrouwen’.
Overal werd Nel gevraagd sessies te geven en haar werk begon zich uit te strekken over drie verschillende bisdommen in de Congo. Honderden kilometers heeft zij er afgelegd over meestal zeer slecht begaanbare wegen, om nog niet te spreken van vaak gespannen politieke situaties in het land.

Het maatschappelijk werk wat Nel deed wilde ze laten integreren in de geloofsbeleving van de Afrikanen. In de parochies ontstonden pastorale teams waar allerlei geloofszaken werden besproken die hun dagelijks leven raakte zoals gelijkwaardigheid. Daardoor kwam de dialoog op gang die belangrijk werd om nader tot elkaar te komen.

Vanaf 1968 tot 1970 kwam er een tussenpoos voor vakantie en bezinning.
Daarna ging Nel voor een periode van 5 jaar terug naar Kasongo in Congo.
1975 was Nel in de communiteit van Den Bosch en Adrianastraat in Boxtel waar ze meewerkte aan missiebewustmaking en pastoraal werk in de parochie.
Haar gezondheid begon haar parten te spelen. De onbekendheid van de ziekte bracht onbegrip mee waarvan ze veel heeft geleden.
Totdat in 1988 de slaapziekte werd ontdekt en ze er beter mee om kon gaan en de nodige medicatie ontving.
In 1989 kon ze weer terug naar haar geliefde Congo waar ze verbleef tot 1993.
Dit was tevens het einde van haar 34 jaar missionarisleven in Afrika.

De drijfveer en inspiratie voor dit alles putte zij uit het Evangelie van Johannes, 10:10
“Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed”.
In 1994 wachtte haar de taak van Provinciale Overste in Nederland, waar ze zich met veel toewijding aan heeft gegeven. Ze werkte heel nauwgezet en alles tot in de puntjes wat veel van haar vergde en soms van de directe omgeving. Ze toonde veel aandacht en meeleven voor de oudere zusters in de verzorgingshuizen. Ze waardeerde de goede samenwerking in het team en de verbondenheid bij vreugde en verdriet.
In het jaar 2000 eindigde haar mandaat en dat gaf haar ruimte voor een Sabbatjaar.
Ze nam daarna haar intrek in de communiteit van Den Bosch en hielp mee in de parochie en het Afrika–Europa Netwerk georganiseerd door verschillende missieordes en Congregaties.
Ze was ook betrokken bij A.M.A. dat deel uitmaakt van Mensen met een Missie.

Opnieuw trad een ziekteverschijnsel op dat niet direct onderkend werd. Zelf dacht ze dat het misschien een overblijfsel was van de slaapziekte die opnieuw de kop opstak. Na vele onderzoeken was het duidelijk dat het Parkinson was.
In 2008 is ze toen naar Molenweide verhuisd om verzekerd te zijn van goede zorg. Het kostte haar veel om met deze slopende ziekte om te gaan waar beterschap niet in zicht was.
Steeds meer moest ze inleveren en werd ze helemaal afhankelijk. Lezen werd moeilijk en ook het spreken. Ze heeft het moedig gedragen tot het moment dat ze een inzinking kreeg en nog maar weinig tekenen van leven gaf.

Ze ontving het sacrament van de zieken in het bijzijn van haar medezusters.
Ze heeft nog enkele dagen geleefd en is in stilte heen gegaan om haar Heer te ontmoeten.
Wij zijn heel dankbaar voor de goede zorg en aandacht van de verzorgsters. De familieleden kwamen haar regelmatig bezoeken en daar keek ze naar uit. Ook haar medezusters brachten haar vaak een bezoekje of namen haar mee voor een wandeling. Allen hartelijk dank.

Nel, wij nemen nu afscheid en wensen je rust en vrede bij de Heer.

Portfolio