Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2015. > Broeder Kees Koning overleden.

Broeder Kees Koning overleden.

maandag 17 augustus 2015, door Webmaster



Dankbaar gedenken we

Broeder Kees Koning

Missionaris van Afrika
(Witte Pater)

Geboren op
14-11-1933 in Ursem N.H.

Overleden op
16-8-2015 te Roermond.


_

Na de lagere school in Ursem NH was Kees zeer actief in jeugdwerk en had een diploma als gevolmachtigd leider van de verkenners. Hij studeerde 3 jaren tuinbouw en bloembollenteelt, waarvoor hij de diploma’s haalde, en heeft steeds grote belangstelling gehouden voor het verzorgen van planten en tuinen. Om missionaris te worden volgde hij de opleiding in onze vormingshuizen van St. Charles bij Boxtel en Varsenare (België). Op 29 januari 1961 legde hij de missionaris eed af en ging voor voortgezette vorming naar Mariënthal (Luxemburg).

Hij had een gezond oordeel, en was kalm en rustig van aard. Hij was iemand die hard, degelijk en stug doorwerkte, steeds bereid een dienst te verlenen, en iemand te verdedigen. Van de ene kant werkte hij graag zelfstandig, van de andere kant had hij grote behoefte aan gemeenschapsleven.
Februari 1964 ging Kees naar St. Charles bij Boxtel om te gaan zorgen voor de groentetuin, de fruitbomen en de bloemen.

December 1968 ging hij naar Afrika, het klein seminarie van het bisdom Navrongo, Ghana. Men was er al begonnen met een boomgaard met fruitbomen en men had er een dam aangelegd voor irrigatie. Er waren zo’n 135 studenten, en Kees schreef 29 januari 1969: “een aardige staf, met een Ghanese Rector”. Het was de bedoeling dat Kees er een boerderij op zou zetten, zowel voor eigen gebruik als ter demonstratie voor de omwonende boeren. Hij begon met een groentetuin, kippen en varkens.

April 1972 verhuisde hij naar het bisdom Tamale, ook om daar een boerderij op te zetten. Hij begon met een groentetuin, 14 biggen, 150 kuikens voor slachtkippen en 200 voor legkippen. Daarmee kon hij dan de verschillende pastorieën en kloosters voorzien, als ook enige buren. Al gauw kwamen er jongemannen vragen of zij bij hem in de leer mochten komen, meer dan hij gebruiken kon. Hij begon met vier van hen.
Mei 1974 verhuisde hij naar Tamale stad. De parochie liep 80 km naar het Noorden en 60 km naar het Oosten, Zuiden en Westen, en had zo’n 200.000 inwoners.
In het parochiecentrum zelf had Kees een groentetuin en een kippen- en konijnenfokkerij, maar de meeste tijd werkte hij in de dorpen rond de stad. Daar hielp hij kleine boeren om zich te groeperen en gezamenlijk grote rijstvelden aan te leggen, voordat al het land in vreemde handen zou vallen. Hij schreef december 1974: “In verschillende dorpen heb ik succes, zoals bv. in een dorp waar 15 mensen samen 60 ha rijst verbouwen, en een andere groep van 7 die 35 ha verbouwen”. Door mensen bij elkaar te brengen werd het mogelijk om met tractoren te werken. Dat seizoen hadden zij ongeveer 425 ha geploegd, waarvan 250 voor rijstbouw. Hij had ook bijna 3.000 zakken kunstmest, dankzij Duitse ontwikkelingshulp, naar de dorpen gebracht, en uren de mensen voorgelicht hoe die kunstmest te gebruiken. Hij had een paar proefveldjes om betere variëteiten rijst te kweken die een hogere opbrengst per ha opleveren.
Met subsidie van de FAO was hij in staat om een begin te maken met een Trainingscentrum voor land- en tuinbouw voor jonge boeren. Het bestond uit woningen voor hemzelf en zijn medewerkers, kantoor, opslagplaats en garage voor de tractoren, varkensstallen, kippenhokken en broedmachines. Daarnaast een groentetuin en een fruitboomkwekerij. Zij wilden ook het gebruik van ossenploegen stimuleren, omdat die goedkoper zijn dan tractoren zowel in aanschaf als in gebruik. Wat hem bij dit alles bewoog vatte hij zo samen: “Niet alleen vrede wensen, maar vrede zijn voor elkaar; niet alleen zegen wensen, maar zegen zijn voor elkaar; niet alleen alle goeds wensen, maar alle goeds zijn voor elkaar”.

September 1976 verhuisde hij naar Tanzania en begon in Kipalapala om de taal en cultuur te leren; maart 1977 vestigde hij zich in het Centrum van het bisdom Rulenge. Daar woonden en werkten een Tanzaniaanse bisschop, 9 Witte Paters en 3 vrijwilligers; er was een Sociaal Centrum, een ziekenhuis met Canadese Zusters, en een opleiding voor Tanzaniaanse Zusters. Om allen van vlees, groente en fruit te voorzien begon Kees met 75 kippen en 9 varkens, en een groentetuin van 300 bij 60 m. Hij had 6 jonge mannen in opleiding en 15 losse arbeiders. Als econoom van het bisschopshuis zorgde hij voor de materiële behoeften van de bewoners en de vele gasten.
De regionale overste schreef 13 maart 1981: “De bisschop waardeert zijn diensten zeer, en sinds hij verleden jaar de huis-econoom werd, is de huisgemeenschap zeer tevreden over de verbeteringen die hij aanbracht voor de voeding en andere diensten”.

Kees was goed in kleinschalige projecten, en in het trainen van kleine groepjes.
In Oktober 1981 ontving hij een telegram van het Taal en Cultuur Centrum Kipalapala van het aartsbisdom Tabora: “Je bent hier hard nodig”. In maart 1982 kwam Kees daar aan om samen met de Directeur de Manager te zijn van dat Centrum, dat in september 1981 zijn 1.000ste student ontvangen had. Het was zijn werk om die buitenlandse studenten te voorzien van voeding en al wat zij nodig hadden voor logies, en te zorgen voor het onderhoud van de gebouwen. Hij deed dat 4 jaren met grote toewijding.

September 1986 nam hij het landbouwproject over van het Doven Instituut, dat in januari 1964 opgezet was door onze medebroeder Piet Bergmann. Voor de doven die daar de lagere school hadden afgemaakt was er een beroepsopleiding 15 km buiten Tabora. Kees werd gevraagd daar de leiding te nemen over het tuinieren en de veeteelt. Met een groepje dove trainees begon hij de tuin te ontwikkelen, ging bij een Onderzoekscentrum goede varkens en melkkoeien halen en legde in Tabora stad contacten met hotels en restaurants. Zo zorgde hij voor regelmatige leveringen van eieren, melk en vlees, om inkomen te genereren, en hij voorzag het internaat van het Doven Instituut van hun dagelijkse benodigdheden. Dat deed hij gedurende 12 jaren met grote inzet.

November 1998, op zijn 65ste, verhuisde hij naar de parochie Nzovwe in het bisdom Mbeya, om er econoom te worden van de Witte Pater gemeenschap. Hij begon de siertuin aan te pakken, een groentetuin aan te leggen, kippen en konijnen te houden, en het dagelijkse menu te verbeteren. Geleidelijk aan konden gezinnen in wat kerkdorpen geholpen worden met een koppeltje konijnen. Bij de meesten werden die met plezier verzorgd door de schoolgaande kinderen. Hij was ook begonnen met een groot soort eenden, en later met kalkoenen.

November 2006 verhuisde hij naar Nyegezi, vlak bij de bisschopsplaats Mwanza. Het was een autorit van 1.775 km en om onderweg wat vrienden en kennissen te ontmoeten deed hij er 6 dagen over. In Nyegezi werd Kees econoom en gastenmeester, zorgde voor het huis, de tuin en hij deed de inkopen. Voor de medebroeders van het aartsbisdom regelde hij de verblijfsvergunningen, rijbewijzen en autoverzekeringen. Hij repareerde het dak en de plafonds, en liet alle muren schilderen. Hij probeerde een groentetuin, maar moest dat opgeven omdat apen alles kwamen stelen!

Op 15 juni 2010 kwam hij voorgoed naar Nederland, en vestigde zich in onze gemeenschap in Dongen. Hij hield er van om in de bloementuin te werken en het gazon schoon te houden. Bij afwezigheid van degene die de bloemen in de kapel verzorgde deed hij dat op zeer artistieke wijze. Hij nam het op zich om voor de planten in huis te zorgen, het bleken er meer dan 100 te zijn, groot en klein. Zij gingen het opmerkelijk beter doen!

In 2013 verliet hij Dongen: zijn gezondheid werd minder. Hij ging in de gemeenschap van Heythuysen wonen. Daar genoot hij een goede verzorging. In Augustus 2015 werd hij in het ziekenhuis van Roermond opgenomen, alwaar hij in de nacht van 15 op 16 Augustus overleed.

Zijn levensideaal: “Niet alleen vrede wensen, maar vrede zijn voor elkaar” .

Wij zullen hem gedenken in een afscheidsdienst op zaterdag 22 Augustus om 14.30 in de kapel van Heythuysen, waarna we hem te ruste zullen leggen op ons kerkhof aldaar.

Namens de familie Koning:
mevr. Nel Roelofsen
Molenstraat 17a
5691 AH Son

Namens de witte paters:
Wim Wouters m.afr.
Modestusstraat 20
5101 BP Dongen