Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2020. > Pater Karel Louwen overleden.

Pater Karel Louwen overleden.

vrijdag 24 april 2020, door Webmaster

In medeleven en dankbare herinnering
delen wij U mede dat

Karel Louwen


Karel Aloysius Maria
Missionaris van Afrika - Witte Pater,

op 22 april 2020 is overleden.



Karel werd op 19 januari 1933 te Rotterdam geboren. Hij behaalde het Middenstandsdiploma en het diploma Warenkennis Textiel (Dames- Heren- en Kindermode) en was enige jaren vertegenwoordiger in textielwaren. Om missionaris te worden volgde hij de opleiding in onze vormingshuizen van St. Charles bij Boxtel en ’s-Heerenberg waar hij zich op 30 juli 1958 door een missionariseed verbond aan onze Sociëteit als Broeder Liduinus. Daarna ging hij voor verdere vorming naar Mariënthal, Luxemburg.

Karel had een gezond oordeel en een goed verstand. Hij had zijn persoonlijke gedachten en wist die ook goed onder woorden te brengen. Wel viel dit niet altijd in goede aarde. Hij was communicatief en had de gave om in gezelschap, wanneer de conversatie was stilgevallen, enige komische opmerkingen te plaatsen die eigenlijk nergens op sloegen, maar wel de conversatie weer op gang brachten. Een medebroeder typeerde hem als “een nuchtere man, met laconieke opmerkingen”. Hij was een doorzetter, iemand met verantwoordelijkheidsgevoel die zelf initiatief kon nemen. Wel kon hij soms ook wat vergeetachtig zijn. Hij was steeds bereid een dienst te verlenen en had veel aandacht voor de behoeftige medemens.

Tussen 1960 en 1964 werd Karel 2 maal in Boxtel en 2 maal in Sterksel benoemd. Hij was daar belast met het technisch onderhoud en was tevens portier. Tijdens zijn tweede verblijf in Sterksel volgde hij in Eindhoven een opleiding tot automonteur. Tussendoor deed hij ook 3 maanden propagandawerk vanuit de procuur in Rotterdam.

Karel had heel zijn opleiding in het Engels gedaan, maar werd benoemd voor Rwanda. Voordat hij echter naar Rwanda kon vertrekken werd hem gevraagd om naar Congo te gaan omdat zoveel medebroeders daar in 1964 het land uit gevlucht waren vanwege de opstand. Het was er nog zeer onrustig, maar toch nam Karel deze benoeming aan. Om Frans te leren ging hij in augustus 1964 naar onze gemeenschap in Namen, België, waar hij ook in een garage werkte om de techniek van dieselmotoren onder de knie te krijgen. Vanuit Namen schreef hij: “Mijn handen staan meer naar olie en sleutels gericht dan naar pen en inkt”.

Op 19 september 1965 vertrok Karel naar het bisdom Mahagi in Congo. Toen hij er aankwam moesten de confraters en de bevolking elke nacht in de bossen doorbrengen, wakker gehouden door aanhoudende geweerschoten. De kok kwam hen vertellen wanneer het veilig was om weer enige uren naar huis te gaan. Het duurde maanden vóór het in die streek weer veilig werd. De situatie was voor Karel extra moeilijk omdat hij in die omstandigheden ook de Alur taal moest leren en zijn kennis van het Frans moest verbeteren.

Naast het meehelpen bij de noodzakelijke voedseldistributie en het repareren van machines, werd Karel al gauw belast met de bouwwerken voor het bisdom. Het kostte veel moeite om materialen vanuit buurland Oeganda in te voeren. Hij begon een garage- en timmerwerkplaats voor het hele bisdom, bouwde een middelbare school voor meisjes en later ook een melaatsenkamp. Hij schreef in december 1967: “Om er iets goeds van te maken vraagt veel voorbereiding en nasnuffelen in boeken”. Vanaf 1970 begon Karel het bisdom rond te trekken voor onderhoudswerkzaamheden in parochies, kloosters en gezondheidsposten. Zijn vrachtwagen durfde dan wel eens te weigeren! Eens moest hij er 3 dagen aan sleutelen om hem weer aan de gang te krijgen. Begin 1977 namen de Witte Paters de parochie Aba over. Tijdens de opstand waren de priesters en de zusters daar vermoord en de gebouwen geplunderd en vernield. Karel begon met het herstel van de gebouwen. Hij schreef toen: “Materiaal is moeilijk te krijgen en de prijzen zijn soms ongelooflijk.

Eind januari 1978 verhuisde Karel naar het bisdom Bunia om gastheer te worden in het gastenverblijf waar Witte Paters en priesters van het bisdom konden verblijven als ze in de stad waren voor inkopen, ziekenhuis, of op doorreis. Hij schreef daarover: “Ik zat graag in de brousse (platteland). Het stadsleven is heel anders en in mijn werk kom ik niet zoveel met gewone mensen in aanraking”. Karel had veel te doen: inkopen voor het gastenverblijf en voor andere parochies, vliegtickets boeken met de rompslomp die daarbij kwam van visa en douane. “Je moet veel geduld en een grote glimlach hebben” schreef hij.

Karel zijn gezondheid was niet altijd perfect. Al in 1970 had hij nek- en schouderklachten die allengs erger werden. Die klachten bleken te worden veroorzaakt door wervelanomalieën. Daar moest hij volgens de dokters mee leren leven en hij moest bukkend en tillend werk vermijden. Niet gemakkelijk als je bouwer en monteur bent! Eind 1979 nam zijn eetlust af en begon hij gewicht te verliezen. Hij maakte zich daar zorgen over, temeer omdat artsen daar geen medische reden voor konden vinden. In oktober 1980 kwam hij naar Nederland voor behandeling, en ging er ook voor naar de Verenigde Staten. In mei 1981 ging het hem weer wat beter zodat hij voor enige tijd portier kon zijn op St. Charles bij Boxtel. In oktober 1982 kon hij terugkeren naar het bisdom Mahagi om te gaan bouwen in Laybo.

In 1984 keerde Karel terug naar het bisdom Bunia en bouwde in Muhito de lokalen en de kapel voor een nieuwe “Foyer de Charité”: een kleine groep christenen die als één gemeenschap leeft en mensen ontvangt, individueel of in groepen, voor bezinning en retraites. Die hele bouw duurde wel 6 of 7 jaar. In 1992 ging hij weer naar het bisdom Mahagi. De omstandigheden waren niet gemakkelijk. In de regio waren er opnieuw onlusten, de waarde van het geld daalde alsmaar verder, soldaten en ambtenaren werden niet meer betaald en het wachten op een nieuwe regering duurde maar voort. Gelukkig woonden ze in een landbouwgebied zodat er geen gebrek was aan voedsel. Maar de spanningen bleven en zijn gezondheid ging weer achteruit. Karel kwam in mei 1995 op ziekteverlof naar Nederland en keerde uiteindelijk niet meer terug naar Congo.

In mei 1998 ging hij naar onze gemeenschap in Leidschendam en was er econoom tot januari 2000. Hij leerde om te gaan met een computer en begon leuke of inspirerende berichten en filmpjes van het internet te halen en rond te sturen naar vrienden en bekenden. Op 13 december 2003 verhuisde hij naar Heythuysen. Langzaamaan werd hij slechter ter been: hij moest een stok gaan gebruiken, kreeg een rollator en daarna een scootmobiel. Met plezier en veel geduld schoot hij medebroeders te hulp die problemen hadden met hun computer.

Vanaf zomer 2019 ging zijn algehele gezondheidstoestand nog meer achteruit. Hij had steeds meer pijn en ongemak, steeds meer medicijnen ook. Maar ondanks pijn en ongemak bleef Karel tot aan de laatste dagen uiterlijk altijd opgewekt en optimistisch, met een vrolijk woord en een kwinkslag. Half april 2020 werd hij twee maal in het ziekenhuis opgenomen vanwege algehele benauwdheid. Op 22 april 2020 is hij daar rustig overleden, een half uur nadat twee medebroeders hem een bezoek hadden gebracht en even met hem gebeden hadden.

Het aspect van Jezus wat hij, zijn hele leven overziend, vooral beleefde was: “…

hij ontvangt nu, in deze tijd,
het honderdvoud aan huizen, broers, zusters, moeders, kinderen, en akkers,
zij het ook gepaard met vervolgingen …”

Mk. 10, 30

Op maandag 27 april 2020 zullen we afscheid nemen van Broeder Karel Louwen in Huize St.Charles in Heythuysen en hem op het kerkhof aldaar ter ruste leggen.

Vanwege bijzondere maatregelen i.v.m. het coronavirus zal dat afscheid in heel besloten kring plaatsvinden. Op een later tijdstip zal er een herdenkingsdienst zijn om dan samen afscheid te nemen van Karel en dank te zeggen voor zijn mooie missionarisleven. U zult daar t.z.t. een uitnodiging voor ontvangen.

Namens de Familie

Mevr. C. Smulders-van Doorn
Alb. Schweitzerplaats 29
3069 GA Rotterdam

Namens de Witte Paters

Jozef de Bekker
Op de Bos 2
6093 NC Heythuysen