Homepagina > Nederland > Contactbrieven > Contactbrief 1e kwartaal 2013. (nr. 187)

Contactbrief 1e kwartaal 2013. (nr. 187)

vrijdag 5 april 2013, door Webmaster


.-.-.-.-.-.-.-.-.

M.Afr. 25 jr. in Heythuysen
Pater Piet Bongers
*
10 jr. in St. Charles
Pater Henk Kager
*
Gedicht
Pater Hans Peters
*
Trouwen in Nairobi
*

Lavigerie’s kruistocht
*

Column: Wim Wouters
*

Jubilarissen
*

Pater Frans Balemans
*

Pater Willy Burm
*

Onze Overledenen
*

Jubileum
Henk Bonke
*
.-.-.-.-.-.-.-.-.



Missionarissen van Afrika

25 jaar in Heythuysen

door Piet Bongers, m. afr. Heythuysen, 1936.

Zo stond het vermeld op het aanplakbord in onze leeszaal. In 1987 kwamen de Witte Paters vanuit ‘Sint Charles’ Boxtel om in het nieuwe ‘Sint Charles’ Heythuysen hun intrek te nemen. Dit jubileum mocht natuurlijk niet onopgemerkt voorbijgaan hoewel het maar een klein jubileum was van slechts vijf en twintig jaar. De vlag hing nog niet eens uit. Maar toch, op 7 september werd het op een aangename manier in onze gemeenschap gevierd.

Restaurant "Karibou" in St. Charles.

Om 10 uur waren we uitgenodigd voor koffie en vlaai in het KARIBU restaurant van het zorgcentrum ‘Sint Charles’. Pater Jan Mol, overste van de Witte Paters in Nederland, en de heer Wijers, directeur van de cluster oost van het ‘Land van Horne’ waren hierbij aanwezig.

De eucharistieviering volgde om 11 uur en werd geleid door p. Jan, die geassisteerd werd door p. Hans Peters.

Begrijpelijk waren we de Heer dankbaar voor de zorg die de Missionarissen van Afrika hier wordt gegeven. In zijn homilie kwam Jan daar meerdere keren op terug. Hij vermeldde speciaal de dames José Hendriks en Annie Keijsers omdat zij een eigen taak hebben in de verzorging van de senioren van onze missionaire gemeenschap. Na afloop ervan hadden we natuurlijk de gelegenheid om samen een borrel

te drinken en te genieten van een heerlijke Chinese maaltijd, bereid door een chinees restaurant uit Heythuysen en ons aangeboden door het ‘Land van Horne’. We lieten het ons goed smaken: bami en nasi. fou yong hai, tjap tjoy, saté, babi pangang, mini loempia’s, ook gebakken banaan in bladerdeeg, en een overvloed van de gebruikelijke kroepoek. Voor meerdere senioren was een siësta toen zeer welkom, doch rond drie uur kwamen we allen terug naar het restaurant voor thee en/of koffie, maar vooral om nogmaals te worden getrakteerd door het ‘Land van Horne’, dit keer op een flinke portie icecream. Ondertussen konden allen genieten van wat populaire muziek, gespeeld door een muzikant op zijn instrument. Ook de andere bewoners van ‘Sint Charles’ waren aanwezig, die net zoals wij hadden deelgenomen aan de Chinese rijsttafel..

Onze dank gaat uit naar allen die zich hebben ingezet om van deze dag iets bijzonders te maken, iets moois en iets gezelligs.


1994 - 2013: ptr. Henk Kager:

tien jaar in St. Charles, Heythuysen

Toen in mei 1994 het klooster van de zusters van O. L. Vrouw van Amersfoort in Vaassen leeg kwam te staan, huurden de Witte Paters het pand om gepensioneerde missionarissen en missionarissen op verlof in Nederland onderdak te kunnen bieden. Maar slechts een paar jaar later werd hun M. Afr. gemeenschap daar niettemin opgeheven. Vijf leden van onze groep namen hun intrek in onze gemeenschap in Dongen. Toen een half jaar later de overste van Heythuysen aan zijn medebroeders die zich nog actief konden en wilden inzetten vroeg om naar Heythuysen te komen, bood ik me aan, en zodoende verhuisde ik weer en verliet ik Dongen om mijn intrek te nemen in Heythuysen. Met een auto in mijn bezit kon ik medebroeders daar helpen om naar de dokter te gaan, ze naar het station te brengen, boodschappen te doen met hen of voor hen, enz. Naast mijn activiteiten in huis, werd ik al snel gevraagd de eucharistie te vieren in een verzorgingshuis in Swalmen nabij Roermond. Ik heb dat negen jaar lang met veel voldoening gedaan. tot het me fysiek teveel begon te worden. Ik heb er mooi afscheid kunnen nemen tijdens een eucharistieviering op Kerstmis. De mensen vonden het jammer dat ik weg ging, maar ze hadden er alle begrip voor.

Huize "St. Charles" in het grijze verleden

Er kwam al gauw een andere mogelijkheid om mensen te helpen, toen ik gevraagd werd deel te nemen aan diverse bedevaarten.

Dit bracht mij naar plaatsen zoals Częstochowa in Polen (de Zwarte Madonna), Banneux in België (de Maagd der aermen), Rue du Bac, Lisieux, Heroldsbach, Padre Pio, Kevelaer, Amsterdam (de Vrouwe van alle Volken), Paray le Monial (Margaretha Maria Alacoque / devotie tot het H. Hart), Ars, Smakt (de H. Josef), Lourdes, Fatima en Medjugorje. Vooral Medjugorje heeft veel indruk op me gemaakt.

Tijdens mijn laatste reis daarheen was ik getuige van twee duivel-uitdrijvingen. Dat heeft een diepe indruk op me gemaakt. De geluiden, die de bezetenen uitstootten, zijn niet na te doen; ze kwamen echt recht uit de hel.

Wat Heythuysen betreft, na twee jaar breken en bouwen konden we van 18 tot 20 januari 2009 verhuizen van de oudbouw naar de nieuwbouw op St. Charles. Ieder kreeg een heus appartement.

Wat mijn gezondheid aangaat, op 16 januari 2009 werd er tijdens een buikscan in het ziekenhuis in Weert een ontsteking geconstateerd in de alvleesklier. Een week later zei de internist tegen me: Eerwaarde, de vorige week was ik bang en zei tegen mezelf: als er maar geen kanker bij zit. Nu zeg ik u: U hebt geen kanker. Was dat wel het geval geweest …….

Van 16 tot 30 oktober 2009 heb ik, samen met een achternicht, een mooie reis gemaakt naar het H. Land, waar we uitstekend werden ontvangen door witte pater Tom Wijffels.

En op 1 juni 2012 mocht ik nog iets heel bijzonders beleven: Wim Kurris en zijn vrouw Adrienne waren 50 jaar geleden getrouwd en ik deed hun huwelijksinzegening. Nu kwamen ze bij me en zeiden: We willen graag, dat je voorgaat bij de eucharistieviering de bij gelegenheid van ons gouden huwelijksjubileum.
Dat is een heel mooi feest geworden in Grubbenvorst.

Wat mijn gezondheid betreft, Ik fiets nog, ik rijd nog een auto en ik wandel graag met een stok. Maar ik voel me nog niet stokoud.

 Grubbevors of Grevors) is een kerkdorp in het noorden van de Nederlandse provincie Limburg


Sint Charles, ons laatste thuis


Na vele jaren in Afrikaanse landen,
geven wij onszelf uit handen,
belanden in n’woon zorghuis
En voelen ons er echt thuis.

Wat een luxe wat een leven, in een hutje de nacht in gaan

Wat een luxe, wat een leven;
Ik hoor het zo vaak zeggen:
Ginds moest ik over ruwe wegen,
Hele afstanden afleggen,
In een hutje de nacht ingaan.

We worden zo verwend
Met een mooi appartement.
Zo iets was ongekend
In het Afrikaanse continent.

Zie, wat een diversiteit
Aan talenten en gaven.
Die gaan wij niet begraven;
Ze maken onze communiteit.

En wat ons zo verblijdt,
Dat ondanks alle kwalen
Van ouderdom en zijn plagen
We geloven in een Eeuwigheid
Samen met onze Afrikanen.

Hans Peters, M. Afr.
Lobith 1930


Trouwen in Nairobi


Van John Slinger,
m. afr. (GB. 1941)

pastoor South B parochie,
Nairobi, KENYA

Het gebeurt niet dikwijls in Nairobi, Kenia, dat er een week voorbijgaat zonder dat je in een van de kranten een artikel kunt lezen over het huwelijk.

In het Serema Hotel in die stad wordt er iedere zaterdagochtend een cursus gegeven (kosten ongeveer 300 U.S. dollar) door Patricia Murugami. Toen zij in 2008 hiermee begon veroverde zij vrij vlug de als maar groeiende Keniaanse markt van adviesbureaus voor mensen met huwelijksproblemen. Deelnemers die haar cursus afmaken, ontvangen een diploma.

De dame in kwestie, Mw. Patricia Murugami, is directeur van een departement van de Strathmore Business School. Degenen die bekend zijn met Kenia weten dat Strathmore University is gesticht door Opus Dei. Patricia ziet zichzelf als een huwelijkscoach en zij beschrijft haar cursus als volgt:
“We richten de aandacht op belangrijke onderwerpen, zoals zelfkennis, het bewaren van een sterke vriendschap met je echtgenoot en op de grenzen die, zelfs binnen het huwelijk, gerespecteerd moeten blijven; ook op hoe je van je huis een prettig thuis kan maken en - heel zeker - op de anticonceptionele valkuil.”

Ik wacht nu af of er misschien in de toekomst ook een cursus gaat komen voor mannen, geheten: Bruidegoms voor het Leven, Getrouwd voor het Leven”, maar momenteel is daar niets over bekend.

Uit een onderzoek in Kenia, gehouden in juni 2011, bleek dat 40% van alle getrouwde stellen zich beschouwden als . Een derde van de anderen gaven toe dat hun huwelijk een mislukking aan het worden was.

Het wordt dikwijls beweerd tegenwoordig dat het instituut ‘huwelijk’ onder druk staat. Mensen trouwen en hebben grote verwachtingen, maar wanneer die verwachtingen niet gerealiseerd worden, raken ze teleurgesteld. Wanneer dan die teleurstellingen niet het hoofd worden geboden en er niet goed mee wordt omgegaan, kan dat leiden tot scheiding. Voor getrouwde mensen zijn de voornaamste redenen van stress in hun huwelijk: het onderlinge contact of het ontbreken ervan; intimiteit; sex; huwelijkstrouw; financiën; familieleden. De meeste mensen trouwden al denkende dat ze nooit zouden gaan ruziën want ze houden immers van elkaar.

Maar, om eerlijk te zijn, waar twee mensen samenleven, daar zullen ze een keer botsen, gewoon omdat ze van elkaar verschillen.

Mensen voorbereiden op het huwelijk is een echte uitdaging.

Vroeger, d.i. 25 jaar geleden, werd het dikwijls overgelaten aan de priester of de catechist. In de St. Theresiaparochie in Nairobi hadden we, voor zover ik me kan herinneren, drie ontmoetingen met het a.s. bruidspaar en in die ontmoetingen probeerden we aandacht te schenken aan alle aspecten van het huwelijk: het sacrament, de wettelijke verantwoordelijkheden, natuurlijke gezinsplanning en de liturgische viering. Er werd weinig of geen aandacht besteed aan contact of aan omgaan met conflictsituaties of onderlinge verschillen.

Tegenwoordig hebben wij in de ‘South B’ parochie een groep getrouwde mensen die er zich mee bezighouden in zes sessies, ieder van twee uur. Bovendien wordt die voorbereiding gedaan in groepen. M.a.w.: deze is gebaseerd op het model van de ‘Marriage Encounter’ met contact als sleutelwoord. De eerste vier sessies gaan over luisteren, delen in andermans gevoelens en verwachtingen. Een andere sessie, geleid door een getraind stel en een verpleegkundige, gaat over natuurlijke gezinsplanning. Tenslotte komt de priester praten over het sacrament: de aanwezigheid van Christus, en hij beantwoordt vragen over het geloof.

Veel van dit alles betreft voornamelijk de hogere sociale klassen, want dat zijn mensen die ingaan voor opzichtige bruiloften met dure jurken en een weelderige receptie. Een uitgave van 6000 U.S. dollar voor een trouwerij is geen uitzondering in Nairobi. Veel van onze mensen die in de informele sector wonen, kunnen dat niet betalen. In feite is het zo dat 65% van de Nairobi-inwoners ‘arm’ genoemd worden, d.w.z. zij leven in de achterbuurten, verdienen een bescheiden loon en worstelen om hun kinderen naar school te sturen. Met andere woorden, zij leven van de hand in de tand.

Bruiloft in Nairobi.

In onze ‘South B’ parochie hebben we ongeveer 45 huwelijken per jaar, en 20% hiervan woont niet samen. Dat, in mijn ervaring als missionaris, is een aanzienlijke hoeveelheid. In de elf jaar dat ik in een andere parochie in Nairobi werkte, hadden we, voor zover ik me herinner, slechts 4 huwelijken van mensen die niet samenleefden in, wat heet, een traditioneel verband. Dat is misschien de reden dat ik niet weg ben van huwelijksvieringen en trouwmissen. Zij brengen een namaak- atmosfeer met zich mee: De bruid in het wit, soms heel duidelijk zwanger, bloemen en zangers enz. Ze zouden een schertsvertoning kunnen zijn. In ieder geval, ik denk dat het geld beter gebruikt had kunnen worden.

In de St. Theresiaparochie hadden we een betere reactie wanneer groepshuwelijken geregeld werden met zo een 40 of 50 stellen.

‘Leven in de brouwerij’
tijdens huwelijksvieringen

Samen met mama en schoonmama

In de ‘South-B’ parochie in Nairobi heb ik een paar dingen geleerd over huwelijken. Dat is gekomen als resultaat van mijn aan-wezigheid in protestantse kerken waar een katholieke partner dispensatie was gegeven om bv. te trouwen in een Presbyteriaanse kerk.
De viering daar bestaat in het Woord van God en de dominees gebruiken allerlei gebaren en symbolische handelingen om de eenheid te benadrukken van de families die aan de dienst deelnemen. Bovendien, er zijn gebeden en zegeningen die betrekking hebben op de hele congregatie. Dat de bruid later aankomt dan afgesproken en aangekondigd, kan me niet meer kwaad maken. Ik heb zelfs Frank Sinatra nagedaan door “Love and Marriage!” te zingen tot groot vermaak van alle aanwezigen. In ons parochiekantoor hangt een schilderij dat lemen waterpotten afbeeldt. Twee potten bovenaan, een rechts, en een links, waar water
uitstroomt. Dat water wordt opgevangen in twee kalebassen eronder en wordt dan naar twee potten geleid die eronder staan. Tussen die twee in staat een derde pot die, zo te zien, nutteloos is. Water van de pot rechts boven wordt geleid naar de pot links beneden, en dat van de pot links boven vloeit in de rechtse beneden.

Kalebassen met water.
Ons pastorale team ging er eens goed naar kijken om te zien of een andere interpretatie ook mogelijk is. En toen begon het tot ons door te dringen. Het zou huwelijksbevrediging kunnen uitdrukken die voor ieder van de twee partners wordt uitgedrukt door de behoeften van de ander ter harte te nemen.

Deze afbeelding werd mij gegeven door een man die enkele jaren geleden in onze parochie trouwde. Hij bracht het me zeggend dat het hem was gegeven bij gelegenheid van zijn kerkelijk huwelijk. Maar de afbeelding had geen boodschap voor hem. Het zegde hem niets. Volgens hem zou het water in plaats van in twee kalebassen te stromen in één pot moeten samenkomen. Voor de man duidde het op individualiteit, niet op saamhorigheid.

Ons pastorale team ging er eens goed naar kijken om te zien of een andere interpretatie ook mogelijk is. En toen begon het tot ons door te dringen. Het zou huwelijksbevrediging kunnen uitdrukken die voor ieder van de twee partners wordt uitgedrukt door de behoeften van de ander ter harte te nemen. Lang geleden zei Paus Pius XII in een toespraak tot pasgetrouwde koppels: “Een huwelijk is vol beloften wanneer de partners uitkijken naar het geluk van de ander in plaats van naar dat van zichzelf.” Deze opmerking komt overeen met wat de Italiaanse schrijver Luciano de Crescenzo schreef, namelijk dat ieder van ons een engel is met slechts één vleugel; we kunnen alleen maar vliegen wanneer we elkaar omhelzen.

Op veel plaatsen in Oost-Afrika stellen koppels hun kerkelijk huwelijk uit. Het is, niettemin, mijn ervaring dat de meeste katholieke echtparen vroeg of laat naar de kerk komen om hun huwelijk te vieren op het moment dat het hun uitkomt en in overeenstemming met de middelen die zij hebben.


3e en laatste deel : Moderne slavernij


In de twee vorige afleveringen van de Contactbrief schreven we over hoe, 125 jaar geleden, Lavigerie door middel van zijn befaamde kruistocht zich inzette om te komen tot een internationale overeenkomst inzake afschaffing van slavernij. Hij was zeker niet de enige die zich daar voor inzette.
In deze aflevering kijken we meer naar wat ‘moderne’ slavernij heet, en zetten we enkele vraagtekens bij onze inzet daarbij.

Bestaat slavernij nog?

Is het terugkijken op kardinaal Lavigerie’s Antislavernij Kruistocht de moeite waard? Heeft het enige betekenis behalve dan die van een oefening in geschiedenis? De vraag die hier gesteld kan worden betreft slavernij in onze tijd en in onze omgeving. We kunnen over onze eigen grenzen heen kijken naar landen in Afrika, bv. naar de prijzen die door grote internationale firma’s betaald worden voor grondstoffen van allerlei aard die uit de Afrikaanse bodem worden gehaald, of naar de uitvoer van kuikens vanuit Nederland naar West-Afrikaanse landen waarmee de boeren ginds benadeeld worden in hun levensonderhoud, en naar andere situaties.

Maar we kunnen ook kijken naar wat er gebeurt in ons eigen land. Is er bij ons en te midden van ons slavernij waar velen de ogen voor sluiten? Of is de situatie in ons land misschien van het soort dat bestond in Europese landen eind 19e eeuw, toen er antislavernijcomités opgericht moesten worden om mensen wakker te schudden, om de publieke opinie te beïnvloeden en daarmee de regering aan te zetten toch iets te doen tegen de mensonterende praktijken van slavernij en slavenhandel? Of gaan we misschien rustig door met onze ogen dicht te houden alsof we van de prins geen kwaad weten wanneer we op de een of andere manier in contact komen met vrouwenhandel of met buitenlandse seizoenwerkers die niet kunnen klagen omdat ze veelal illegaal hier in het land zijn? De herinnering aan Lavigerie’s werk kan een gelegenheid zijn het probleem van Nederlandse meisjes en loverboys onder ogen te zien. Vrouwenhandel, mensenhandel in het algemeen, is een moderne vorm van slavernij.

Hier in Nederland?

Kort geleden las ik het boek Slaven in de Polder van de Trouw-journalisten M. Roessingh en P. Ramesar, en was echt geschokt dat de situaties die zij beschrijven mogelijk zijn in ons land. Er wordt wel ’ns gevraagd: Maar wat kan ik doen tegen gedwongen prostitutie? Tegen het onderbetalen van vrachtwagenchauffeurs? Ik? Ingaan tegen het misbruik maken van au pairs? Hoe dan? Een praktisch antwoord is nogal eens moeilijk te vinden. Ongetwijfeld. Maar toch, er bestaan organisaties in ons land die zich inzetten voor slachtoffers van vrouwenhandel 2; er is ook een nationale ombudsman3; er zijn meldpunten waar huiselijk geweld gerapporteerd kan worden4. Niets doen is zo gemakkelijk.

Ogen en oren dicht doen kost weinig of geen moeite. Maar als de herinnering aan Lavigerie’s werk van 125 jaar geleden iets wakker kan maken in ons zoals indertijd zijn antislavernij- pamflet iets wakker schudde in de 25-jarige Maria Theresa Ledóchowska, dan is die herinnering zeker geen nutteloze bezigheid geweest, maar wel echt de moeite waard.

En dat het zo mag zijn.



Niet (willen) horen, niet (willen) zien, niet (willen) spreken

Afbeelding internet. (Boeddhistische variant)

Niet (willen) horen?

Niet (willen) zien?

Niet (willen) spreken?


Deze keer van Wim Wouters,
m. afr. in Nederland

Onlangs ben ik naar een crematie geweest. Van iemand die ik geen missionaris van Afrika kan noemen, maar wel een missionaris in Afrika. Na de dood van haar broer, een aids patiënt, is zij, ook een beetje via de witte paters, in Afrika terecht gekomen om aids patiënten de mogelijkheid te geven om een waardig afscheid van het leven te kunnen nemen. Drie huizen (hospices) heeft ze gesticht en bovendien een heel kinderdorp voor kinderen die hun ouders verloren zijn aan die ziekte. Ik was verbaasd wat de verschillende mensen, die een toespraakje hielden, van deze liefhebbende vrouw konden zeggen. In dit jaar van het geloof, kwam zij voor mij naar voren als iemand die geloofde in de Goddelijke kracht die ze in zich had, en dat was niet de kracht van woorden, van definities, maar de kracht van de empathie, van de aanraking van een stervende patiënt. Gelukkig dat er heel wat van die onbenoemde maar mede-levende en mede-lijdende mannen en vrouwen rondlopen in de Afrikaanse landen waar wij werken en gewerkt hebben. Aanvankelijk werden we uitgestuurd om de kerk te stichten. Dat hebben we gedaan, een structuur waar we trots op mogen zijn. Maar al vanaf het begin hebben missionarissen een sterk zintuig ontwikkeld om rond die kerk dingen te laten gebeuren, die alles van doen hebben met de werken van barmhartigheid. Kent U ze nog? De hongerigen spijzen. De dorstigen laven. De naakten kleden. De vreemdelingen herbergen, De zieken verzorgen. De gevangenen bezoeken. De doden begraven. Als je mensen tegenkomt, die daar warm voor lopen, en die daarvoor uitgestuurd willen worden, dan heb je van doen met een missionaris.

Gegroet, Wim Wouters m.afr.


ZALIG PASEN


Liefde is niet te begraven.
Mogen we Pasen vieren als wat het is:
Een gezegend feest van liefde.



JUBILARISSEN VAN 2013

MISSIONARISEED

50 JAAR
p. Piet Verkleij - 1 mei
p. Piet van Hulten - 26 juni
p. Piet Bongers - 28 juni

60 JAAR
p. Rob van Iterson - 29 juni
p. Theo de Jong - 22 juli
p. Harry Vernooy - 22 juli
b. Kees Akkermans - 6 augustus
b. Frans Dewez - 15 augustus

65 JAAR
p. Louis Degenhart - 9 april
p. Ben Vulkers - 9 april
p. Jan v.d. Kieboom - 9 april
b. Wim van Dijk - 17 september
b. Albert van der Pol - 17 september

PRIESTERWIJDING

40 JAAR
p. Rein Folst - 8 juli
p. Jozef de Bekker - 13 juli

50 JAAR
p. Geert Groenewegen - 6 juli
p. Marcel Mangnus - 6 juli
p. Piet Verkleij - 6 juli
p. Pieter Wels - 6 juli

60 JAAR
p. Jacques Vannieuwenhove - 5 april
p. Ger van Dieten - 11 juni

65 JAAR
p. Nico de Bekker - 11 april


Pater FRANS BALEMANS, M. Afr.
* Zevenbergen, 22 augustus 1929
† Heythuysen, 6 december 2012.


Frans volgde zijn opleiding in onze seminaria in Nederland en Thibar (Tunisië). Samen met zijn broer Christ (wereldheer) werd hij priestergewijd te ’s-Heerenberg op 22 april 1957. Hij had een oom en heeft een broer bij de Witte Paters. Martin (81) is nog werkzaam in Ghana.
Frans was enthousiast van aard, spontaan en optimistisch; had een gezond oordeel, was een doorzetter en recht door zee.

Frans vertrok 20 augustus 1957 naar Burkina Faso, het aartsbisdom Ouagadougou, de parochie Saba, om er de taal en cultuur te leren en pastoraal werk te doen. Eind 1961 werd hij benoemd voor het bisdom Kaya, waar hij vele jaren in een groot aantal parochies werkte. Tijdens zijn verlof in Nederland in 1962 werd hij benoemd voor de ‘Propaganda’ in het zuiden van het land. Hij was belast met de propagandisten, de Amate-tentoonstellingen, preken en schoolbezoek. Geleidelijk aan werd hij zich bewust dat de belangstelling voor roepingen verminderde in Nederland, ook die om missionaris te worden. Hij vond dat de manier van propaganda voeren niet meer aangepast was, zag geen betere, en vroeg om terug te mogen naar Afrika. Eind 1967 mocht hij terug naar Burkina Faso. Een jaar later teisterde een enorme droogte het land, de oogst mislukte grotendeels en er was hongersnood. Juist zijn parochie was het ergst getroffen. Pastor blijvend rolde Frans zo ook in het ontwikkelingswerk. Een kennis van Frans stuurde 8.000 bedelbrieven door heel Nederland. Zeer velen hebben zijn werk gul gesteund.

Met die hulp werden 40.000 mensen in het bisdom Kaya ongeacht hun religie van voedsel voorzien.
Uit deze actie ontstond in 1969 ook de eerste Boerenbond in Burkina Faso en werd eind 1973 in Nederland ‘de Stichting Balemans’ opgericht. Deze is nog steeds actief voor daadwerkelijke ondersteuning voor ontwikkelings- en pastoraal werk in het bisdom Kaya.
Dank zij deze hulp kon Frans cursussen voor effectieve landbouwmethoden opzetten, landbouwmachines kopen, waterputten slaan en een gezondheid- en een vormingscentrum bouwen. Hij was van 1977 tot eind 1982 Econoom van het bisdom Kaya en bleef verantwoordelijk voor pastoraal werk en het ontwikkelingsproject. In de boerenbond werkten christenen en moslims samen. Wat Frans bewoog: “Het gaat om echt geïntegreerde groei van mensen en hun gemeenschap, geestelijk en materieel”.
Zijn regionale overste schreef in maart 1978: “Frans slaagt er in om zowel de evangelisatie flink aan te pakken als de menselijke vooruitgang, want het parochiewerk wordt niet verwaarloosd”.
En in 1986 schreef Frans zelf: “Het aanreiken van de mentaliteit van Christus: goedheid, solidariteit, respect voor de arme en zwakke, zingeving aan het leven, dat alles beschouw ik nog steeds als mijn voornaamste missionaire taak. Het zijn niet alleen de ontwikkelingsprojecten die de aandacht trekken van niet-katholieken, ook de hulp aan de naaste, de persoonlijke houding en vergevingsgezindheid maken indruk.
Hij verhuisde 1 augustus 2001 naar een ander bisdom, de bisschopsstad Koudougou, en ging er werken voor Vrede, Gerechtigheid en Heelheid van de Schepping als uitvoerend secretaris voor de Witte Paters in Burkina Faso. Zijn missie was: bewustmaking, gelijke rechten en rechtvaardigheid. 75 jaar oud schreef hij: “Ik ben thuis in Burkina Faso” en begin 2006: “Je hoort wel eens: ´Hij heeft zijn leven aan de missie gegeven.

Onzin: Ik heb hier een prachtige tijd gehad”. Hij was blij dat hij mocht leven en werken “met de vriendelijkste mensen die je je maar kunt voorstellen”. “Wel graag een ´bietje´ hard praten want ik ben stokdoof”.

Frans kwam in februari 2007 voor goed naar Nederland en vestigde zich in Heythuysen. Elke dag besteedde hij daar 3 uren aan gebed en een uur om te wandelen. Hij bezocht veel mensen en onderhield een honderdtal relaties per brief en e-mail. Hij vond de sfeer in huis zeer aangenaam en het personeel sympathiek en toegewijd.
Hij zocht een nog grotere verdieping in zijn leven en dacht die te vinden als monnik. Gezien zijn leeftijd bleek dat niet zijn weg te zijn. Hij besloot tenslotte voor meer contemplatief leven in zijn appartement in Heythuysen en ging regelmatig voor een maand naar een abdij.
Frans vermagerde steeds meer en begin juli 2012 werd een zeer ernstige ziekte vastgesteld. Hij nam deze in grote berusting aan en ontving het sacrament van de zieken op 29 juli. Op 6 december 2012 was de strijd gestreden en overleed vredig op zijn appartement ten Huize St. Charles. Op 12 december 2012 hebben we afscheid van hem genomen, waarbij ook de bisschop van het bisdom Kaya en zijn broer Martin uit Ghana aanwezig waren. Vanuit de parochiekerk van Heythuysen werd Frans begraven op ons eigen kerkhof van St. Charles.


Pater WILLY BURM M.Afr.
* Hulst, 20 juni 1936
† Ouagadougou, 14 januari 2013


Na zijn opleiding in onze vormingshuizen in Nederland en zijn theologiestudie in ons groot seminarie in Totterigde (Engeland) verbond hij zich daar op 11 juli 1961 door de Missionariseed van de Sociëteit van de Missionarissen van Afrika en werd priester gewijd te Breda op 29 juni 1962.

Willy had een gezond, soms origineel oordeel, was nuchter en praktisch van aard. Hij was een stille harde werker. Tijdens zijn vorming typeerde men hem als “ Iemand die gemakkelijk te veel van zijn krachten zal vragen”. Hij groeide uit tot een man van gebed, tot een echte mensen-mens en was zeer betrokken en dienstbaar, vooral aan de minderbedeelden.

Na zijn wijding werd hij, zoals hij gevraagd had, benoemd in een Franstalig land in Afrika. Om zijn Frans wat bij te spijkeren volgde hij na zijn Engelstalige opleiding eerst een pastorale cursus in Mours (Frankrijk).

Op 2 december 1962 kwam hij aan in het bisdom Koupéla (Burkina Faso, het voormalige Opper Volta) en ging naar Guilongou om er de Moore taal en cultuur te leren. Hij mocht meer dan 50 jaar uitsluitend in Burkina Faso in verschillende parochies werken, in de bisdommen Koupéla, Kaya en Dori. Alleen onderbroken in 1970 voor een cursus Islamologie in Rome, voor de behandeling van een zeer gecompliceerde beenbreuk was hij van eind 1986 tot medio 1988 in Nederland en ook voor een sabbatjaar in 2000/2001. Naast het pastorale werk heeft Willy ook in elke parochie zeer veel gebouwd:
kerkjes, medische centra en scholen met stafwoningen en hostels voor leerlingen, bruggen, dammen en waterputten. Ook legde hij in centra zonne-energie-installaties aan en plantte er met de dorpsgemeenschappen ongeveer 50.000 bomen. In dit werk werd hij gul geholpen door organisaties als Miva, Memisa, Vastenactie en anderen, maar kreeg ook veel financiële steun van particulieren.

Willy besteedde dan ook veel aandacht en tijd aan een zorgzame correspondentie. In vele brieven schreef hij: “Hoe langer je hier bent, hoe interessanter het werk is en hoe gelukkiger en enthousiaster ik er bij word. Je weet waarvoor je werkt”. Hij was de mensen nabij.

Zijn werk werd ook door overheden zeer onderkend en gewaardeerd, zoals blijkt uit de vier onderscheidingen die hij kreeg. In 1986 de nationale decoratie ‘ Medaille voor Verdiensten ‘. Op 30 april 1989 werd hij ‘Ridder van Oranje Nassau ‘. In mei 1995 werd hem door een internationale jury de prijs toegekend:
‘Aimé Nikiéma voor de Rechten van de Mens 1995 ‘.
En in november van datzelfde jaar werd Willy benoemd tot:
‘ Commandeur van de Nationale Orde ‘, de hoogste onderscheiding van Burkina Faso.

De laatste jaren kreeg hij steeds meer gezondheidsklachten. Willy was juist voor medische onderzoeken in het ziekenhuis van Ouagadougou toen hij op 14 januari 2013 overleed aan een fatale hartstilstand.

Op 19 januari werd hij in Ouagadougou (Burkina Faso) begraven.

En op 26 januari 2013 hebben wij Willy herdacht tijdens een Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Nicolaas te Heythuysen.

Zijn leven en werk overziend kan daar het Zeeuwse motto: “Luctor et emergo” op toegepast worden, te vertalen als “Ik worstel en kom er steeds weer bovenop”.

“ Wat je aan de minste der mijnen gedaan hebt,
heb je aan Mij gedaan “.

Mt. 25, 40

En bidden we voor onze overledenen:

06-10-2012 - De heer L. Mulders te Tilburg,
broer van p. H. Mulders †
11-10-2012 - Mevr. A. van Hout – van Schijndel te Hapert,
zus van p.K.v.Schijndel †
06-12-2012 - De heer A. Marijnissen te Uden,
broer van br. C. Marijnissen †
09-12-2012 - De heer A. van Aelst te Leiden,
broer van oud-medebroeder P. van Aelst †
09-12-2012 - Mevr. H. Collins – van der Steen te Mornington (Australië),
zus van p. H. van der Steen. †
05-01-2013 - Zr. B. van Kessel (Zr. José-Marie),
Witte Zuster te Boxtel.
14-01-2013 - Pater W. Burm M.Afr. te Ouagadougou. †
13-02-2013 - Mevr. M. Kerklaan te Exloërveen,
oud KRO-reporter over missionaire thema’s,
met wie verschillenden van ons hebben gewerkt.
19-02-2013 - Mevr. M. Bergmann te Boxmeer,
zus van p.P. Bergmann.

20-02-2013 - Mevr. P. van der Donck-Scheepers te ’s-Hertogenbosch,
Vroegere buur van ons in Boxtel. Zij zette zich vele jaren in
voor aids-patiënten in Zambia. †
20-02-2013 - Mevr. M. van Gool te Goirle,
zus van p. A.van Gool †
22-02-2013 - De heer P. Kuppens te Weert,
broer van p. Jos Kuppens en neef van p. Zef en Sjef Kuppens. †
25-02-2013 - Mevr. M. van Wiechen – Vismans te ’s-Gravenhage,
zus van p. C. Vismans †
06-03-2013 - Mevr. E. Kemmink – van de Walle te Blaricum,
weduwe van oud-medebroeder A. Kemmink †
07-03-2013 - Pater J. Donders M. Afr. te Maastricht,
broer van br. P. Donders. †
09-03-2013 - Pater J. Hoppenbrouwers M.Afr. te Heythuysen
10-03-2013 - Mevr. J. Veeger, te Effen (Breda),
droeg zorg voor p. P. Backx †

Dat zij mogen rusten in vrede..

Nieuws van p. Henk Bonke in Ghana

Pater Henk (Zwolle 1936)
is na zijn verlofperiode in Nederland, die hij grotendeels doorbracht in de M. Afr.-gemeenschap in Dongen, blij weer terug te zijn in Bolgatanga, zijn oude standplaats in Ghana, waar hij sinds 2003 werkzaam is geweest bij de voortgezette vorming van pastorale werkers. Niettemin had hij toch ook met wat gemengde gevoelens, zo schrijft hij, want zo jong is hij toch ook niet meer. De toekomst van iemand die 75 is, kan vol verrassingen zijn.

Blij om terug te zijn in Ghana wás Henk dus. Zeker weten. Wat hem nóg meer verheugde was wel om te horen dat ze in Ghana het gouden jubileum van zijn priesterwijding nog eens dunnetjes over wilden doen. Voor hem werd 4 augustus een heel bijzondere dag, want tevens werd het zilveren jubileum van onze generale overste gevierd. Aanwezig waren de aartsbisschop emeritus van Tamale, ook de huidige Aarts-bisschop van Tamale (een vroegere student van Henk) en onze eigen bisschop van Navrongo-Bolgatanga.

Pater Richard Baawobr
Generale Overste
25 jaar priester

en

Pater Henk Bonke
50 jaar priester

* Intussen hebben we geruchten gehoord dat Henk ander pastoraal werk te doen heeft gekregen van de bisschop en dat hij daarom verhuisd is, weg uit Bolgatanga.