Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2017. > Pater Harrie Vernooy overleden.

Pater Harrie Vernooy overleden.

woensdag 4 oktober 2017, door Webmaster


In medeleven en dankbare herinnering delen wij U mede dat

Harrie Vernooy (Henricus Cornelius)

Missionarissen van Afrika - Witte Paters,

op 3-10-2017 te Almelo is overleden.

In Memoriam

Harrie werd geboren op 30-12-1925 te Cothen, provincie Utrecht in een agrarisch gezin van 14 kinderen. Harrie was het 7e kind. Uit dit gezin waren er 3 priestermissionarissen en één zus die medische missiezuster was. Om missionaris te worden volgde Harrie de opleiding op de seminaries van Sterksel en ’s-Heerenberg. Hij verbond zich door de missionariseed op 22-7-1953 aan de Sociëteit te Monteviot in Schotland. Hij werd tot priester gewijd te Galashiels op 10-6-1954.

Harrie had een aanpak voor de grote lijnen, en was wat behoudend van aard. Een van zijn leraren karakteriseerde hem als een “goede dorpspastoor”. Hij was wilskrachtig, een volhouder en gelijkmatig van temperament. Hij had een heel groot hart, steeds bereid een dienst te verlenen aan zijn medemens. Hij kon wat ongeordend en soms verstrooid overkomen. Dikwijls was hij al in gedachten met een nieuw plan bezig. Hij voelde goed aan of mensen met een oprechte interesse zijn visie deelden.

In december 1954 vertrok Harrie naar Malawi, eerst enige maanden naar Likuni om de Chichewa taal te leren. In juli 1955 ging Harrie naar zijn eerste parochie Mtendere in het latere bisdom Dedza. Hij leerde de taal behoorlijk kennen en kon goed overweg met de bevolking. De parochie had ca 5.000 Katholieken; ca 1.000 geloofsleerlingen en dit aantal steeg nog steeds. De Broeders Maristen hadden er een opleiding voor toekomstige Broeders en een internaat voor lager onderwijs. De streek was bekend om zijn productie van bruine bonen. In 1956 overleed de moeder van Harrie. Het plotselinge bericht van het overlijden van zijn moeder heeft een grote impact gehad in zijn beginperiode in Malawi. Het rouwproces verwerken op grote afstand van zijn familie viel hem heel zwaar. Dit verdriet kon hij moeilijk bespreken en delen met zijn mede broeders in Malawi.

In 1957 werd hij benoemd in de parochie Bembeke om van daaruit de parochie Dedza mede op te richten, wat ook de bisschopszetel zou worden. Dedza was een stadje en had een middelbare school van de staat. De Witte Paters bouwden een pastorie met stromend water en elektriciteit en een nieuwe lagere school. Het bisschopshuis en de kantoren werden later gebouwd. Het aantal geloofsleerlingen nam goed toe. Het was de tijd van groeiende roep om zelfbestuur en dr. Banda was juist terug van zijn verblijf in Londen, waar hij een artsen praktijk had, om campagne te voeren. Een interessante maar soms roerige tijd.

In 1959 werd Harrie verplaatst naar de parochie Mua. Deze was een van de oudste parochies van Malawi, gelegen aan het meer met daarom een nogal drukkend en vochtig klimaat. Naast het gewone pastorale werk hield Harrie zich bezig met het inspecteren van de 9 lagere scholen in de parochie. Enkele jaren tevoren kwamen de kinderen niet of onregelmatig naar school, maar door de aanhoudende inspanning van de missionarissen was dat nu veel verbeterd en liepen die scholen ook behoorlijk goed. In het regenseizoen waren de wegen zo modderig dat zij maar twee van hun kerkdorpen met moeite konden bereiken en vaak onder moeilijke omstandigheden hun werk moesten uitvoeren.

Juni 1961 werd Harrie benoemd voor Kasina; halverwege 1962 in Dedza; en in 1963 werd hij aangesteld tot pastoor van Mua. Hij was zeer geïnteresseerd in het parochiewerk, hij hield de registers goed bij en had een zekere organisatie in zijn activiteiten. Hij voelde zich hier als pastoor beter op zijn plaats toen hij nu zelf voor zijn parochie de gehele verantwoording kreeg. Op deze plaats kon Harrie zijn eigen plannen verder ontplooien.

Zijn broer Martien († 25-6-2016) was priester van het aartsbisdom Utrecht. Na het verlof van Harrie in Nederland vertrokken zij samen op 14-5-1969 naar Malawi, de parochie Kandeu waar Harrie pastoor werd. Samen bouwden zij met hulp van een Cothense architect Chris de Gier een ontwikkelingscentrum, waar Martien de verantwoordelijke werd. Het bestond uit een vergaderzaal, kerkruimte, een huishoudschool voor vrouwen en meisjes, een gezondheidscentrum en een rij kantoren verbond die 2 gebouwen tot één. Met hulp van een radio actie in Nederland en met financiële en morele hulp vanuit de parochies Klarenbeek, Haaksbergen, Arnhem-Zuid en het Missie commitee uit Cothen kon dit grote project worden gerealiseerd.

Veel mannen trokken weg uit Malawi naar Zuid Afrika om in de mijnen te gaan werken. Hierdoor bleven vrouwen dikwijls in erbarmelijke omstandigheden achter. De meer verstandige mannen trokken niet weg, maar belegden hun geld in koeien en kippen of een winkeltje of een molen om maïs te malen of in het transport. Velen van die beginners hadden het in 1976 ver gebracht.
Harrie en zijn broer Martien hebben in de buitenposten veel kerken, scholen, gezondheidsposten gebouwd als ook een kindertehuis.

Vanaf 1972 waren er Zusters uit Luxemburg werkzaam in een tijdelijke kliniek gebouw. In 1976 verkregen zij de vergunning voor nieuwbouw. Deze samenwerking kwam ten goede aan de mensen in de gehele streek, met name voor de voorlichting en de begeleiding van moeder/kindzorg. In de loop van het jaar hebben Harrie en Martien samen met de bevolking een aantal waterputten gegraven en gebouwd, gefinancierd door de MAVO van Arnhem Zuid.

Op 13-6-1977 kwam Harrie om gezondheidsredenen met ziekteverlof naar Nederland en werd besloten dat hij voorgoed in Nederland zou blijven. Na dat plotselinge vertrek heeft Martien toen nog vele jaren de parochie van Harrie waargenomen. De Witte Paters hebben dit altijd zeer gewaardeerd. Martien heeft ook na zijn terugkeer uit Malawi in Nederland altijd goede contacten met de Witte Paters onderhouden.

Van begin maart tot eind mei 1978 nam Harrie deel aan de Bijbelsessie en de 30-daagse Oefeningen te Jeruzalem. Per 1-9-1978 werd hij door de kardinaal aartsbisschop van Utrecht benoemd tot halve-tijd pastor van het St.Elisabeth- en van het Prinses Irene-ziekenhuis en deeltijd gevangenispastor te Almelo.

Door zijn werkzaamheden in het ziekenhuis kwam Harrie in contact met een mevrouw, die hem woonruimte aanbood in Geesteren. Harrie woonde in Almelo in een flat en was blij dat hij in een huis met tuin en veel ruimte er om heen kon gaan wonen. Hij kon hier genieten van de natuur en de vele dieren die hij verzorgde. In deze tuin stond een gebouw, was aanvankelijk bedoeld voor een ponny, maar Harrie verbouwde dit samen met Joke en de buren in een kapel en richtte dit in met mooie iconen en glas-in-loodramen. Deze kapel bood plaats aan een tiental mensen.
Op latere leeftijd ging Harrie de Eucharistie vieren in het Latijn, volgens de Tridentijnse ritus.
In zijn kapel droeg hij de H. Mis op waarbij mensen van elders welkom waren.

De laatste jaren nam geleidelijk zijn gezondheid af. Zijn 60-jarig priesterjubileum op 10 juni 2014 heeft hij in het ziekenhuis herdacht.
Dank zij de liefdevolle zorg en aandacht van zijn huisgenote Joke, kon Harrie met hulp van thuiszorg op dit mooie plekje in Geesteren blijven wonen.
Gesterkt en getroost door de Heilige Sacramenten der Zieken is in de Vrede van Christus Harrie op 3-10-2017 in het ziekenhuis te Almelo rustig overleden.
Laten wij hem in onze gebeden gedenken en Harrie in onze herinneringen bewaren.
Dat hij mogen rusten in Vrede bij zijn Schepper.

Het aspekt wat hij, zijn hele leven overziend, vooral beleefde was:

“... gelijk aan een huisvader die uit zijn schat nieuw en oud te voorschijn haalt”.
Mt.13,52