Homepagina > Nederland > Nieuws Archief > Overdracht van de bestuurlijke taken MZOLA

Overdracht van de bestuurlijke taken MZOLA

donderdag 18 april 2013, door Zr. Anne-Katrien

OVERDRACHT VAN DE BESTUURLIJKE TAKEN

IN DE NEDERLANDSE REGIO


Na een lange weg van voorbereiding en 1 jaar inwerken, was het op 25 maart 2013 zover dat zuster Jeanne Simons, regionaal overste van Nederland, het bestuur overdroeg aan mevrouw Marina van Dalen. Deze overdracht had een speciaal karakter, omdat het voor de eerste keer is dat deze functie in handen komt van een lekencoördinator.

We begonnen deze middag met een sfeervolle gebedsviering. Van alle verschillende verzorgingshuizen kwamen onze zusters in groten getale naar Molenweide waar de overdracht plaatsvond.
Zr. Helga Franke, als provinciaal overste van Europa, vertegenwoordigde de congregatie. Praktisch alle mantelzorgers, contactpersonen en vrijwilligers, waar Marina mee samen zal werken, alsook onze adviseurs waren aanwezig.
Zuster Jeanne opende de viering met een woord van welkom aan alle aanwezigen.
De lezing was genomen uit onze kapittelakten van 2011 waarin staat: ”Onze MZOLA spiritualiteit is leven gevend voor wie we zijn en in wat we doen. Het verlicht onze missionaire visie en zet ons aan Gods roepstem te horen en er aan te beantwoorden op een profetische manier”.

Na deze lezing nam Helga het woord en legde duidelijk uit waaruit deze overdracht bestaat, nl. de beëindiging van het mandaat van zr. Jeanne als laatste regionaal overste van de Nederlandse regio en het overdragen van haar bestuurlijke taken aan mevrouw Marina van Dalen, die per 1 april 2013 de regionale coördinator voor de Nederlandse regio wordt. Marina is geen lid van de congregatie dus hebben wij als MZOLA ook een canonieke overste nodig voor de Nederlandse zusters.

Deze taak is nu toevertrouwd aan Helga als provinciaal overste van de Europese provincie, wonende in Parijs. Zij maakte bekend dat voorlopig zr. Elisabeth (Bep) van Grieken haar vertegenwoordigster in Nederland is, b.v. door de MZOLA mede te vertegenwoordigen (qua stemrecht) op de algemene vergadering van de K.N.R. (Konferentie van de Nederlandse Religieuzen)

De heer Jeroen Crayé is gevraagd om de congregatie te vertegenwoordigen wat betreft de financiële en wettelijke zaken met betrekking tot al onze medewerkers. Hij is in direct contact met beide: de regionaal coördinatoren en de provinciaal overste.
Vervolgens nodigde Helga Marina uit naar voren te komen. Ze bood haar een tas aan, gemaakt in Uganda, bevattende officiële notulen van de pas gehouden provinciale vergadering in Keulen, waaraan Marina heeft deelgenomen.

Jeanne op haar beurt bood Marina een Afrikaanse aarden pot aan met de volgende woorden:
“Wij missiezusters van O.L. Vrouw van Afrika bezitten een kostbare schat. God kent ons en roept ons om van Hem te getuigen. Graag wil ik vandaag dit symbool aanbieden. Onze congregatie is geboren in Afrika en ook deze aarden pot is gemaakt en gevormd uit aarde van Afrika. Wij bewaren onze kostbare schat in ons kwetsbaar bestaan. Vandaar het symbool van de Afrikaanse pot van aarde en breekbaar, die ik jou overhandig als herinnering aan de kwetsbaarheid van ons bestaan die tevens onze rijkdom is.“

Hierop vroeg Helga aan ons allen of wij daartoe bereid zijn. Dit werd beantwoord door een hartgrondig JA en eensgezind handgeklap. Marina, zichtbaar bewogen, sprak een woord van dank uit voor deze instemming.

Aan het einde van de viering sprak Jeanne het volgende dankwoord:
“Januari 2007 stond ik ook hier maar om het mandaat van regionale overste aan te nemen.
Ik weet nog dat ik een klein woordje geschreven had aan de zusters en daarin gevraagd had om gebed en SAMEN verder te gaan. Ik ben daarin niet teleurgesteld, integendeel. Hartelijk dank daarvoor! Samen hebben we gewerkt voor het welzijn van de zusters en de congregatie.
De verschillende zorgcentra waar onze zusters verblijven hebben zich altijd bereid getoond om ons tegemoet te komen op vele manieren.
Speciaal wil ik noemen woonzorgcentrum Molenweide, met name de heer Jan- Kees Metz, die de deur altijd open hield als we moesten uitwijken naar een grotere accommodatie bij gelegenheid van b.v. jubileumdagen, uitvaarten en andere bijeenkomsten.
Als ik om mij heen kijk zie ik veel personen met wie ik op een of andere manier heb samengewerkt en die mij hebben bemoedigd en geholpen. Ook hebben we de Missie van de congregatie uit kunnen dragen door oog te hebben voor noden van mensen veraf en dichtbij en dit in samenwerking met organisaties die daar ook voor staan. Mijn wens is dat wij doorgaan op die manier met mogelijk nieuwe uitdagingen en goede samenwerking met Marina. Nogmaals heel hartelijk dank.”

Na de viering werd iedereen uitgenodigd voor een eenvoudige receptie. Onder het genot van koffie/thee en gebak zongen we een afscheidslied voor Jeanne als regionaal overste. In zes coupletten had Beatrijs ten Hagen een lied gemaakt waarin werd bezongen alles wat Jeanne in de afgelopen jaren voor de regio en de congregatie heeft betekend. Onder de begeleiding van haar accordeon zongen allen uit volle borst mee.

Als afscheidscadeau kreeg Jeanne o.m. een koffertje aangeboden met een retraite/vakantiebon als inhoud. Gerda Slaghekke sprak daarbij: ”Jeanne, in de kapel is een belangrijke mijlpaal voor jou afgesloten, maar je levensreis gaat verder. Nu krijg je een licht koffertje, want de belangrijkste reis is, volgens Dag Hammerskjöld, de reis naar binnen. Daarbij heb je voorraad nodig: een meditatieboek vol symbolen, een kruik voor de dorst onderweg, want al die zaadjes die diep in je verborgen zitten mogen zo tot bloei komen. Maar je gaat niet alleen Jeanne...hierbij ook deze klapper waarin iedere zuster op haar unieke wijze jou bedankt .”

Marina kreeg als geschenk een boekje aangeboden uit 1974, maar nog steeds actueel, getiteld ‘Aan de bron van ons charisma`, waaraan Gerda toevoegde: ”We zijn wel oud, maar toch nog levenslustig.”
Ook voor Marina werd een lied gezongen: ”Marina, Marina, Marina, Marina wees welkom bij ons…” Teun, de zoon van Marina, speelde ter eer van deze feestelijke gebeurtenis een stukje op de piano en van de Soo-Jin, de dochter van Marina, kreeg Jeanne een mandala, die ze zelf had getekend.

Zoals op ieder feest ontbraken de toespraken niet. De heer Jan-Kees Metz, directeur van het verzorgingshuis Molenweide, zei dat hij getroffen was door de eensgezindheid bij deze mijlpaal, die duidelijk naar voren kwam in het applaus tijdens de bijzondere viering. Ook loofde hij het wederzijds begrip en de goede samenwerking in het zoeken naar oplossingen voor onze bejaarde zusters.


Van de aanwezige adviseurs gaven de heren Tom Aghina en Jan-Karel van der Staay eveneens uiting aan hun gevoelens. Zij dankten voor de open manier waarop zij met Jeanne en de andere zusters, waaronder ook Helga en het generalaat in Rome, hebben samengewerkt, vooral in deze tijd van verandering en reorganisatie. Ook vonden zij de viering heel bijzonder, duidelijk, en inspirerend!


In naam van het zorgteam nam Karinke van der Leij het woord. Op een warme manier richtte zij zich tot Jeanne en bedankte haar voor de goede samenwerking, het vertrouwen en de dialoog. Met een mooi boeket bloemen, boden zij vervolgens Marina hun volle medewerking aan.

Tot slot sprak Marina nog het volgende gedicht voor van Herman van Veen.
De talrijke aanwezigen, vrijwilligers, vrienden en alle medezusters vonden deze overdracht heel helder, warm, en passend bij deze tijd.
Na hartelijke woorden van dank door Jeanne en Marina, vertrokken onze gasten en gaan wij als Witte Zusters met vertrouwen verder, met Marina samen, op onze pelgrimstocht.

Anne-Katrien


Als bijlage een gedicht van Herman van Veen dat Marina voordroeg gedurende de receptie.

Geloof niet in God, leef als God

(Ouder Testament)


God heeft onwaarschijnlijk lang aan de wereld gewerkt,
vooral het schilderen van al die blaadjes viel hem ongelooflijk tegen.
Om over het insteken van de naalden aan de dennen en de sparren
maar niet te spreken.
Het schuiven van de bergen was geen werk
in vergelijking met het naast elkaar leggen van zandkorrels.
Toen God dan eindelijk klaar was, wilde hij zijn schepping aan
iemand anders laten zien.
Maar omdat er niemand was maakte hij zichzelf na, in een andere kleur.
Een in het zwart, een in het wit en een in het geel.
Wist God veel.
Hij liet zijn wereld aan de anderen zien en toen ze na een lange reis
met rode konen terugkwamen, zei God:
“Wel, jullie hebben de wereld nu gezien, ieder mag er een deel van uitkiezen.
En, zwarte mens, welk deel kies jij?”

“Ik kies dat met het oerwoud, met al die bonte vogels,
die schitterende meren, en het zand.”

“Afrika, “zei God.
“En, gele mens, welk deel kies jij?”
“Ik kies dat met die paarden, met die vlaktes, de rivieren en de rijstvelden.”
“Azië“, zei God.
“En, witte mens, welk deel kies jij?”
“Ach, Ik vind eigenlijk alles mooi,
geeft u mij maar het adres van de zwarte en de gele mens.”


(uit: Een kind, een kind is zoveel meer.
Een bundel poëzie van en over kinderen.
Uitg. Bosch & Keuning, 1987,
ter ere van 50 jaar Foster Parents Plan).