Homepagina > Onze overledenen > Jaar 2011. > Pater Frits Pennings overleden.

Pater Frits Pennings overleden.

zondag 13 februari 2011, door Jan Mol M.Afr.

In medeleven en dankbare herinnering
delen wij U mede
dat op
11 februari 2011 is overleden

Frits Pennings (Fredericus Joannes)

Missionaris van Afrika - Witte Pater.


Frits werd geboren op 26 september 1922 te Goes. Hij volgde 5 jaar de opleiding op het klein seminarie van het bisdom Haarlem. Om missionaris te worden volgde hij verder onze opleiding in Sterksel (met 2½ jaar onder-breking vanwege t.b.), St.Charles bij Boxtel,
’s-Heerenberg, waar hij zich op 25 juli 1952 door de missionariseed verbond aan onze sociëteit, en Monteviot in Schotland, waar hij op 11 juni 1953 priester werd gewijd te Galashiels.

In september 1953 vertrok hij naar Zambia, het bisdom Mbala, de parochie Katibunga. Hij leerde er de taal en wijdde zich aan de basispastoraal. Vanaf januari werd hij ook belast met de kliniek, en met de geldzaken van de pastorie. Hij begon zijn pastorale bezoeken aan de kerkdorpen op de fiets en te voet. Een zondagprogramma beschreef hij als: ‘Van 5.45 uur tot 9.30 uur biecht horen, gevolgd door de Eucharistieviering en een vergadering van de Katholieke Aktie, die nog maar pas opgezet was. Na het toedienen van het doopsel volgden nog gesprekken met mensen die raad zochten. In andere delen van de parochie was het nog echt eerste evangelisatie. Frits schreef dat plaatselijke katechisten reuze goede diensten bewezen.
Wat het werk bemoeilijkte was het feit dat in die streek en in die tijd hele dorpen bijna elke 5 jaar verhuisden. Bovendien was het de tijd van de opkomst van de Lenshina-beweging. In zijn parochie waren de katholieken van een achttal kerkdorpen overgegaan naar die beweging. Zij werkten de katholieke kerk tegen, maar zonder gevoelens van haat. Frits bleef contact met de mensen van de beweging zoeken en onderhouden. Na wat gepraat te hebben, nodigde hij hen steeds uit nog even samen te bidden. Als hij zag dat verschillenden ook het kruisteken maakten, merkte hij op: “Ik zie dat er onder jullie ook katholieken zijn….” Geleidelijk aan kwamen ze weer terug in de kerkgemeenschap. Eind 1954 schreef Frits: “Ik maak het best hier. Ik ben erg gelukkig”. En zijn regionale overste schreef dat Frits er zijn aandeel van het werk werkelijk voor zijn rekening nam.
In augustus 1956 verhuisde Frits naar Serenje, waar hij gedurende 22 jaar basispastoraal deed. Zijn bisschop noemde het een “zeer moeilijke missie” met veel Jehova getuigen en protestanten. Frits schreef dat er op zondagen ook hier maar enkele katholieken de eucharistie meevierden. Zij werkten vooral aan eerste evangelisatie. Wat hun werk bemoeilijkte waren inderdaad de protestanten, en vooral de Jehova Getuigen. Bovendien hadden zij scholen en de katholieken toen nog niet. Frits noemt het een “pioniermissie”, waar evangelisatiewerk is voor vier priesters en bouwwerk voor een broeder, terwijl zij er in die tijd maar met tweeën waren: hij en een 10 jaar oudere Duitse medebroeder.
In maart 1963 schreef zijn regionale overste dat Frits “het goed doet. Een goed organisator; heeft goede kontakten met de bevolking en is opgewekt en gezellig in de huisgemeenschap. Hij is wel enigszins beperkt omdat hij de Bemba-taal nog niet goed kent, maar compenseert dat door zijn vriendelijkheid. De mensen mogen hem graag”.
Frits verhuisde in oktober 1979 naar Chilonga, een uitgestrekte parochie; het verste kerkdorp ligt op 150 km , terwijl de weg er heen niet altijd goed is. Hij was er graag, al waren hij en de verantwoordelijke van de parochie heel verschillende persoonlijkheden. Hij kon goed overweg met de bevolking, en de twee gemeenschappen Zusters waardeerden zijn zachtaardigheid en zijn vriendelijkheid.
In 1982 kwam hij vervroegd naar Nederland vanwege een leveraandoening, een vorm van geelzucht. Maar na een goede behandeling en vakantie kon hij in oktober terug. Dat jaar ontving Frits ook de koninklijke onderscheiding van Ridder in de orde van Oranje Nassau.

Hij verhuisde in maart 1984 naar Ilondola voor pastoraal werk in de vrij kleine en goed georganiseerde parochie. Ter plaatse waren er het parochiecentrum en de taalschool, en omdat de aktiviteiten van die twee elkaar hier en daar overlapten ontstonden er wat spanningen. Dat werd toch wat zwaar voor Frits, die door de regionale overste getypeerd werd als: “een plichtsgetrouwe missionaris en zeer gevoelig voor goede verhoudingen in de huisgemeen-schap als met de bevolking”.
In september 1986 werd hij benoemd voor de parochie van Mulilansolo. Frits was toen 64 jaar en het was de bedoeling dat hij het wat kalmer aan zou gaan doen. Maar in 1988 werden zijn 3 medebroeders ziek, en de een na de ander moest voor verdere behandeling naar zijn geboorteland. Voor 2 jaar stond Frits er praktisch alleen voor. Zijn regionale overste schreef zeer dankbaar te zijn voor de manier waarop hij de situatie opnam, er in slaagde het hoofd koel te houden en op een verstandige manier te doen wat hij kon.

Frits besloot tijdens zijn verlof in maart 1990 definitief in Nederland te blijven. Hij werd benoemd voor Heythuysen en maakte zich daar zeer dienstbaar als chauffeur, om medebroeders naar het ziekenhuis te brengen, voor bezoeken en afspraken. Dag en nacht stond hij klaar. En toen Gerard Smulders terug naar Ghana vertrok nam Frits zijn verantwoordelijkheid tijdelijk over, totdat er de nieuwe overste kwam.
Zowel de medebroeders als de medewerkers vonden hem een lieve man met een zachte uitstraling, steeds vriendelijk en hartelijk. Iemand typeerde hem als een "goeierd zonder pretenties". De medewerkers genoten van zijn aparte gevatte humor. In de kapel zorgde hij voor de liturgische muziek zo lang hij kon; hij koos de liederen uit en bespeelde het orgel. Hij klaagde nooit en kon genieten van de natuur en van het gezelschap van de medebroeders. Zelf was hij een gezellige aanwezigheid in de gemeenschap.
Vanaf 2010 ging zijn gezondheid steeds meer achteruit en nam de zorg van de verzorging en zijn medebroeders erg toe. Hij is rustig overleden in zijn appartement in de vroege morgen van 11 februari 2011.

Op woensdag 16 februari 2011 om 14.30 uur was er een Eucharistieviering in de kapel van St.Charles, Op de Bos 2 in Heythuysen, waarna hij te ruste is gelegd op het kerkhof aldaaar.

In de loop der jaren haalde Frits enige keren in zijn brieven het plaatselijke gezegde aan: “Katwishi, mukwai; cili fye”, wat zoveel betekent als: “Ik weet het niet, vriend; het zal wel goed zijn”. Voor Frits betekende het:

“Niet zoals ik wil, maar zoals Gij wilt”
Mt. 26, 39

Familie Pennings

Jan Mol M.Afr.
Gedelegeerde Overste Nederland
Modestusstr. 20,
5101 BP Dongen