Homepagina > Nederland > Contactbrieven > Contactbrief 4e kwartaal 2010

Contactbrief 4e kwartaal 2010

maandag 20 december 2010, door Webmaster



  • Onze jubilarissen in 2011

  • Wichelen uit overtuiging

  • Mijn werk in Algiers

  • Column

  • Een babbeltje van de monnik

  • Toen en nu in Noord Ghana

  • ‘Met gratie oud worden’

  • In memoriam

  • St. Charles, Heythuysen

  • Onze overledenen

Voorpagina:
Kungoni Art Academy, Mua, Malawi
Foto – R . vd. Mast.

Herkomst Foto’s:
 R. v.d. Mast
 Archief Rome
 Onbekend
 Archief Dongen,


50 jaar Missionariseed

  • 24-01 Joop Witjes, Sterksel
  • 29-01 Jan Heuft, Algerije
  • 29-01 Kees Koning, Dongen
  • 17-06 Peter Nuyens, Zeeland N.B.
  • 17-06 Tom Wijffels,Israël
  • 27-06 Henk Bonkel, Ghana
  • 27.06 Wim Schakenraad, Steensel
  • 11-07 Willy Burm, Burkina Fasso
  • 11-07 Willy Delen, Heythuysen
  • 11-07 Frans Fortuin, Heythuysen
  • 11-07 Piet Kramer, Dongen
  • 11-07 Wim Wouters, Lage Mierde

60 jaar Missionariseed

  • 29-05 Leo Delemarrel, Heythuysen
  • 29-05 Lambert Sep, Heythuysen
  • 29-05 Jan van Rest, Heythuysen
  • 26-07 Piet Bergmann, Tanzania
  • 07-09 Gerard Groener, Heythuysen
  • 19-11 Henk van Kessel, Zambia

65 jaar Missionariseed

  • 13-06 Louis Stultiëns, Heythuysen

50 jaar Priesterwijding

  • 02-02 Joop Witjes, Sterksel
  • 02-02 Peter v.d. Heuvel, Oeganda
  • 02-02 Jan Mol, Dongen
  • 02-02 Gerard Smulders, Ghana
  • 02-02 Henk v.d. Steen, Zambia
  • 02-02 Piet Buijsrogge, Dongen
  • 02-02 Piet Horsten,Italië
  • 02-02 Martien v.d. Ven, Heythuysen

60 jaar Priesterwijding

  • 31-05 Harry Mulders, Dongen
  • 31-05 Frits Wassenberg, Heythuysen
  • 31-05 Jos Hoppenbrouwers, Heythuysen

65 jaar Priesterwijding

  • 22-04 Ad v.d. Laak, Heythuysen

Jan van Haandel, missionaris in Mali

Wichelen uit overtuiging

In Mali is wichelen een van Jans belangrijke bezigheden.
Hij doet het graag en met verve. Maar er is meer te doen dan dat.

Tijdens mijn kort verlof in Nederland halverwege dit jaar, werd mij gevraagd naar mijn werkzaamheden in Mali. In oktober 2009 verhuisde ik naar Korofina. Dat was, sinds november 1958, mijn negende benoeming in Mali: vier keer in de streek van Sikasso, en vijf keer in de hoofdstad Bamako. Korofina ligt in de parochie waar ik sinds 1998 werkte en nog een beetje blijf helpen in de weekends. Dan bezoek ik een gemeenschap van christenen in een wijk of dorp voor de zondagsviering.

Gastheer op leeftijd

Waar ik nu ben is een huis, waar tot 2008 het bestuur van de witte paters in Mali woonde. Nu zijn daar alle paters welkom, die iets te doen hebben in de hoofdstad. Het heet dan ook maison d’accueil .
M.a.w. ik ben gastheer geworden. Per maand komen er wel 25 of meer mensen logeren. Soms meerderen tegelijk. Dit werk vraagt een permanente aanwezigheid. Voor dit werk help ik mijn Belgische confrater. Dagelijks proberen we, samen met onze medewerkers, in alles voor onze bezoekers klaar te staan. De telefoontjes komen van overal. Mijn laptop is mijn geheugen.

Zo zie ik ook dagelijks mensen komen om hulp te vragen: migranten, zieken, mensen die honger hebben, en ook studenten zonder schoolgeld om verder te studeren. Wij proberen altijd solidair te zijn, maar kunnen niet alle problemen oplossen. In Bamako ontmoet je extreme armoede, want de stad is groot. Mensen in nood die in Bamako zelf wonen, sturen we naar hun eigen parochie; in iedere wijk zijn mensen die dan nagaan of er geholpen moet worden, en hoe.

De migranten zijn vooral mensen die vanuit landen ten zuiden van de Sahara naar Europa probeerden te gaan, maar terug gestuurd werden. In Bamako zijn ze nog lang niet thuis. Soms hebben ze papieren van hulp-organisaties, en dan kunnen wij ze verder helpen.

Wichelroedelopen

Ik word nog steeds gevraagd om met wichel en pendel aan te wijzen, waar geboord of gegraven kan worden om water te vinden: daarin heb ik in de loop der jaren veel ervaring opgedaan.

Tussen Kerstmis en Pasen dit jaar heb ik twaalf bronnen moeten zoeken, in en buiten de stad; het verste was vijf uur rijden met de auto. Ik doe hier wat ik nog kan, samen met anderen, vooral dank zij mijn lokale gemeenschap, die, op dit ogenblik, bestaat uit zes m. afr. missionarissen uit zes verschillende landen: Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Polen en Mexico.

- . - . - . - . - . - . -

MALI

Oppervlakte: 1,25 miljoen Km2.
Hoofdstad: Bamako.
Ongeveer 15 miljoen inwoners, waarvan er 227.000 katholiek zijn, d.i. 1½%.
De kerk is er georganiseerd in 6 bisdommen,
met een totaal van 42 parochies, 150 priesters, 360 religieuzen.


Jan Heuft, m.afr. werkzaam in Algerije

Mijn Werk in Algiers.

Jan Heuft aan het werk

Terug in Nederland voor een kort verlof, word ik getroffen door de enorme anti-islam en anti-migranten campagne, die hier en in andere landen gaande is.

Je leest het in de kranten en hoort het in radio- en tv-interviews. Hoe valt dit te rijmen met ons werk, met het opbouwen van een harmonische wereld, waar ieder mens gerespecteerd wordt voor wie hij is?
Als Witte Pater ben ik uitgezonden naar Noord-Afrika en werk dus in een moslimland. Onze opdracht is niet de moslims te bekeren tot een ander geloof, maar om een dialoog op gang te brengen die ons uitdaagt om samen op zoek te gaan naar de zin van het bestaan, en zo meer diepgang te geven aan wat wij geloven. Voor katholieken heeft het 2e Vaticaans Concilie bevestigd dat God zich ook openbaart via andere godsdiensten. Wij hebben de slagzin buiten de kerk geen heil achter ons gelaten want we vertrouwen de Geest die ieder van ons leidt en ruimte geeft, ons allen inspireert. Zijn wij nu eigenlijk niet bezig ons achter een politiek te scharen die alles wat anders is probeert buiten te sluiten? Die bezig is alle ‘andersdenkenden’ te weren? Zijn we niet bezig ons op te sluiten in een eng wereldje van mensen die allemaal hetzelfde denken en doen?

Een hokjesmentaliteit ? Is dat wat we willen?
  • Hoe reageren we als in de VS opgeroepen wordt tot Koran verbranding? Of als in Frankrijk zomaar duizenden zigeuners over de grens wor-den gezet? Als rond vliegvel-den in Europa en zelfs in Afrika detentiekampen wor-den gebouwd om mensen zo vlug mogelijk het land uit te zetten. En ten slotte, wat denken we als een man naar een spermabank gaat en daar eist dat zijn zaad alleen voor ariërs wordt
    - . - . - . - . - . - . -
  • Wat te doen als mensen in moslimlanden worden gearres-teerd omdat ze de Bijbel bij zich dragen? Of vrouwen worden gestenigd omdat ze misschien naar een andere man hebben gekeken?
    - . - . - . - . - . - . -
  • Hoe reageren we als tussen Afrika en Europa mensen verdrinken in de Middellandse Zee omdat op hen wordt geschoten of omdat hun bootje omver wordt gevaren? Lijkt dit niet een beetje op de muur van Berlijn waar de Oost-Duitsers op hun eigen onderdanen schoten?
    - . - . - . - . - . - . -
  • Wat te doen als in Noord-Afrika mensen zomaar met volle vrachtwagens tegelijk (als waren het vuilniswagens) over de zuidgrens worden gekieperd, midden in de woestijn, zonder voldoende water en eten en daar dan ten ondergaan?
    - . - . - . - . - . - . -
  • Wat te doen als morgen ouderen en gehandicapten worden uitgerangeerd, aan de zijlijn worden gezet omdat ze niet meer nuttig zijn voor de samenleving, niet productief, niet betaalbaar! Waar staan wij dan als medemens en als christen?
    - . - . - . - . - . - . -
  • Hoe is dat alles te rijmen met het feit dat we zelf in een land wonen, dat in het verleden, duizenden van zijn onderdanen heeft laten emi-greren naar verre streken zoals Australië en Canada? Zouden wij gewild hebben dat hen hetzelfde was overkomen als nu de migranten die in onze landen aan de deur kloppen?
    - . - . - . - . - . - . -

Na veertig jaar Algerije geloof ik nog steeds in ‘de mens’ door God geschapen, in staat om zijn weg te zoeken en te vinden, ver van iedere dwang, ideologie of godsdienst met een ‘naambordje’. Maar deze mens moet dan wel de mogelijkheid krijgen om in vrijheid zijn weg te zoeken ‘met en naar zijn Schepper’.

Als leraar van het nationale doveninstituut te Algiers, heb ik me jaren ingezet om mijn leerlingen te integreren in de samenleving, in scholing en in werk. Hoe vaak heb ik niet moeten vechten om die ‘vreemde eenden’ geaccepteerd te krijgen in een school, in een opleiding en in een onderneming. Maar het is nog moeilijker om vluchtelingen en migranten te begeleiden. Ze worden niet geaccepteerd. Mensen sterven bij ‘bosjes’ in de woestijn of verdrinken in de Middellandse Zee. Ze lopen ernstige ziektes op.

De ellende is groot, heel groot

In twee jaar tijd hebben we 25 migranten begraven, waar van 22 vrouwen, allen tussen 20 en 35 jaar. Op 10 april hebben we een jongen moeten begraven uit Kameroen, precies op zijn verjaardag, 24 jaar, is hij gestorven aan hepatitis B. Gedurende de dagen voor zijn dood stuurde hij mij iedere dag om middennacht noodkreten per sms, waarin hij me smeekte hem niet alleen te laten!

Hij was ‘zo maar’ komen aanlopen uit zijn geboorteland op weg naar een betere wereld. Op 10 mei hebben wij een vrouw van 50 jaar begraven. Haar dochtertje was 3 jaar geleden verkracht in een ziekenhuis in Tamanrasset op 14 jarige leeftijd. Sindsdien liep zij, met haar dochter en de geboren baby, alle moskeeën en kerken in Algiers af voor hulp. Uitgeput door zoveel ellende is ze tenslotte gestorven in de armen van haar kind en kleinkind.

. - . - . - . - . - .

ALGERIJE

Oppervlakte: 2.381.745 Km22. Hoofdstad: Algiers.
Ongeveer 39 miljoen inwoners, waarvan er 3.000 katholiek zijn, d.i. 0.01%.
De kerk is er georganiseerd in 4 bisdommen,
met een totaal van 37 parochies, 92 priesters, 272 religieuzen

. - . - . - . - . - . - .

Toen wij haar wilden begraven ontstond er ook nog strijd of zij moslim of christen was! Ook zij was ‘zo maar’ komen aanlopen uit haar geboorteland Kongo.

En dan dat jonge stel uit de Ivoorkust, ook op weg naar een ‘andere wereld’. Hun verblijf was een ‘kartonnen doos’ in de buitenwijken van Algiers. De vrouw werd zwanger van een tweeling. Na zeven maanden werden de baby’s te vroeg geboren. De eerste baby stierf onmiddellijk en werd door het ziekenhuis in een plastic zakje aan de vader meegegeven naar het kerkhof. Daar vroeg de bewaarder EUR 350 om het lijkje te begraven. De onthutste vader had dat geld niet, dus te voet en per bus terug naar het ziekenhuis! Tenslotte kwam hij naar ons toe en terwijl hij in tranen uitlegde wat hem was overkomen, stierf de tweede baby! Na allerlei administratieve stappen hebben we ’s avonds de beide kindjes kunnen begraven. Samen, moeder en vader en ik hebben, neergeknield op de verse aarde, gebeden tot de kindjes en tot God gesproken, hebben we gezongen, omringd door een tiental christenen en moslims. Het was een moment van intens verdriet, maar ook van diepe eenheid.

Het is dan ook maar goed dat we eens per jaar een zomerkamp organiseren van 3 weken met zo’n 80 jongeren: gehandicapten, vluchtelingen en kinderen uit de wijk, christenen en moslims, zwarten en blanken, Arabieren, Berbers en Europeanen, allemaal samen in een groot moment van uitwisseling van ideeën en vriendschap. Het geeft ons moed om verder te gaan in de overtuiging dat een andere wereld mogelijk is.

God,
met lichaam en ziel verlang ik naar u, ik smacht
naar u zoals droog en dorstig land naar water.

Ps.63 - GNB


Jan Mol
Gedelegeerd Overste
Missionarissen van Afrika in Nederland


Missie,
Wat is dat eigenlijk?

Onlangs werd hem dit gevraagd.
Hij had er niet direct een antwoord op.
Korte tijd later kon Jan toch
een antwoord formuleren.
In deze column gaat hij daar op in.

‘Het woord missie is echt niet meer van deze tijd’, zo werd me gezegd. Een feit is dat het in allerlei nieuwe en andere contexten wordt gebruikt, zoals “handelsmissies”, of ‘de missie’ van het Nederlandse leger in Afghanistan. Ja, het woord ‘missie’ drukt niet helemaal meer uit wat wij, missionarissen, er eigenlijk mee willen zeggen. En daar komt nog bij dat er grote veranderingen zijn opgetreden in de manier waarop wij thans missie bedrijven. Traditionele missie was zeer sterk kerkgericht: de kerk stichten en kerkelijke gemeenschappen opbouwen. Wij, vanuit het westen, hadden een boodschap, een blijde boodschap, en die wilden wij uitdragen. Het was een heilsboodschap. Voor ons was het toen de enige ware weg naar eeuwig heil.

Ik vertelde de vraagsteller dat een eenvoudig antwoord moeilijk te geven was omdat er meerdere aspecten waren aan het begrip ‘missie’. Maar kort daarna was ik aanwezig op de jaarlijkse AMA-dag (Adviescommissie Missionaire Projecten) en daar kon ik luisteren naar een heel boeiend verhaal van een nieuwetijdse leken missionaris, die in Kenia heeft gewerkt.

Ze was teruggezonden naar Nederland en werkt hier nu als missionaris in Haarlem in een duidelijk missionair project. Haar verhaal wilde nu juist een vernieuwde invulling geven aan ‘Missie nu’, ook hier in Nederland. Haar hele verhaal stond in het teken van “wederkerigheid” als sleutelbegrip van wat missie nu wil en mag zijn. Dat ideaal om samen op pad te gaan in totale wederkerigheid en in absolute gelijkwaardigheid, en zo te werken aan het samen groeien naar meer menselijkheid, dat heeft ze vorm zien krijgen binnen het missionaire project waar binnen ze werkte. Eerst in Kenia, maar nu ook in Nederland. Het gaat dan niet meer over mensen die iets brengen en andere mensen die dat dan ontvangen. Het gaat niet langer om gezondenen en ontvangenden. Nee, het gaat er om zich naar elkaar gezonden te weten. weten, en voor iedereen geldt dan zowel het geven als het ontvangen. Voor een ieder geldt dan zowel het geven als het ontvangen. In feite komt het er op neer samen te delen en te breken. We zouden ook kunnen zeggen dat ieder van ons de opdracht heeft om elkaar te evangeliseren. Iedereen is dan op een gelijkwaardige manier betrokken bij missie. Wij zijn dan samen op weg naar een nieuw mens-zijn. Steeds opnieuw elkaar helpen herboren te worden tot vrije mensen. Groeien in menswaardigheid en menselijkheid. Steeds meer medemens van elkaar worden en zijn.

Wel een beetje ingewikkeld misschien. Maar laat ik een concreet voorbeeld geven, hier in Nederland. In het missionair project in Den Haag (in de Schilderswijk) werkten wij, Missionarissen van Afrika, tot voor kort samen met de paters van het Goddelijk Woord en de Zusters van de H. Geest. We werkten samen en ondersteunden elkaar bij het tot stand komen van een multireligieuze en multiculturele samenleving in Den Haag en met name in de Schilderswijk. Gaat het er dan maar alleen om de buitenlanders en moslims te vragen zich in te burgeren en zich aan te passen aan onze cultuur en leefwijze? Of gaat het er om dat allen, zowel allochtonen als autochtonen, zich naar elkaar toekeren, van elkaar leren, aan elkaar geven en van elkaar ontvangen? in wederkerigheid, maar ook in volledige gelijkwaardigheid? Dat ze zo elkaar verrijken, elkaar ondersteunen, elkaar leren waarderen. Om zo samen te groeien naar een nieuwe soort mensheid: een echte multiculturele en multireligieuze samenleving, waar iedereen op een gelijkwaardige wijze van elkaar afhangt en op elkaar betrokken is. Dat is moderne missie. Dat is echt missie. We weten ons dan gezonden naar elkaar. We evangeliseren elkaar. We reiken elkaar de bevrijdende en helende Blijde Boodschap aan. Samen op weg.

Dit geloofsmysterie gaan wij binnenkort samen vieren: Kerstmis - wij mochten ons mens-zijn, ons gebroken mens zijn delen met God die ons deed delen in zijn god zijn. Jezus werd Mensenzoon en wij Gods kinderen. Samen delen en breken. Elkaar verrijken. In elkaar opgaan. Wat een prachtige uitwisseling en wederkerige verrijking. Hier ook wederkerigheid in gelijkwaardigheid: Hij werd mens en wij worden God. “Hij is in alles aan ons gelijk geworden”. En “wij worden niet alleen kinderen Gods genoemd, maar wij zijn het ook.”

Aan ieder van u een Zalig Kerstfeest en ook van harte een Zalig Nieuwjaar toegewenst.


p. André Schaminée, missionaris in Ghana

Een babbeltje van de ‘Monnik van Kalpohini’

Sinds begin oktober ben ik alleen! Mijn twee confraters zijn allebei in Europa. Ik noem mezelf, met een beetje zelfspot, de “Monnik van Kalpohini”, de naam van dit deel van de stad Tamale. Maar dan wel een monnik midden in een “gewone” stadswijk.

Independence Arch in Ghana
Ghana werd in 1957 een onafhankelijk land.

De “stilte van de abdij” is hier ver te zoeken. Op een honderd meter afstand staat de plaatselijke moskee, die gelovigen én ongelovigen op een zeer luidruchtige manier constant herinnert aan hun plicht van gebed. Dat is op zich een prijzenswaardig idee, alleen is 4 uur ’s morgens wel erg vroeg! Ik word er nog elke dag wakker van, en prevel dan echt geen gebedje! We zijn ook omringd door een aantal families en de kinderen spelen en schreeuwen op een metertje of twee afstand van het huis, of zelfs van ons bed. Dat herinnert ons eraan, dat wij pas het hemelrijk binnen mogen als we worden zoals zij! Alleen zou ik een “moratorium” tijdens de siësta heel hard toejuichen!

Docent grootseminarie
Sinds augustus 2007 ben ik, na 18 jaar afwezigheid, weer in Ghana en heb ik mijn eerdere taak, doceren op het grootseminarie van het bisdom, weer op me genomen. Er is toch een groot verschil: in mijn ‘jongere jaren’
wóónde ik ook op het grootseminarie en was dus tevens lid van de vormingsstaf. Nu beperk ik me tot de academische vorming, en pendel ik op en neer tussen ons huis en het seminarie. Wanneer gevraagd, verleen ik ook wel diensten in ons eigen vormingshuis in Ejisu.

Gelukkig blijft er voldoende tijd over voor een dagelijkse flinke wandeling van minstens een uur. En ook geniet ik geregeld van voetbal op tv. De vraag of dat wel echt past in een “kloosterdagorde” laat ik maar onbeantwoord.

Tamale is een snelgroeiende stad, wat o.a. te merken is aan het steeds chaotischer wordend verkeer. Het aantal weggebruikers neemt wekelijks fors toe. Het grootste probleem is, in mijn ogen, het gebrek aan discipline: er wordt links zowel als rechts ingehaald. Taxichauffeurs hebben haast om zoveel mogelijk geld in het laatje te krijgen en dan neem je het niet zo nauw met de verkeersregels. De anderen zullen wel stoppen, zo schijnen ze te denken. Ook vele motorrijders rijden "illegaal” rond, zonder rijbewijs of verzekering. Dus moet men heel attent zijn, niet toegeven aan “road-race” en gewoon de ogen wagenwijd openhouden om narigheid te voorkomen.
Ik hoop hier nog een flink aantal jaren te kunnen verblijven, maar leef van dag tot dag. - “Carpe diem”.

- . - . - . - . - . - . -

GHANA
Ghana is een West-Afrikaans land. Het ligt tussen Togo in het oosten en Ivoorkust in het westen. In het noorden grenst het aan Burkina Faso en in het zuiden aan de Atlantische Oceaan.

De oppervlakte van het land is 238.535 Km2.
De hoofdstad is Accra.
Het telt ongeveer 23 miljoen inwoners,
waarvan er 2.500.000 katholiek zijn, d.i. 12,50%.
De katholieke kerk is er georganiseerd in 18 bisdommen,
met een totaal van 366 parochies,
1069 priesters
en 1270 religieuzen.

p. Martin Balemans, missionaris in Ghana

Van Toen en NU

Van 1959 tot 2010
In 1959 ben ik voor het eerst naar Ghana gegaan en heb daar altijd met veel plezier en voldoening gewerkt. Toen ik er aankwam, had een deel van het land Ghana nog nooit van Christus en zijn evangelie gehoord. Dat landsdeel werd toen tot bisdom gemaakt. In dat bisdom was een kathedraal die meer op een ruime schuur leek. Ernaast een huis voor de bisschop, zijn vicaris en enkele missionarissen.

Een groeiende kerk
Van daaruit waren twee parochies gesticht: een ervan in het jaar vóór mijn aankomst. Daar was alleen maar een nogal armzalig onderkomen voor de paters. Maar in Damongo, waar ik benoemd, werd was wèl een goed huis. Maar ook daar, nog geen kerk. En dat was het hele bisdom! Wel was het veel groter dan Nederland, maar met minder Christenen dan in Dongen. Ik heb er dus pionierswerk gedaan: Ik trok naar de dorpen en bleef daar slapen. We leefden dicht bij de mensen. We spraken hun taal en aten hun voedsel. In 1965 heb ik een nieuwe parochie geopend. In 2005 vierde ik het 40-jaar jubileum mee. Intussen waren uit die ene stichting vier parochies gegroeid.

Tamale

Pastoraal Vormingshuis in Tamale.
Ghana; Pastoraal Vormingshuis in Tamale


In 1995 werd ik directeur van een pastoraal vormingshuis in Tamale en heb dat graag gedaan tot ik in 2009 mijn gouden jubileum vierde. Toen vond ik dat het tijd werd om dit werk over te dragen aan jongere krachten. Ik vond dat ik het niet langer kon doen zoals het gedaan moet worden.

De heer zei:
Breng de kreupelen,
de blinden en de verlamden . . . .

De laatste vijftien jaar doe ik - samen met drie andere confraters - meer sociaal werk: zorg voor blinden en lichamelijk gehandicapten. Ik kan daar al mijn tijd aan besteden, omdat ik geen andere taken meer heb. Dat werk is wel erg uitgegroeid. De broeder die rol- stoelen maakt, heeft er intussen al 1050 afgeleverd. De zuster zorgt voor alle kinderen die verlamd zijn of kreupel, en ik zorg voor de blinden en de gehandicapten in de stad. Ik heb de namen van meer dan 900 van deze mensen in mijn archief staan. We helpen ook om de kinderen van onze mensen naar school te krijgen. Dat zijn er nu een dergelijk 400.


p. Piet Kramer vanuit Rome

“Met gratie oud worden”

7 Nederlands Missionarissen in Rome
V.l.n.r. Riny van Broekhoven (Kenia), Kees Koning (Dongen), Wim Wouters (Lage Mierde), Piet Verkley (Zambia), Martin Balemans (Ghana), Piet Kramer (Dongen) en Jan Dekkers (Tanzania).

In oktober
trokken
15 missionarissen
van meer dan
gemiddelde leeftijd, onder wie 7
Nederlanders,
op naar Rome.

Wij, Witte Paters,
vinden onszelf over het algemeen geen erg studieuze groepering. Maar tien jaar na onze verbinding met de Sociëteit worden we al aangemoedigd om 3 maanden lang naar ons huis in Jeruzalem te gaan voor een Bijbelsessie en een lange retraite. Voor de veertigers en vijftigers is er in Rome een cursus om ze door de midlifecrisis heen te loodsen. Vervolgens een voor de zestigers om ze voor te bereiden op hun pensioengerechtigde leeftijd. En tenslotte (?) voor ons - oude heren van boven de zeventig - in ons gastvrije ‘moederhuis’ de cursus:

How to become old graciously !

Dat is ons goed bevallen. Over heel concrete problemen die de ouderdom soms verzwaren - vergeetachtigheid, kwalen en gebreken, voeding en hygiëne, pillen en poeiers … kregen we een paar papieren onder onze kamerdeuren door geschoven. Maar daar ging het gelukkig verder niet
over. Geen ‘ouwemannetjescursus’ dus. Eigenlijk drie bezinningsweken. Samen keken we rustig terug naar ons actieve verleden. We haalden herinneringen op aan de mensen die belangrijk voor ons geweest zijn, mensen met wie en te midden van wie we geleefd hebben. Met waardering en dankbaarheid. Soms ook met heimwee. We keken naar onze voorbije bezigheden: met voldoening naar wat zinvol en vruchtbaar gebleken is. Kritisch naar wat niet. We keken naar wat er mis ging, wat vergeving nodig heeft of correctie en vroegen ons af: hoe dan wel?

Na het ochtendgebed en ontbijt zaten we bij elkaar rondom wat kaarslicht en het evangelieboek. Een korte aanduiding van het thema van de dag. Wat meditatieve muziek. En dan kwam, wie dat wilde, met een korte reactie op het dagthema. Vaak heel persoonlijk. Er was een sfeer van vertrouwen en openheid naar elkaar toe. Na een korte onderbreking was er dan een conferentie waarin het thema werd uitgewerkt door een van de leiders: Herman Bastions, zr. Gertruda Glotzbach of Bernard Ugeux. Na de koffie, anderhalf uur om daar zelf mee bezig te zijn. Op onze kamers of in de tuin rond de fontein, of in de kapel. Om 12 uur, samenkomst in groepjes van drie. Dan diepten we uit wat ons had aangesproken. Hele brokken verleden kwamen daar soms bij ter sprake: Missieverhalen. Er werd af en toe onbedaarlijk gelachen. Maar thema’s als bij voorbeeld; ‘Wat zijn je diepste verlangens?’ ‘Is je godsbeeld veranderd sinds je jonge jaren en wat doet dat je?’ ‘Wat betekent Christus voor je?’… riepen veel bij ons op. Het deed je goed om over onze levensweg, onze zoektocht, in eenvoud en goed vertrouwen van gedachten te wisselen. Met aandacht voor elkaar. En zonder dat je in de verdediging gedrukt werd omdat je nog gelooft en nog missionaris bent.

’s Middags was er gelegenheid om de banden met de ‘familie’ aan te halen: Informele ontmoetingen met de nieuwe, Ghanese algemene overste en zijn assistenten. Een trip naar de Witte Zusters. Uitleg over onze financiën door de econoom. Bezoek aan de archieven, de website…. Ikzelf verheugde me om de onverwachte ontmoetingen met jongere, meest Afrikaanse, collega’s. Ik had ze jaren geleden in onze vormingshuizen gekend en nu bleken ze in Rome verder te studeren na een paar jaar missiewerk. Door hun hartelijkheid kwamen mijn voorbije jaren en betrokkenheden weer echt tot leven. Ik moet ook zeggen dat de contacten met de vaste bewoners buitengewoon hartelijk waren, de gezamenlijke maaltijden gezellig en het eten heerlijk.

En nu maar “met gratie” oud proberen te worden!

Er valt te kiezen tussen nummer 1, 2 en 3:


1922 IN MEMORIAM 2010

Pierre van Aelst

Op 28 oktober is Pierre van Aelst plotseling gestorven. Hij had de hele dag gewerkt om de tuin winterklaar te maken. Toen stapte hij toch nog op de fiets om zijn dagelijks rondje van zo ‘n 20 km te rijden. Ondanks zijn 88 jaar was Pierre nog heel vitaal. De avond viel. Hij werd aangereden op het fietspad en de chauffeur reed door! Hij heeft met zijn mobieltje het alarmnummer nog kunnen bellen. Maar een paar uur later is hij in het bijzijn van Johanna, zijn vrouw, in het ziekenhuis overleden. Velen van ons hebben Pierre gekend en ontmoet. Gewijd in 1948 trok hij naar het bisdom Mwanza in Tanzania. Hij was er graag. Maar de doorbraak van nieuwe ideeën in de theologie, nieuwe liturgie, nieuwe morele opvattingen brachten hem in verwarring. Niet omdat hij in zich bezwaar had tegen vernieuwingen. Integendeel. Maar als wat voorheen voor onfeilbaar waar werd gehouden, nu plotseling bevraagd kon worden, wat was dan waar en wat niet? In die geloofscrisis besloot Pierre uit te treden.

Hij trouwde met Johanna. Een gelukkig huwelijk waarin beiden steun vonden. Hij vond werk bij de sociale dienst en zette zich levenslang in om mensen bij te staan en te helpen. Hij behield ook een groot verlangen naar God en gaf dat vorm in bezinningsgroepen en betrokkenheid in parochiële werkgroepen. Hij bleef ook een trouwe vriend van de Witte Paters. Hij ontbrak in geen enkele bijeenkomst of vergadering. Hij bleef een van ons.
De kerk zat stampvol bij zijn uitvaart. Deze bescheiden mens had de sympathie en de dankbaarheid van velen.


St. Charles - Oud en Nieuw.
St. Charles te Heythuysen

U weet dat de Witte Paters jaren geleden zijn verhuisd van het oude "St. Charles" bij Boxtel naar een vroeger klooster in Heythuysen. Dat werd het nieuwe "St. Charles". Langzaam groeide het aantal mensen-van-buiten want de kamers moesten bezet blijven door geïndiceerde bejaarden. Het bleef echter ons bezit totdat de noodzaak van regeringswege om ons aan te passen aan de zgn. "eisen van de tijd’ ons dwong om tot grondige verbouwing en uitbreiding over te gaan. Of om het huis te verkopen aan de instelling die de verzorging en verpleging van onze mensen al had overgenomen: "Het land van Horne". Dat werd uiteindelijk besloten. En een enorme verbouwing en uitbreiding begon.

Toen in december 2009 Pater Gerard Derksen, de overste van de Witte Pater-gemeenschap, weer naar Tanzania vertrok, werd ook besloten om naar een paar hartelijke en vakbekwame mensen te zoeken die zijn taken over zouden kunnen nemen. In onze eigen gelederen hebben we daar geen mensen meer voor. Twee dames solliciteerden en werden aangenomen. Tot aller tevredenheid komen zij op voor onze medebroeders t.a.v. het land van Horne. Ze bevorderen ook de saamhorigheid binnen onze groep. Onze mensen kunnen met al hun vragen bij hen terecht. Zo is de gemeenschap in Heythuysen de eerste WP-communiteit in de Sociëteit met twee "Moeder oversten”! Hier volgt hun verhaal ter kennismaking.

Mogen wij ons even voorstellen?
Wij zijn José Hendriks en Annie Keijsers. Sinds 1 februari zijn we in St. Charles in Heythuysen aan het werk als resp. coördinator en contactpersoon van de Witte Paters.

Hoe kwamen we er toe om deze stap te zetten? Beiden waren we op zoek naar een andere invulling van onze werkzaamheden in de zorg. We zagen de vacature in het Dagblad en besloten de kans te wagen.

José Hendriks en Annie Keuijsers.
Coördinator José Hendriks en Contactpersoon voor de Witte Paters Annie Keijsers.

Met elk een grote portie levenservaring en kennis van zorg voor de oudere mens in onze bagage, begonnen we vol vertrouwen aan onze nieuwe job.

En dan sta je daar op een koude, witte wintermorgen in Heythuysen. 42 Witte Paters, 42 verschillende mensen, die we het liefst zo snel mogelijk wilden leren kennen. Een grote groep die zich afvroeg: “Wat moeten die dames hier? Komen die ons de wet voorschrijven?” En een groot gebouw waar we bijkans in verdwaalden. Het was even wennen. Niet alleen voor ons, maar zeker ook voor de Witte Paters.

Inmiddels zijn we zo’n tien maanden verder. We hebben de gebruiksaanwijzingen van de paters leren lezen en zijn vertrouwde gezichten geworden. Ieder weet de weg naar ons kantoortje te vinden; niet alleen de Witte Paters maar ook de medewerkers van ‘Land van Horne’. Het voelt niet als een baan, maar als een intensieve betrokkenheid bij het welzijn van de confraters. Met veel plezier komen we naar St. Charles, waar we onze draai helemaal gevonden hebben.

En zeg nou zelf: op welke werkplek krijg je na je vakantie te horen:
“Welkom thuis.”


Begraafplaats St. Charles

Gedenken
we
onze
Overledenen

_

  • 07-09-2010
    Mw. A. de Greeff te Boxtel.
    Zij was enkele jaren gastvrouw op ons
    talencentrum te Kipalapala, Tanzania.
  • 13-09-2010
    Zr. Agaath (Angela) van Bentum, Msola.
  • 23-09-2010
    Mw. C. de Jong-de Jong te Nes,
    schoonzus van p. Th. de Jong, Heythuysen.
  • 24-09-2010
    Mw. M. de Bekker – van Sonsbeek te Lith,
    schoonzus van p. N. de Bekker te Heythuysen
    en tante van de paters Piet, Jozef en Jan.
  • 21-10-2010
    Dhr. H. van de Schans te Eindhoven,
    broer van p. L. v.d. Schans.
  • 28-10-2010
    Dhr. P. van Aelst te Breda,
    ex-Witte Pater
  • 29-10-2010
    Mw. A. Kropman – Koning te Weert,
    zus van br. K. Koning, Dongen.
  • 06-11-2010
    Dhr. J.M.T. Maas te Essen (B)
    zwager van p. A. Gieles.
  • 18-11-2010
    Mw. W.J. van der Mast-Jongenelen te Breda
    schoonzus van br. R. v. d. Mast, Dongen.
  • 20-11-2010
    p. Ton Busch, m. afr. in Heythuysen.

Een In memoriam over p. Ton zal verschijnen in het volgende nummer van De Contactbrief.


Onze correspondenten:

Wij wensen u een zalig Kerstmis en vooral een gezegend 2011.




Portfolio