Zij hebben gekozen voor het Christendom.


Hoewel vrij marginaal en sporadisch vergeleken met Marokko en Algerije komt het verschijnsel van bekering tot jet Christendom ook in Tunesië voor.
Een ontmoeting met enkele Tunesiërs die door de boodschap van Christus geraakt zijn.


“In de Kathedraal van Tunis is het een komen en gaan van mensen… Het aantal Tunesiërs die een kijkje komen nemen in de Kathedraal is onmiskenbaar en constant aan het toenemen. Het gaat vooral om jongeren, die nieuwsgierig zijn en die meer willen weten over de kerk en de betekenis van haar tegenwoordigheid in een land, dat a-priori, al sinds 12 eeuwen geïslamiseerd is.” Deze woorden zijn uit een getuigenis van een missionaris werkend in Tunis’.

Als Tunesiër en moslim zou ik graag toch wel iets meer willen weten van wat deze geestelijke, heel voorzichtig overigens, kwalificeert als
een hernieuwde interesse van de kant van de Tunesiërs voor de Kerk’. Ik heb contact opgenomen met Paul Geers, een Belgische Witte Pater, al 47 jaar in het land. Hij ontving mij in zijn kantoor naast de kerk van La Goulette, badplaats enkele kilometers ten noorden van Tunis.

Pater Geers zei ons : “Als dertig jaar geleden een Tunesische moslim mij gezegd zou hebben dat hij christen wilde worden, zou ik daar echt door gechoqueerd zijn geweest. Bekeringen waren uiterst zeldzaam en de moslims twijfelden praktisch nooit aan hun godsdienst. Tegenwoordig, zowel in Tunesië als elders, zien we een hernieuwde belangstelling voor het Christendom.”

Pater Geers heeft twintig jaar op het Tunesische Ministerie van Financiën gewerkt als economisch adviseur. Hij vervolgde : “Christen worden bestaat niet in even een geloofsbelijdenis af leggen, je moet je ook laten dopen. De meeste moslims die zich nu willen bekeren, denken dat het voldoende is om in Christus te geloven en dat je dan meteen christen bent. Er zijn er ook die alleen maar de Bijbel en het Evangelie lezen; die boeken nemen dan in hun leven de plaats van de Koran in.”

Wat voor profiel hebben deze bekeerlingen eigenlijk ? De Pater antwoordt : “Er is van alles. Mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, rijken of armen, mensen uit de stad Tunis of van het platteland, hoge functionarissen of zelfs eenvoudige dienstmeisjes, die geen woord Frans kennen.” Zij komen uit alle lagen van de bevolking en hebben vaak een heel verschillende levensloop gehad. Maar ze hebben toch een aantal punten gemeen : ze zijn allemaal op een spontane manier tot Christus gekomen.

Uiterst zeldzaam in ieder geval, zijn diegenen die bekeerd zijn door een missionaris. De meeste van hen hebben het Christendom ontdekt door het lezen van boeken of tijdschriften, door religieuze uitzendingen op de radio, vooral de uitzendingen in het Arabisch van Radio Monte Carlo (RMC), religieuze televisie-uitzendingen, bijvoorbeeld de kanalen Miracle, Sat 7, en vooral Al-Hayat, met programma’s in het Arabisch die uitgezonden worden vanuit Cyprus, en niet te vergeten Internet.

Allen, zonder uitzondering, worden in het begin verstoten door hun familie, collega’s of buren. Sommigen raken hun baan kwijt, of hun echtegenoten. Enkelen zijn door hun huiseigenaar op straat gezet. Maar na een tijdje konden ze meestal weer hun normale levensritme opnemen, soms wel aan de rand van de samenleving.

Deze status van te behoren bij een minderheid vormt geen probleem. Ze beschouwen dat zelfs als een extra bewijs en steun voor hun geloofsovertuiging. Zo lijken zij veel op de eerste christenen van Noord Afrika, zoals de Heilige Augustinus of Cyprianus en Tertulianus, twee auteurs uit Carthago. Vaak worden deze Tunesiërs uit de 3
de en 4de eeuw tot voorbeeld genomen.

Ze verbergen zich niet, maar deze bekeerlingen vermijden meestal zich openlijk in de Kathedraal van Tunis te vertonen. Ze willen onafhankelijk blijven en wantrouwen al die grote georganiseerde vieringen en komen liever bij elkaar in kleine kerkjes (zoals het kerkje in de Charles de Gaulle-straat) of bij iemand thuis. Zij voelen zich eigenlijk niet erg op hun plaats in de traditionele christengemeenschappen (katholiek, orthodoxe, anglicaans of protestant). Meestal horen zij bij evangeliese groeperingen.

Hoeveel zijn het er ? Er is geen enkel serieus onderzoek naar gedaan en het is dus onmogelijk een betrouwbare statistiek te maken. Men denkt dat er ongeveer een 500 bekeerlingen zijn; een heel klein groepje in een land dat 10 miljoen inwoners telt. Dat getal van 500 is overigens veranderlijk,want een bekering is lang niet altijd definitief. Sommigen keren na verloop van tijd weer naar hun oorspronkelijk godsdienst terug. Je kunt pas na een tiental jaren van onafgebroken beleving van een echte bekering spreken. Hoeveel zijn er dat precies ? In ieder geval niet veel.

Zondag 25 juni, in de anglicaanse kerk van de Heilige Joris, gebouwd in 1902 in La Hafsia, een volksbuurt vlak naast de Medina van Tunis : een honderdtal gelovigen is aanwezig voor een evangelische viering, preek, gebed en liturgische gezangen. De viering is in het Arabisch en wordt geleid door Tunesische voorgangers. De gelovigen zijn voor het grootste gedeelte ook Tunesiërs. Ze heten Imed, Anouar, Mériem, Fatma, Yacine, Nassim, Moez…

Sommigen van hen zijn al meer dan 20 jaar geleden christen geworden, voor anderen is het meer recent. Zo bijvoorbeeld Imed Dabbour, 36 jaar oud, geschiedenisleraar. Hij is een evangelische voorganger geworden en één van de weinigen die wil vertellen wie hij is. Hoe heeft iemand afkomstig uit Sidi Bouzid in het zuiden van Tunesië, die de koutteb (koranschool) gevold heeft en alle verzen van de Koran van buiten geleerd heeft, Christus leren kennen ?

In 1982 ontving Imed via de post een exemplaar van de 4 Evangelies in het Frans. Nieuwsgierig, begon hij daarin te lezen zonder er veel van te begrijpen, want zijn kennis van de Franse taal was maar beperkt. Jaren later, las hij, in het Arabisch, enkele boeken van christelijke Libanese auteurs zoals Jibran Khalil Jibran en Mikhaïl Nouraïma, die een grote indruk op hem maakte, maar zonder hem van de Islam te doen afkeren. Midden in de jaren 1990 vertrok hij naar Zwitserland, waar één van zijn broers al woonde. Daar ontmoette hij een Egyptische christen, bezocht verschillende kerken en begon de Evangelies weer te lezen, in het Arabisch deze keer. De openbaring van Christus veranderde totaal zijn kijk op de wereld en zijn eigen leven.

Toen hij zijn bekering bekend maakte was dat een hele schok voor zijn familie. Alleen zijn vader, zeer breed van opvatting kan het aanvaarden. Zijn moeder, analfabeet, werd er ziek van. Zijn oudste broer schold hem uit voor hond en spuugde hem in het gezicht. Al zijn beste vrienden lieten hem binnen de kortste keren in de steek of overdekte hem met beledigingen. “Op de middelbare school waar ik les gaf, vormden al mijn collega’s een blok regen mij. Sommigen, die altijd beweerden dat ze atheïst waren, werden ineens de vurigste verdedigers van de Islam.“, verteld Imed, “Ik voelde me door iedereen verlaten en kwetsbaar, want ze beschouwden mij niet allen als een
mourtad’ (afvallige), maar zelfs als een khaïn’ (verrader).”

Zijn geloof in Christus hield stand. Na verloop van tijd kwam alles weer min of meer in orde. Zijn familie legde zich neer bij zijn keus. Één van zijn broers volgde hem op de zelfde weg, net zoals een jongere zus. Zij is getrouwd met een hoge functionaris die ook tot het christendom bekeerd is. Imed woont nu in La Manouba, volkswijk ten westen van de hoofdstad Tunis, waas vroeger de traditionele islamisten heersten als heer en meester. Zijn buren weten niet dat hij voorganger is van de Evangelische Gemeenschap, dat zijn vrouw christen is en dat zij religieuze bijeenkomstem organiseren bij hen thuis. Ze blijven er onverschillig onder. Imed besluit : “De Tunesiërs zijn vrij tolerant, als, je ze maar één voor één neemt. In een groep bij elkaar blijft daar niets van over.”

"M.B.R.", hij geeft alleen maar zijn initialen, was vroeger een linkse en actieve vakbondsleider. Hij is lang op zoektocht geweest, rationalisme, materialisme, dialectiek en islamisme. Hij bekeerde zich in 1980 tot het christendom. “Ik was op zoek naar echte spiritualiteit. Ik zocht het eerst bij de Islam, mijn eigen godsdienst - en ook van mijn ouders. Ik vond echter niet wat ik zocht : liefde, vrede, naastenliefde”, vertelt deze nu vijftigjarige, die een eigen onderneming heeft.

Op een dag luisterde ik naar een religieuze uitzending van Radio Monte Carlo, verzorgd door een Egyptisch priester.”Het was als een openbaring voor mij. Het leek wel of de woorden van die priester direct tot mij gericht waren. Mijn bekering bleef dan ook niet uit.” Zijn broer volgde zijn voorbeeld enkele jaren later, en daarna ook zijn moeder, analfabete maar een uiterst gevoelig iemand.

Zijn vijf andere broers en zussen hebben zijn bekering nooit begrepen, maar zij hebben hem ook nooit uit de familie gestoten. Zijn drie kinderen zijn gedoopt, ze noemen zich christen, lezen de Evangelies en komen van tijd tot tijd naar de godsdienstige vieringen in de kerk. Zij volgen ook de islamitische godsdienstlessen op hun middelbare school. Zijn vrouw echter, zeer materialistisch ingesteld, is er nooit in geslaagd hem van zijn geloof af te brengen. Trouwens, ze zijn sinds een aantal jaren gescheiden.

Het verhaal van Yacine is nog sterker. Hij werkte bij en bank, was praktiserend moslim en lid van de niet erkende Islamistische beweging "Ennahdha". In 1991 wer hij bij verstek tot 1 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens dit lidmaatschap. Korte tijd daarna werd hij gearresteerd. Zes maanden doorgebracht in de gevangenis hebben hem aan het denken gezet. Hij voelde zich verlaten door iedereen, ook door Allah. Door zijn verblijf in de gevangenis leerde hij ook het ware gezicht van de leiders van Ennahdha kennen. “Zij zijn geen haar beter dan degenen die zij bestrijden.“, zegt hij.

Toen hij vrij kwam uit de gevangenis, had Yacine alle moeite om weer te beginnen. Hij moest zich een paar keer per dag melden op het politiebureau van zijn buurt. Zijn familie, die ook regelmatig bezoek kreeg van de politie, had er helemaal genoeg van. “Ik voelde me ellendig en wanhopig. Ik liep zelfs rond met zelfmoordplannen. », vertelt hij. Op een dag luisterde hij naar een uitzending van Radio Monte Carlo. Hij was erg onder de indruk van de christelijke religieuze gezangen en ook van de preek van Reda Adli, een Egyptisch priester. Vanaf die dag is hij begonnen met het lezen van de Evangelies en toonde veel interesse voor het Christendom. De evangelistische websites i\op Internet hebben hem geholpen bij zijn zoektocht.

In 1998 raapte hij al zijn moed bij elkaar en, als enig kind, vertelde hij zijn ouders van zijn bekering. Hij werd meteen het huis uitgejaagd. Hij leerde een jonge vrouw kennen. Zij dacht hem terug te kunnen brengen tot de Islam. Hun relatie duurde drie jaar, daarna is zij vertrokken. En de politie ? « Ik ben heel wat keren op straat aangehouden. Dat doen ze wel meer met nieuwe bekeerlingen. Zij proberen me nog steeds terug te brengen, niet tot het islamisme, maar tot de Islam”, antwoordt hij.

Zo zijn er tientallen getuigenissen van bekeerlingen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal, maar het komt uiteindelijk op het zelfde neer… Er is ook veel overeenkomst met de verhalen uit andere landen. Maar er is nergens een verklaring voor het feit waarom er nu steeds meer Tunesiërs kiezen voor het Christendom.

Wij hebben deze vraag aan Pater Geers voorgelegd. Volgens hem, heeft Tunesië tijdens de regering van Habib Bourguiba (1956 - 1987) een lange periode van puur materialisme, van algemene verwereldlijking, doorgemaakt. Maar de mensen hebben behoefte aan spiritualiteit, aan vergeestelijking. Vandaar deze terugkeer naar de godsdienst, naar de Islam of naar het Christendom. “Er zijn moslims die ons vragen om iets over Jezus te vertellen. Dat is dan niet meteen een ontkenning van hun geloof in de Islam, maar veel meer een behoefte om het Christendom te leren kennen.”, besluit de babas (zo worden de geestelijken in Tunesië genoemd), voorzichtig. En dat is te begrijpen.

Tunis, 3 juli 2005.
Artikel uit Jeune Afrique/L’Intelligent nr.2321 van 6 juli 2005, van onze correspondent Didha Kéfi.
vert. H.R.

Webmaster-NL

Vorige pagina