Dikwijls hoor je mensen vragen:
"de Witte Paters, wie zijn dat?"


entree St Charles Heythuysen
Op de naamborden van onze huizen staat meestal:
"Witte Paters, Missionarissen van Afrika"

De naam "Witte Paters" danken we aan de volksmond vanwege de witte kleding die we vroeger droegen: een witte toog (gandurah) en een witte mantel met capuchon (burnus). We droegen er een rode fez (chechia) bij als hoofdbedekking.

Waar het begon..

Onze gemeenschap van missionarissen werd in 1868 door Charles Lavigerie, Kardinaal Charles Lavigerie, stichter van de Missionarissen van Afrika, te Algiers in 2868
aartsbisschop van Algiers, gesticht. Daar, in Algiers, begon dus ons
missiewerk onder de Arabieren. Vooral door "er te zijn ", en door het ontwikkelen van sociaal-maatschappelijke infrastructuur: ziekenhuisjes, scholen, landbouw en vak-opleiding. En door het bestuderen en op schrift stellen van niet alleen het arabisch, maar vooral van de berber-taal, die in Kabylië wordt gesproken.
De stichter wilde dat we ons zoveel mogelijk zouden aanpassen aan de cultuur en gebruiken van de plaatselijke bevolking. En dus spraken we Arabisch en droegen we Arabische kleren. Dat gold ook voor de stichting van de "Witte Zusters" in 1869: ook zij droegen lange witte gewaden die geleken op die van moslimvrouwen.

Wat zijn missionarissen ?

Wat wilden die Witte Paters, die Broeders en Zusters eigenlijk? Ze wilden de Blijde Boodschap verkondigen aan alle mensen in Afrika. En dat niet alleen met woorden, maar metterdaad. Het Evangelie zou leiden tot bevrijding van heel de mens en tot zingeving van heel het leven. Vanaf het begin werd het Evangelie dus doorverteld. Er werden kerk-gemeenschappen gesticht.

Maar er werden ook slaven vrij gekocht. Voor wezen werd gezorgd. Er kwam onderwijs. Er kwamen ziekenhuizen. later werkten missionarissen ook aan landbouw-verbetering. Aan de training van ambachtslieden.

Vandaag verschuift de aandacht meer naar de vraagstukken van gerechtigheid en vrede, waar we samen met de mensen voor proberen op te komen.
Hun bemoeienissen hebben de basis gelegd voor allerlei vormen van ontwikkelings-samenwerking in deze tijd.

In het allereerste begin werkten de paters, broeders en zusters voor de slachtoffers van hongersnood en een cholera epidemie in Algerije.
Maar al spoedig verbreedde bisschop Lavigerie zijn doelstelling.
Algiers werd de deur die openstond naar een heel werelddeel: Afrika.
En zo werden we "Missionarissen van Afrika".
Twee karavanen probeerden door de Sahara naar West Afrika te trekken, maar ze werden door hun gidsen gedood.

In 1878 vertrok de eerste karavaan naar Oost Afrika. Ze vestigden zich in gedachtenis-monument van de afschaffing van de slavernij, op Curacao wat nu Uganda, Tanzania en Oost Congo is. Daar kwamen we voor het eerst in aanraking met de slavenhandel. Het Evangelie dat ons leert dat alle mensen Gods kinderen zijn en dus gelijkwaardig, moedigde hen aan zich tegen die mens-onwaardige toestand te verzetten.

Niet lang na de komst van de missionarissen begonnen de westerse mogendheden Afrika binnen te dringen en het onder elkaar te verdelen. Daarom zond Lavigerie ons uit in internationale groepjes van drie. Zo konden we niet zó maar met de koloniale machten vereenzelvigd worden. Omdat we altijd met drieën waren hadden we ook steun aan elkaar in soms moeilijke omstandigheden.
Gedurende de eerste tientallen jaren van het bestaan van
onze gemeenschap stierf de meerderheid na een paar jaar aan ziekten als
malaria en zwart-water-koorts waar nog geen geneesmiddelen voor bestonden.

Het Evangelie sloeg aan. Overal in Zwart Afrika zijn levendige gemeenschappen van Christenen ontstaan. Nu nog werken we in 22 landen van Afrika ter ondersteuning van die eigen plaatselijke kerken, die inmiddels geleid worden door eigen mensen: priesters zowel als leken, mannen zowel als vrouwen. Vanaf het begin hebben catechisten zich ingezet samen met de missionarissen. Later kwamen er de parochieraden en de basisgemeenschappen bij.
modepop witte paters-kleding:gandurah, burnus, gebeds-snoer, chechia.
Wereldwijd zijn we nog met ongeveer 2900 leden waaronder zo een
zeventig Afrikanen. Het aantal Afrikanen groeit gestaag. Ze nemen ook meer en
meer verantwoordelijke posities in. We hebben op het ogenblik 280 kandidaten
in opleiding. Elk jaar verbinden zich een tiental voorgoed aan onze
gemeenschap. Naast een meerderheid van Afrikanen zijn er ook kandidaten uit
India, Latijns Amerika en de Filippijnen. En zelfs uit Europa en Noord
Amerika. Ook sluiten jonge mensen die uit dezelfde geest willen leven en
Afrika een tijdlang willen dienen, zich aan als geassocieerde leden.

De Nederlandse Witte Paters.

Op het naambord voor ons huis in Heythuysen staat "St.Charles".
St. Charles was de patroonheilige van onze stichter, aartsbisschop, later Kardinaal, Charles Lavigerie. Naar hem werd ons eerste opleidingshuis in Nederland genoemd.
Het stond aan de oude Rijksweg van Den Bosch naar Eindhoven bij het dorp Esch in de gemeente Boxtel. Later werd het een bejaardenoord.
Vanwege de verbreding van die weg moesten de Witte Paters vanuit Esch verhuizen en kwamen zo in Heythuysen terecht. Zelfs onze doden verhuisden mee.

Op het kerkhof achter ons huis in Heythuysen worden alle Nederlandse
Witte Paters herdacht. Als ze er al niet begraven liggen, dan worden in
ieder geval hun namen gegrift in gedenkstenen met de namen van de Afrikaanse
landen waar zij werkten.

Het hart van ons huis is de kapel. Maar ook de gemeenschaps-zaal is voornaam, want we willen een soort familie vormen: broeders onder elkaar. Dan moet je samen kunnen bidden en je samen kunnen ontspannen.

Het internationaal karakter van onze gemeenschap komt hier in Nederland niet zo tot zijn recht: de moeilijkheid van het Nederlands is een obstakel.
De voertalen in de Socië
teit zijn Engels en Frans omdat die talen in Oost en West Afrika door velen gesproken worden. Daarnaast kennen ook alle missionarissen
minstens één - in veel gevallen zelfs twee of drie - Afrikaanse talen.


De Nederlandse Provincie vandaag...

In augustus 2002 waren we nog met 170 Nederlandse missionarissen : 96 in Nederland, 71 in Afrika en Midden-Oosten, en 3 in Rome. We zijn sterk aan het vergrijzen en dus zijn de meesten van ons aan een welverdiende rust toe.

Maar er zijn toch ook nog activiteiten die we aangepakt hebben:


1. Witte Paters Stationsweg 62 Den Haag In Den Haag leeft een gemeenschap van drie van ons, midden in de Schilderswijk, een van de meest kleurrijke stadsdelen van de stad. Samen met ander religieuzen in die wijk dragen ze bij aan een gezonde ontwikkeling
van een multiculturele samenleving en kerkgemeenschap. Ze zijn in contact met groepen allochtonen onder wie veel Afrikanen (Ghanezen, Marokkanen, Somaliërs, Ethiopiërs, Congolezen, Angolezen, Surinamers en Antillianen ...enz.) Ze doen pastoraal en sociaal werk, helpen nieuwkomers om wegwijs te worden, bestrijden uitingen van discriminatie, brengen mensen samen voor vieringen

2. In Lage Mierde en Sterksel hebben we nog missionarissen die parochiewerk doen.

3. In Den Bosch woont de rector van de Witte Zusters samen met twee
medebroeders die bezig zijn met vluchtelingen en allochtonen; de een meer
bestuurlijk, de ander meer direct.

2. In de overige gemeenschappen te Leidschendam en Dongen, (waar óók het Provincialaat gevestigd is) wonen onze bejaarden waarvan sommigen overigens nog actief zijn; vooral in contact met andere bejaarden; vrijwilligerswerk, mantelzorg, huisbezoek, pastoraat. Vanuit Dongen wordt ook gezocht naar financiering van projecten in Afrika. Daar is ook het "Afrika Steunfonds" gevestigd.

5. En dan is er het Provincialaat waar de administratie van de Nederlandse Provincie van de Witte Paters behartigd wordt. Ook is daar de Website van de Missionarissen gevestigd, die wij samen met de Witte Zusters, alsmede onze Belgische paters en zusters - behartigen.

Tot besluit..

De vergrijzing en het teruglopende aantal missionarissen heeft tot gevolg Provincialaat Witte Paters Dongen.
dat er nogal wat in onze Nederlandse gemeenschap is veranderd of nog zal
veranderen: ons klooster-verzorgingshuis van Heythuysen is opgegaan in de Stichting "Het Land van Horne". De financiële huishouding zal sterk vereenvoudigd worden.
De gemeenschappen zullen in aantal worden teruggebracht ....

Wij zijn geen heiligen en geen helden. Maar we hebben goed werk gedaan. We kijken met dankbaarheid terug op een rijk verleden. En dat geeft ons
vertrouwen in de toekomst.

Geschiedenis van de Witte Zusters. klik hier..

De Missionaire Beweging van Afrika. Klik hier..



Webmaster-NL

Vorige pagina