HET LOT VAN KINDSOLDATEN,
SLAVEN VAN DE KRIJGSHEREN IN AFRIKA.
 

Er waren in het afgelopen jaar 2003 ruim driehonderdduizend kinderen, jonger dan achttien jaar, met een militaire opdracht betrokken bij een gewapend conflict. Bijna al die kinderen leven in een arm ontwikkelingsland.
Oorlog is op zich is een verwerpelijk kwaad. Het wordt ondragelijk als kinderen er moedwillig bij betrokken worden.
 
In de Afrikaanse landen bezuiden de Sahara worden honderdtwintig-
duizend kindsoldaten bij de oorlog ingezet.De meesten zijn veertien jaar en ouder, maar er zijn ook jongere kinderen van zeven of acht jaar.Het gaat vooral om jongens,maar meisjes zijn geen uitzondering.
 
Gezien de dreigende conflicten en oorlogen en het toenemend aantal wapens in de wereld, mag er wel aangenomen worden dat vele duizenden kinderen voor nieuwe operaties ingezet zullen worden.

Voor zover bekend zijn er in meer dan dertig landen kindsoldaten die ingezet worden. En dat niet alleen in Afrika; ook in Azië, Amerika en Europa zijn er landen waar kinderen in rebellen-legers meevechten.
 
OORLOGEN ZONDER REGELS.
 
Men kan zich afvragen waarom kinderen worden geronseld. In geval van volksopstanden is dit te begrijpen aangezien de hele bevolking zich weerbaar opstelt.
Maar ook reguliere legers deinzen er niet voor terug kinderen te ronselen.
 
De meeste oorlogen van deze tijd zijn burgeroorlogen, waarbij burgers zich organiseren om de wapens op te nemen tegen hun regering. Voor zulke oorlogen bestaan geen internationale regels.

Zodoende kunnen zich de meest onvoorspelbare wreedheden voordoen. Een daarvan is het inschakelen van kinderen. Sommigen worden daartoe gedwongen, terwijl velen het doen uit vrije keuze. Ze geven er zich nog geen rekenschap van wat oorlog werkelijk is. Voor hen betekent het leger veiligheid en kameraadschap en vooral een kans op overleven; het kan ook een mogelijkheid zijn de dood van familieleden en vrienden te wreken.

Uiteraard speelt de armoede een grote rol. Daar waar het ouders aan het essentiële ontbreekt om hun kinderen op te voeden, biedt het leger een kans om in hun levensonderhoud te voorzien. Daarop inhakend wordt aan kinderen soms een betere opleiding beloofd terwijl aan de ouders materiële hulp beloofd wordt.
De Internationale Arbeids Organisatie (International Labour Organisation) in Genève heeft onderzoek gedaan naar de identiteit van de kindsoldaten. Uit dit rapport "Wounded Childhood" blijkt dat 64 procent van de kindsoldaten zich uit vrije wil bij een leger aansloot. Hiervan geeft de helft (34 procent) van die kindsoldaten toe dat het voor hen een zaak van overleven was. Slechts 21 procent erkent te zijn gedwongen tot het opnemen van de wapens.

Vaak zijn het krijgsheren die niets vermoedende kinderen voor schermutselingen naar het front sturen, terwijl ze voor zichzelf en hun getrouwen, onder druk van dit geweld, landelijk of internationaal politieke of economische privileges veilig stellen.
Ze komen dan in beeld om, na een wapenbestand te kunnen onderhandelen over politieke alternatieven. Niet zelden zijn de meest gewetenloze krijgsheren van vandaag, de gerespecteerde politieke leiders van morgen.
 
BIZONDERE TROEVEN.
 
Hoe meer geïsoleerd kinderen van hun ouders leven, des te gemakkelijker ze de stap naar het leger zetten. Daarom zijn kampen van buitenlandse vluchtelingen of binnenlandse ontheemden voor ronselaars de geliefde plekken om nieuwe soldaten te rekruteren.

Kinderen genieten vaak hun voorkeur. Ze zijn volgzamer en minder kritisch. Ze zijn ook meer vermetel, omdat ze het oorlogsgevaar nog niet kennen of juist omdat ze al heel hun jonge leven met dat gevaar leerden om te gaan. Bovendien, zijn ze fysiek uitermate geschikt voor een burgeroorlog. Ze zijn zo klein, licht en bewegelijk dat ze zich op elk terrein kunnen verplaatsen of verstoppen. en wat ook nuttig is: ze zijn niet duur!

De meeste kindsoldaten starten hun carrière als boodschapper en pas wanneer ze bewijzen dat ze zich in het oorlogsgeweld kunnen handhaven, worden ze als gewapend soldaat ingezet. Anderen krijgen akeliger opdrachten: landmijnen onschadelijk maken, zich als een levende bom onder het volk begeven of helpen voldoen aan de seksuele behoeften van hun oversten.

WAPENFABRIKANTEN EN VRIJE WAPENHANDEL.

Kindsoldaten zouden niet zo'n belangrijke rol spelen als legers en rebellen niet de vrije toegang kregen tot de lichte wapens die in de hele wereld zonder licentie te koop worden aangeboden. Directeuren van wapenfabrieken, ook in zeer beschaafde landen zijn er niet toe te bewegen hun productie te staken of onder staatscontrole te stellen.

Moderne geweren zijn niet alleen ultra licht maar ook ontzettend eenvoudig met enkele vlotte bewegingen te bedienen. Kinderspeelgoed als het ware.
Om de kindsoldaten aan zich te binden schenken de legeroversten hen al spoedig een onderscheiding en kort daarop ook een bevordering. Daardoor gaan zij zich belangrijk voelen. En ze malen er niet om dat ze geen soldij krijgen. Vanaf het begin worden ze deelgenoot gemaakt aan de gruwelijkste misdaden die een burgeroorlog kenmerken: verkrachtingen, rooftochten, folteringen, moorden. Normen en waarden worden bepaald door de volwassenen die hen omringen. Ze spelen hen na, maar dit kwetst hen voor het leven.
 
RECHTSREGELS.
 
In 1977 zijn aan de Conventie van Genève (1049) enkele regels toegevoegd waardoor onder meer vijftien jaar de minimumleeftijd is om deel te nemen aan gewapende conflicten.

Daardoor kon het internationale Strafhof in 1998 bepalen dat rekrutering van jongeren onder de vijftien jaar voor de legeroperaties een misdaad tegen de menselijkheid is. Een oordeel dat de internationale Arbeids Organisatie in 1999 aanscherpte door de minimumleeftijd voor militairen op 18 te brengen.

De VN-conventie voor de rechten van het kind nuanceerde in 2000 deze bepaling. Een regeringsleger mag geen vrijwilligers jonger dan vijftien jaar als kandidaat-soldaat aanvaarden, voor rebellenlegers blijft het werven van krijgers beperkt tot de grens van achttien jaar.

Al deze basisregels werden ook in Afrika bekrachtigd door gezagvolle instellingen zoals de Afrikaanse Unie (AU) en de Ekonomische Gemeenschap van West-Afrikaanse staten (CEDEAO).

In 2001 legde de VN in resolutie 1039 de lijst vast van alle legers die op kinderen een beroep doen. Dit liet de VN toe na te gaan of ook regeringen in de fout gaan. Op 12 Februari werd deze regel van kracht. Er blijft evenwel nog een lange weg te gaan voordat alle landen van de wereld die beperkende regel zal hebben aanvaard.
 
DE WEG TERUG.
 
Kindsoldaten uit hun dienstverband bevrijden en met een beter perspectief terugplaatsen in de samenleving is een taak die zowel Unicef als de Internationale Arbeids Organisatie (ILO) en het Hoog VN-Commissariaat voor de Vluchtelingen voor hun rekening nemen. Elke organisatie volgens haar mogelijkheden en middelen. Met wisselend succes. Duidelijk is dat het een moeilijke opdracht is, die veel tijd vergt.

Niet alleen moeten de kindsoldaten zelf en hun militaire oversten worden bijgepraat en overtuigd, hun moeten ook nieuwe kansen worden gegeven, het liefst in het hun bekende culturele, sociale en familiale milieu.Na de terugkeer van kindsoldaten is de oorlog niet ten einde. Vaak is de reden waarom de burgeroorlog begon, de totale uitsluiting en armoede van een grote groep van de bevolking, niet weggenomen.

En terwijl op hoog niveau over vrede wordt onderhandeld, zijn op de markt lokale wapenhandelaren actief. Granaten, geweren en landmijnen blijven goedkoop speelgoed, zolang de wereldgemeenschap er niet in slaagt op VN-niveau een internationale wetgeving met afdwingbaar recht op sancties af te kondigen.

WOORD EN WEDERWOORD 1/2004


Kijk op Internet: open het zoekmachine, en vraag naar "kindsoldaten" Het antwoord zal frappant zijn !

Nog steeds kinderen op grote schaal misbruikt

Als kindsoldaat, seksslaaf, goedkope arbeidskracht of spion


Kinderen worden in allerhande gewapende conflicten nog steeds misbruikt: namelijk als soldaten, seksslaven, goedkope arbeidskrachten, drager of spion. Dat staat in een rapport van de Coalitie Stop de kindsoldaten, die in 1998 door Human Rights Watch (HRW) gesticht werd. Jo Becker van HRW zegt dat er ondanks de VN-maatregelen nog steeds in zowat alle hoeken van de wereld kindsoldaten gerekruteerd worden: 'de Veiligheidsraad moet diegenen die bepalingen overtreden verantwoordelijk houden en vooruitgang eisen om het einde te bewerkstelligen van de misbruiken.

Het rapport, dat vijftig pagina's telt, moet de Veiligheidsraad in staat stellen om concrete oplossingen voor te stellen.

In het rapport worden achttien landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten met name genoemd. Daar blijft de inzet van kindsoldaten een van de ergste schendingen van de mensenrechten.

Het rapport toont ook aan dat in Ivoorkust, Liberia en delen van de Democratische Republiek Kongo op grote schaal kindsoldaten gerekruteerd worden. Die worden ook soms gedwongen om zich aan verschrikkelijke misdrijven schuldig te maken.

Bij het beruchte
Leger van de Heer in Oeganda werden in de al zeventien jaar durende burgeroorlog nog nooit zoveel kindsoldaten als op dit ogenblik ingezet.

In landen als Birma, Colombia of Sri Lanka was er al evenmin vooruitgang. In Birma vechten naar schatting zeventigduizend kindsoldaten mee in het regeringsleger.

In
Colombia steeg het aantal kindsoldaten tot elfduizend, van wie sommigen nauwelijks twaalf jaar oud zijn. Zij worden er opgeleid om met explosieven en wapens om te gaan. Ook in Sri Lanka blijven kindsoldaten meevechten, ondanks alle toezeggingen van de Tamil-rebellen.

"Kerk en wereld" no.143. feb.2004




Webmaster-NL

Vorige pagina