DE GESCHIEDENIS VAN DE SLAVERNIJ.
Piet Emmer, hoogleraar in Leiden

De hoogleraar is recht door zee in zijn boek, houdt van scherpe standpunten en is niet van zijn stuk te brengen. Toen in 2000 zijn boek over de geschiedenis van de slavernij verscheen, viel de "zwarte gemeenschap" in Nederland over hem heen. Hij zou de rol van Nederland in de slavenhandel bagatelliseren.

De "Republiek van de Zeven Verenigde Provincies", zoals Nederland toen heette, heeft volgens hem "maar" vijf procent van de slavenhandel in handen gehad, en met zijn schatting dat het totaal aantal vervoerde slaven ongeveer tien, elf miljoen mannen, vrouwen en kinderen bedroeg komt hij veel lager uit dan andere wetenschappers.

Bovendien werd hem verweten geen oog te hebben voor het leed dat met de slavenhandel gepaard ging. Emmer bleef onbewogen: hij had slechts objectief historisch onderzoek gedaan,zei hij, en kon verder niets doen met al die emotionele reacties.

De Leidse hoogleraar zoekt ook de controverse in het debat over migratie uit arme landen naar het rijke Westen. Die migratiestromen moet je niet te veel indammen, vindt hij, want zowel arme als rijke landen profiteren ervan.

Het vergrijsde Europa ontvangt arbeidskrachten die het zelf niet in huis heeft, en de arbeidsmigrant kan het verdiende geld in eigen land investeren. Door Europa toegankelijker te maken voor arbeid van buiten help je de Derde Wereld zichzelf te helpen, is zijn stelling.

Geschiedenis van de slavernij
Piet Emmer, Leiden 2000

Webmaster-NL