Uitvaart van Willem van der Smissen m.afr.
op 13 januari 2006 te Heythuysen.
Willem van der Smissen 2004

Beste familie en medebroeders van Broeder Willem van der Smissen.

Beste medewerkers in de verzorging en verpleging hier op “St. Charles

Beste vrienden en kennissen.

St. Charles zonder Willem!! We kunnen het ons nog niet goed voorstellen. Hier aan het altaar staan zonder hem en zodadelijk de kapel verlaten zonder zijn duidelijke aanwijzing waar de "boekskes" gedeponeerd moeten worden voelt vreemd. Dit huis zonder zijn dienstwilligheid en zijn aanstekelijke lach voelt wat leger. Wij die hem goed gekend hebben waren aangeslagen toen we hoorden dat hij plotseling gestorven was.

Willem heeft voor de gemeenschap van “St. Charles” enorm veel betekend. Dienstbaarheid is misschien geen mode woord. Maar waar zouden we zijn zonder die dienstwilligheid waartoe Willem levenslang bereid was? De hele gemeenschap van “St Charles” - medebroeders, medewerkers en medewerksters in de verpleging en verzorging - verliezen in hem iemand die sterk bijgedragen heeft aan de goede sfeer in dit huis.

Samen met andere Broeders heeft hij - nog afgezien van het vele werk dat er door hen verricht is - een onvervangbare bijdrage geleverd aan de menselijke kwaliteit van de hele Nederlandse Provincie.

We gaan hem nu uitgeleide doen: dankbaar voor wie hij was. En we bidden voor hem. We doen dat in vertrouwen. Want “God houdt van een blijmoedige gever”. En dat was Willem.

PREEK

Toen ontdekt werd dat Willem in de nacht was gestorven en toen dat nieuws zich in huis verspreidde liep menigeen met tranen in de ogen rond. 2001 Want er was  niemand die een hekel aan hem had. Integendeel. Zijn medebroeders en zijn collega’s in de verzorging wisten maar al te goed hoezeer ze hem zouden gaan missen.

Ze zullen misgrijpen als er ergens een karweitje geklaard moet worden. Ze zullen zijn dienstvaardigheid missen. Zijn zorgzame inzet hier in huis. Ze zullen zijn toegewijd assisteren missen  in de liturgie in de kapel.

Maar vooral ook zijn goede humeur, zijn smakelijke verhalen en zijn aanstekelijke lach. Dat zal ons allen nog lang heugen. Willem bepaalde mede de goede sfeer in de gemeenschap door zijn vrolijkheid en zijn opgeruimdheid. Hij droeg er in belangrijke mate aan bij door zijn dienstvaardigheid en behulpzaamheid.

Willem is geboren in Breda op 29 oktober 1930. Hij heeft geen gemakkelijke jeugd gehad. Tegenslagen in het gezin en zelfs armoede waren zijn deel. Hij heeft moeite gehad om dat verleden te verwerken. Maar het heeft hem niet verhinderd om een blijmoedig mens te worden. Willem groeide uit tot iemand die een belangrijke positieve invloed had op de omgeving waarin hij leefde en werkte. Willem met zijn confrater Bert van Zutphen op de Jubilarissendag 2004 Opgevangen bij de Broeders van Huybergen, volgde hij de lagere school en een opleiding aan de ambachtschool om huisschilder te worden. Het lezen van het tijdschrift van de Witte Paters leidde tot zijn besluit om Missiebroeder te worden. Hij werd opgeleid in ’s Heerenberg en “Marienthal” in Luxemburg en legde op 8 augustus 1952 zijn eed van gehoorzaamheid af. Hij koos de naam Anselmus.

Zoals ook anderen van onze broeders was ook Willem overal inzetbaar. Hij schilderde en verfde en deed ander werk dat op zijn weg kwam. Hij maakte de toer van de meeste Witte Pater huizen van de Nederlandse provincie: Sterksel, ’s Heerenberg, Rotterdam en aan de Burgakker in Boxtel.

Maar in Afrika is hij nooit geweest. Het langst leefde en werkte hij op “St Charles”: eerst te Esch bij Boxtel. En - na de verhuizing - in Heythuysen. Daar ontplooide hij zijn heel menselijke talenten ten volle.

Willem heeft veel werk verzet: Aanvankelijk als schilder. Alle huizen van de provincie kregen op zijn tijd een opknapbeurt. Hij stond altijd klaar om een hand uit te steken bij het klaren van een karwei.

Willem tijdens de eucharistieviering op de jubilarissendag 2005

Later, op het “oude St. Charles” bij Boxtel, waar onze oudere mensen woonden maar waar  ’s avonds en ’s nachts geen personeel aanwezig was, heeft hij als ziekenbroeder met grote zorg en toewijding voor verpleging en verzorging ingestaan. Hij was de huismeester die voor elke klus beschikbaar moest zijn.

In het “nieuwe St Charles” te Heythuysen was hij  aanvankelijk tevens  receptionist en ving hij de gasten op. Hij was actief in de mantelzorg. Ieder kon altijd een beroep op hem doen. In zijn blauwe boezelaar stond hij voor iedereen klaar.

Hij zorgde ook voor de sacristie en in vol ornaat werd Willem een echte waardigheidsbekleder tijdens de vieringen in de kapel. Ook de hoofdcelebrant waagde het niet een vinger te verroeren zonder dat Willem hem genadig toegeknikt had.

In de open kapel van het “oude St. Charles” kwamen alle bruidsparen van het buurtschap Hal en omstreken trouwen onder zijn goedkeurende ogen. Vanuit het “ nieuwe St. Charles" droeg hij zelfs de zware monstrans met het Allerheiligste rond in de sacraments- processie in de buurt.

Hij bleef zich inzetten voor mantelzorg en hield de dagboeken bij.

Willem had groot respect voor de mensen die verantwoordelijkheid droegen. Theo Sanders, Josef de Rooy, Hans van Breugel en Henk van de Paverd bleven voor hem “den Overste”. Maar dat verhinderde hem niet om onze klein-menselijke trekjes op te merken en daar eens hartelijk om te lachen.

Want lachen,dat kon hij!

Hij zal misschien wel het langst herinnerd worden om die aanstekelijke lach. Willem had een groot gevoel voor humor en een goed oog voor de vermakelijke kanten van het leven. Hij  had jarenlang meegedraaid in de Nederlandse provincie en kende al haar pappenheimers. Bovendien was hij niet zonder zelfspot. En dus kwamen - vooral in de recreatie - de verhalen los:

Over de kennis die zijn onafscheidelijke grote zwarte  tas  angstvallig op schoot hield en - toen ie hem  even neerzette -  geen moment uit  het oog verloor. “Wat zit erin?”vroeg Willem nieuwsgierig. “Mijn fietsen sleuteltje”.
Willem in zijn jonge jaren op het oude Sint Charles Willem moest toneelspelen. Als butler. Hij had maar één enkel zinnetje te zeggen: op een vraag moest hij antwoorden: “Nog niet”. Hij werd het toneel opgeduwd en daar stond ie met zijn mond vol tanden. De souffleur siste:”Nog niet”. Willem keek hem verbluft aan: “Nog niet? Nou dan ga ik maar”.

Of zijn compliment aan een zuster: “Wat bent U mooi”. En toen deze bloosde verklaarde hij zich nader:” U hebt van die mooie zondagse schoenen aan”.

Een preek is geen cabaret voorstelling. Maar dit soort verhalen horen bij Willem. Hij had er zelf zo’n plezier in.  En mensen die hier wonen weten hoe belangrijk het is als er in een huis als dit af en toe eens onbedaarlijk gelachen kan worden. Willem kon een verhaal smakelijk opdissen.

En zijn eigen gelach werkte aanstekelijk, en bracht vrolijkheid in de hele gemeenschap. Humor is geen geringe gave.

Dienstbaarheid ook niet. Het is zelfs een kernwoord van het evangelie. Jezus zegt op zeker ogenblik: “Ik ben niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen”.(Mk10,45)  En nadat hij op de avond voor zijn lijden en dood de voeten van zijn leerlingen heeft gewassen zei hij: ”Een voorbeeld heb ik jullie gegeven opdat jullie voor elkaar doet wat ik jullie heb gedaan”.(Joh.14, 14-15)  

Willem was de trouwe dienaar uit het evangelie die mensen gaf wat hen toekwam. En hij deed het met blijdschap en toewijding. Toen zijn Heer hem onverwacht kwam roepen was hij dan ook klaar.

 

Piet Kramer, Provinciaal.

BEGRAFENIS. klik hier. 


Webmaster-NL

Vorige pagina