Liefde was de lijfspreuk van Kardinaal Lavigerie
Dankbaar gedenken wij
BROEDER WILLY DE BOER
(Willibrordus Josephus)
Missionaris van Afrika





Broeder Willy de Boer werd geboren op 7 April 1921 in de havenbuurt van Rotterdam. In het grote, gezellige, “Roomse” gezin van Joannes de Boer en Maria Josepha Koets. Hij ging naar de ambachtschool waar hij werd opgeleid tot timmerman-meubelmaker.

Om missionaris te worden werd hij postulant in St. Charles te Boxtel .De oorlog dwong zijn familie na het bombardement van Rotterdam uit te wijken naar Breda. En Willy  naar ’s Heerenberg. Terug in Boxtel legde hij op 8 September 1942 de missionaris eed af.

 In 1949 werd hij benoemd voor Oeagadoegoe, hoofdstad van Opper Volta, nu Burkina Faso. Als directeur van een weeffabriek. Die was echter totaal verouderd en Willy begon er een timmermanswerkplaats en een ambachtschool. Er werden meubels gemaakt, banken voor scholen en kerken, dakspanten, deuren en ramen….

Willy zorgde er ook voor dat zijn “jongens” beroepseer opdeden, eerlijkheid leerden en hun godsdienst kenden. “Je moet de hele mens ontwikkelen. Anders kun je beter niets doen”. Oud-leerlingen hielden levenslang contact met hem.

Willy was zich bewust van de grote verschillen in cultuur en mentaliteit tussen blanke missionarissen en de mensen met wie zij in Afrika leefden en werkten. Hij vond vriendschap belangrijk om die verschillen te overbruggen. En beval  aan, om  te luisteren en te kijken vooraleer te oordelen.

Toen, in 1956, vroeg  Bisschop Soquet  aan Willy om een kerk te bouwen. Dat had hij nog nooit gedaan. Maar hij trok naar Manga en later naar Kaya en er kwamen kerken van de grond. Na de bouw in Manga  keek Willy omhoog en verbaasde zich dat er “zo’n grote kerk bedacht was door zo’n  klein hoofd”.  

Willy leerde van de traditionele metselaars en zij van hem. Er volgden veel scholen, missiegebouwen, kloosters…. In de jaren zestig kwamen de eerste Nederlandse vrijwilligers, de Kajotters. Waardering over en weer.

In 1970 werd hij belast met de leiding van het gastenhuis in de hoofdstad. Het werd een open huis waar iedereen welkom was: missionarissen en Afrikaanse priesters, oud-leerlingen en vrijwilligers, journalisten en vakantiegangers…. Ze profiteerden van zijn keuken en zijn ervaring. Want voor Willy was ook dát missiewerk: getuigen van  de rijkdommen van Afrika en de waarde van wat missionarissen bezielt.

Waardering leidde tot vriendschappen. Met mensen ter plaatse. Met Bisschop Soquet. En met prins Claus. Die schreef hem: “Ik ben na herhaaldelijke bezoeken aan Opper Volta  onder de indruk gekomen van de manier waarop de Witte Paters ontwikkelingswerk aan de basis doen”. Ondertekend: “Uw Claus”. Er volgden meerdere ontmoetingen met hem.

Ik heb een prachtige tijd gehad in Afrika!

Willy keek altijd met dankbaarheid op zijn Afrikaanse jaren terug.: “We hebben veel geluk gekend. Er is veel goeds verricht. Ik ben er trots op missionaris te zijn. En onze fouten? Dan komt Gods werk beter uit. Ik GELOOF niet in Gods voorzienigheid. Ik heb Gods goedheid aan het werk GEZIEN!!

Willy moest uiteindelijk de tol betalen van 30 jaar werk in een zwaar klimaat. In 1980  keerde hij naar Nederland terug. Met Ben Balink betrok hij het huis aan de Oranjeboomstraat in Breda. Een open huis. Missionarissen en woonwagenbewoners, leden van MOV en IKV, buren en vreemden, allemaal vonden ze er een gastvrij onthaal en een open oor.

Toen er na 9 jaar “de rek uit was” vertrok Willy naar Rotterdam en daarna naar Heythuysen. Hij bleef opgewekt en monter totdat hij steeds meer hulpbehoevend werd. Daar is hij toch nog plotseling gestorven op  22 februari. Op zaterdag  25 februari wordt hij om 15.00 uur in Heythuysen begraven.

Ook namens de familie,

P. Kramer, provinciaal.

 


Webmaster-NL

Vorige pagina