De wereld van Zuster Riet. Plaat op de openingspagina van de internationale website van de Witte Zusters ©
dit was háár wereld, waarin zij leefde, waarvoor zij werkte en bad, heel haar leven lang


IN MEMORIAM


     Zr. Riet de Leeuw ( Romelia )

 

Geboren in Ginneken :      6 december 1909

Eerste professie :               1 mei 1933

Overleden in Etten-Leur : 4 juli 2007

 

Met veel meeleven van medezusters, familie en kennissen werd Zr. Riet begraven op 7 juli 2007 op begraafplaats Munsel te Boxtel, waar zij rust temidden van haar medezusters.

Gedurende de eucharistieviering ten afscheid in de St. Petruskerk te Boxtel, werd haar missionarisleven verwoord als volgt.

 

Zr. Riet werd geboren te Ginneken op 6 december 1909.

Zij vertelt zelf: “Het gezin telde vijftien kinderen, tien jongens en vijf meisjes.Twee waren al jong gestorven, twee zijn priestermissionaris geworden en twee religieuze. Negen anderen hebben een andere richting gekozen.”

 

Zij was op school bij de Zusters in Etten, doorliep daar de ULO en behaalde diploma’s voor secretaresse en coupeuse.Thuis hielp ze mee in het restaurant tot haar twintigste jaar.

In 1930 nam ze het besluit om in te treden bij de Witte Zusters. Bij het afscheid zongen haar broers en zussen een lied: “Onze Riet noemt Kardinaal Lavigerie haar Vader, etc. “

 

Haar jongste broer was toen tien jaar en kon maar niet begrijpen dat ze thuis weg ging. Om hem te troosten heeft ze hem haar fiets gegeven. Haar ouders zijn met haar meegegaan naar Esch en hadden maar één wens, dat ze gelukkig zou worden... een blijk van onbaatzuchtige liefde.

Zij had een sterke band met haar ouders, vooral met haar vader, die haar zou missen in de zaak waar ze lange tijd een steun voor hem was geweest.

Na haar intrede was het in het begin niet gemakkelijk voor haar, maar de ‘mooie missieverhalen’ hielpen haar over de drempel.

 

In 1931 vertrok ze met een groep medezusters naar Algiers. Nederlands spreken was toen niet meer toegestaan.

In Marseille kregen ze gezelschap van Franse en Canadese postulanten, allen in het zwart gekleed. De passagiers op de boot dachten dat ze weesmeisjes waren en boden hun meloenen en druiven aan…

 

De Algemene Raad wachtte hen op in het voorportaal van het Moederhuis in Algiers. Dat maakte indruk op haar, alsook de mooie palmbomen. ”We zijn in Afrika aangekomen” was haar uitroep. Samen met de novicen en zusters waren ze met 150 in het Moederhuis.

Na haar eerste professie in 1933 ging ze het onbekende tegemoet…

In El-Afroun, Algerije hielp ze mee in de vrouwenzaal van het ziekenhuis, deed ze naaiwerk en ook typewerk voor het secretariaat.

 

Om gezondheidsreden werd haar eeuwige professie een jaar uitgesteld.

In 1937 was het dan zover en werd ze benoemd voor het postulaat in Esch. Diverse taken werden daar aan haar zorgen toevertrouwd en met veel toewijding heeft zij die vervuld.

Daarnaast had ze nog gelegenheid om het diploma voor apothekersassistente te behalen.

 

 

In 1947 ging ze terug naar  Algerije, naar Djémaa Saharidj, waar ze handwerkles gaf aan meisjes van vijf tot zestien jaar.

Met enkele tussenpozen heeft ze ook nog in de verpleging gewerkt en later ook in de drukkerij van het Moederhuis. Voor haar waren dit vijf mooie jaren.

 

Riet heeft ook moeilijke jaren gekend, doordat ze als kind van 10 jaar een kaak had gebroken hetgeen niet als zodanig was herkend. Dit heeft serieuze gevolgen gehad in haar latere leven.

 

Na een ernstige operatie in 1954 waren enkele werkzaamheden te zwaar voor haar geworden. In 1955 vertrok ze naar Boxtel, waar ze vertaal - en stencilwerk deed.

 

Ze heeft twee jaar voor de jonge kinderen van haar broer gezorgd en drie jaar op een pastorie gewerkt in Oosterhout. Ook heeft ze enkele jaren bij een zus gewoond, die voor haar een grote steun was.

Uit dit alles blijkt dat Riet een veelbewogen leven heeft gehad, tevens kampend met een zwakke gezondheid.

Daarom werd zij in 1982 voor Sterksel benoemd, waar ze heel graag was en waar haar vele talenten geapprecieerd werden door de zusters. Ze kon daar tevens de nodige rust nemen.

 

In 1998 werd zij in het kloosterverzorgingshuis San Francesco te Etten-Leur opgenomen, waar zij vele goede jaren heeft mogen doorbrengen.

Ze genoot van de bezoeken van haar schoonzus en hield erg van kaarten. Ze puzzelde graag, zelfs tot in de late uren. Voor haar was dit een soort therapie.

 

Als we terugblikken op haar leven, zien we dat dit één grote puzzel is geweest en het een kunst is om alle stukjes op de juiste plaats te zetten.

Uit haar persoonlijke aantekeningen blijkt dat er onrust en onzekerheid in haar was.

 

Ze schreef: “Ik ben begonnen om alles kalm te overdenken en te verwerken. Ik neem er de tijd voor en wil me erop toeleggen om alles en iedereen te vergeven… Dit moet een levenshouding van mij worden, vergeven is heel mooi.”

Ook vermeldt ze over haar onzekerheid en vraagtekens en dat het haar moeite kost om daar goed mee om te gaan.

 

Haar leven was bezield door haar geloof en vertrouwen in de Heer die haar trouw is gebleven op haar lange weg als missionaris en haar trouw aan HEM zoals ze was en wie ze was.

 

Wij zijn dankbaar voor de goede zorg die ze kreeg en danken daarvoor het verplegend personeel en iedereen die haar omringde. In het bijzonder wil ik haar medezusters noemen die ieder op hun eigen manier veel voor Riet hebben betekend door hun zorgende aandacht en vele attenties.

 

 

Zuster Riet, rust in vrede.


Webmaster-NL

Vorige pagina